Verzamelde gedichten(1943)–Blanka Gyselen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] [Bewaren wij in ons vermoeid gemoed] BEWAREN wij in ons vermoeid gemoed hoe late zomerdag nog zwoelte zoog uit iedre roos en elke vogel woog de weelde van zijn zang. Hoe d'avondgloed verglansde, rooder in het roodste bloed der zon, die naar voldragen aarde boog... Hoe veelbetreden wegen stegen, droog in 't breed en zeker treden van uw voet... Mijn Lief, hoe zwol tot opperst-vol genot het schragen van dit laatste waarde-uur, gekerfd reeds en doordrenkt van scheidingspijn... Zullen wij klagen dan om zeldzaam lot van al wat, uitgepuurd door eigen vuur, verscheiden mag in stervensrijp festijn?... Vorige Volgende