Verzamelde gedichten(1943)–Blanka Gyselen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 66] [p. 66] Het witte bruidje WANNEER zij hem ter kerke vergezelde was niet haar lichaam, slechts haar ziel bewogen; zij heeft de levenswoorden niet gewogen, alléén den ring, die om haar vinger knelde... en ook bij dag, terwijl de tijd versnelde: in zijn bezittersblikken opgezogen verdwaalden nog haar groote kinderoogen toen schuw haar schouder naar hem overhelde... maar nu haar sluiers in zijn handen rusten en vreemde teederheên haar vrees verlokken, wordt het mysterie aan haar vleesch voltrokken: ontluikend tot de schoonste aller lusten wordt zij de rijpe bloem, die in de kern volgroeid met strakgespannen kelk, bevruchtend openbloeit... Vorige Volgende