gens de letter van de wet zou Juffrouw Seng gegeseld moeten worden, om daarna een jaar gevangenisstraf uit te zitten. Maar die straf zou de goede kern, die ongetwijfeld aanwezig is, grondig bederven en ze zou een verharde misdadigster worden die eindigt in de goot of op het schavot. We moeten een andere oplossing voor haar bedenken.’
De rechter schudde zijn hoofd en dronk nog eens van zijn thee. Tao Gan begon tekenen van ongeduld te vertonen, maar Rechter Tie merkte dat niet. Hij was diep in gedachten verzonken. Tenslotte kon Tao Gan het niet langer uithouden. Hij vroeg: ‘U wilde toch ook nog die Tsjang verhoren, Edelachtbare?’
De rechter keek op.
‘Tsjang? O ja, dat is die makker van Seng Kioe, nietwaar? Och, dat kun jij straks wel doen. Je hoeft hem alleen maar even te laten bevestigen wat Seng Kioe zei, vooral betreffende hun afscheiding van Liao de Bakker en hun weigering zich met de smokkelzaak in te laten. Stel dan maar meteen een akte van beschuldiging op tegen Seng en Tsjang, wegens landloperij en het lid zijn van een geheime broederschap.’
Rechter Tie streek zijn baard glad en vervolgde: ‘De zaak tegen Seng en Tsjang ligt erg eenvoudig. Ik zal die twee leeglopers veroordelen tot een jaar dwangarbeid bij ons leger aan de noordgrens. Als ze hun best doen en zich goed gedragen, worden ze daarna nog wel aangenomen als vrije soldaten. Wat Seng's zuster aangaat... Wacht eens even, ja, dat is natuurlijk de beste oplossing! Ik zal haar voor een jaar aan de heer Han Ye-sie toewijzen als horige dienstmeid. Meneer Han is een door en door degelijke, ouderwetse man, die zijn uitgebreide huishouding uitstekend bestiert. Als Juffrouw Seng daar een jaartje werkt, zal ze een geregeld leven leren waarderen en later een goede huisvrouw voor haar jonge schipper kunnen worden.’