Verzamelde gedichten(1943)–Blanka Gyselen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] [Gij grijze pijn, die altijd bij mij zijt] GIJ GRIJZE pijn, die altijd bij mij zijt, in al dees wekenreken niet geweken, - verbleekt, mijn vleesch, van uw gestreel bestreken verflard, mijn kracht, waar gij uw tanden bijt - is dit de strijd van scheiden, dien ik lijd? Zult gij de laatste schaamle waarden wreken tot al de vezels van dees vleesch bezweken, tot ook mijn oogen zijn den dood gewijd?... Waartoe dit vizioen van al mijn bloemen, de stoet van woorden, die mij zoeter noemen, de nadering van elk vervaagd gelaat?... Er is geen draad die mij bewaren kan, geen moedersmart, geen liefde van een man tenzij gij, pijn, mijn kwijnend lijf verlaat... Vorige Volgende