Verzamelde gedichten(1943)–Blanka Gyselen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 13] [p. 13] Bange nachten [pagina 15] [p. 15] [Nog hangt om hooge, grauwe gasthuismuren] NOG hangt om hooge, grauwe gasthuismuren van tijdeloozen dag het trage talmen... De avondklokken slaan hun zware galmen door schaarsch geluid van levensleêge uren... Reeds dooft de nieuwe nacht de laatste vuren in 't wijde weven van zijn watten walmen als wilde hij tot wonderlijk verkalmen het uitgebrande hart der moede lijders puren... Ik hoor een vreemde vrouw in smarten baren, haar wreedste schreeuw gevolgd van vol bedaren bij d'eerste kreten van het kinderleven... Waartoe mijn zeere leden teeder beven?... Ik heb nochtans van angsten-zwarte nachten geen moedersmart, geen weelde te verwachten... Vorige Volgende