Hoensbroek. De titel van het tijdschrift bevat niet alleen de initialen van de achternaam van beiden, voor wat de schrijver betreft verwijzen de hoofdletters Q en M tevens naar de kwaliteit van het vlees van de bekende slagersfamilie Van Melick in Hoensbroek. In het blad besprak hij het werk van verschillende Limburgse schrijvers en constateerde hij nieuwe ontwikkelingen, waarbij zijn plaatsgenoot Pé Hawinkels een ruime plaats innam met een compleet nummer aan hem gewijd. Met Quality Meat trok hij de aandacht van de cultuurredactie van Omroep Limburg, die hem vroeg recensent/columnist te worden voor het cultuurprogramma De Onderstroom, wat hij met een onderbreking van twee jaren deed van 1992 tot 2009.
In de jaren'90 was hij tevens verbonden aan Galerie Signe in Heerlen, waar hij onder meer in de bladen De Verloren Zaak en Signe-bericht over beeldende kunst en literatuur schreef. Verder initieerde hij en werkte hij mee aan de bundels: Als ik dan ga. Documentatie Jacques Kersten (1992) en Jon Erkens. Actor in de Mijnstreek 1946-1990. (1995). Hij bewerkte boeken als Stille dagen in Maastricht van Willem K. Coumans. Portret van een landschap. Gedichten 1953-1997 van Leo Herberghs (samen met Yolanda Bloemen en Wiel Kusters) en Dood is goed (2003) van Ger Bertolet en George Meijers. Met Schrijven als daad van liefde. Over het werk van Pé Hawinkels (1990) won hij een essaywedstrijd over de poëzie van Pé Hawinkels. De kroon op zijn werk betreffende Limburg is Maar er is meer... uit 1999, dat hij samen schreef met Hans op de Coul en Ine Sijben. Sinds 2008 is hij actief bij uitgeverij Huis Clos en organiseert hij literaire manifestaties onder de naam Bindels & Van Melick, zoals Dag van de Brief (2009) in Maastricht en Paul van Ostayen in Berlijn (Schunck* 2009). Daarnaast geeft hij lezingen over literaire onderwerpen.
WERKEN: Elias of het gevecht met de nachtegalen: kruispunt in een net van intertekstuele relaties? Deel 1. Onderzoek naar een structuralistische, semiotische en intertekstuele theorie en metbode als alternatief voor de in wetenschap en kritiek gangbare praktijk om de veronderstelde relaties tusssen ‘Elias of het gevecht met de nachtegalen’ van Maurice Gilliams, ‘Die Aufzeichnungen des Malte Laurids Brigge’ van Rainer Maria Rilke, ‘Le grand Meaulnes’ van Alain-Fournier en ‘Niels Lyhne’ van Jens Peter Jacobsen te beschrijven en te verklaren. (178 pp) Deel 2. Noten, bijlagen en bibliografie. (96 pp) (Amsterdam 1983). Schrijven als daad van liefde. Over het werk van Pé Hawinkels (1990); Frits van der Zander/Schilder (1995); Joseph Quaedackers' Koparchief (1997); Maar er is meer... Poëzie van Limburgs in de twintigste eeuw (1999, samen met Hans op de Coul en Ine Sijben); Uitgestelde vernieuwing. Henri Ritzen, schilder (2001); Werktitel: Piet Gerards, grafisch ontwerper (2003). Han Bennink. Cover art for ICP and other labels (2008).
FICTIE EN ANDERE PUBLICATIES: Nooit meerget gebeurd. In: n PLAT-eweg (1998); Blauw handdeuk. In: Mien koel (2000)