| |
| |
| |
Nop Maas
(* Hoensbroek 1 december 1949)
Nop Maas (voluit Norbert Maria Hubert Maas) heeft vooral bekendheid gekregen als literatuurhistoricus. Hij publiceert vooral over de letteren in de negentiende en twintigste eeuw. Na de lagere school in Hoensbroek studeerde hij even aan het kleinseminarie van de Montfortanen in Schimmert. Van Osch, de leraar Nederlands daar liet hem Elsschot en Multatuli lezen, waardoor hij grote belangstelling kreeg voor literatuur. Vervolgens ging hij naar het Sint-Janslyceum in Hoensbroek, waar hij les kreeg van de inspirerende classicus Ton Scheepers, die een paar maanden voor het eindexamen van Maas verongelukte. Verder zat zijn oudere broer in de middelbare schooltijd op de kweekschool in Heerlen, waar Harry Prick een bezielende leraar Nederlands was, zodat Maas indirect zo ook een leerling van Prick werd. Met zijn diploma gymnasium A vertrok hij in 1968 naar de universiteit van Nijmegen om daar Nederlandse taal- en letterkunde te gaan studeren. Zelf zegt hij hiervan: ‘Ik ben eigenlijk geïnteresseerd in de kleinere Multatuli's. Niet de bekende schrijvers uit de tweede helft van de negentiende eeuw, maar de auteurs die aan de rand zaten, die het niet echt gemaakt hebben, maar wel interessant zijn. Het zijn veelal de dwarsliggers, de querulanten. De verzameling van deze querulanten en waanzinnigen hoeft helemaal niet duur te zijn. Het gaat er gewoon om dat je een beetje leuk onderwerp voor je verzameling kiest. Zo heb ik liever een onbekende dichter uit 1860 dan werk van Beets. De onbekende dichter is al die jaren door de mazen van het net gevallen, die wil ik dan asiel verlenen. Daarnaast zag ik betrekkelijk snel in dat bepaalde negentiende-eeuwse naslagwerken ontzettend belangrijk waren. Je wilt immers kunnen reconstrueren wat er in die periode aan de hand was. Zo haal je uit het Woordenboek van het praktische leven - een titel waar ik gelijk verliefd op was - dingen waar je nooit van gedroomd zou hebben. Zwangere vrouwen mochten om gezondheidsredenen
bijvoorbeeld niet
| |
| |
onder bomen gaan zitten. Dat is zinnig om te weten als je in een ander boek een toespeling hierop leest. Ook verzamel ik veel tijdschriften uit de negentiende eeuw. De laatste tijd zijn dat vooral satirisch-humoristische tijdschriften. Zo krijg je heel veel inside information. Dat is een van de prachtige aspecten van het kranten- en tijdschriftwezen: het is het kloppende hart van een periode. Je krijgt zo veel meer informatie dan via een roman. Verzamelen is een beetje een ziekte. Ik heb veel meer boeken dan ik ooit kan lezen. Maar het feit datje ze in huis hebt, vermindert de urgentie daartoe. Daarbij is de verzameling tijdsbesparend: voor onderzoek hoef ik de deur niet uit. En verder blijft het een kwestie van platte hebzucht’.
Na zijn afstuderen in 1975 werd hij junior wetenschappelijk medewerker bij de sectie Nederlands van de Katholieke Universiteit van Nijmegen en daarna universitair docent negentiende-eeuwse letterkunde. In 1976 werd hij redactielid van het tijdschrift De Negentiende eeuw, waar hij 25 jaar aan verbonden bleef. Zijn eerste werk was: de Nederlandse Spectator. Schetsen uit het letterkundig leven van de tweede helft van de negentiende eeuw in 1986, gevolgd door studies als: Zonder omhaal van woorden. De criticus W.G. van Nouhuys (1987); Pennen in beweging: polemische fragmenten uit de tweede helft van de 19e eeuw (1988, samenst.) en zijn proefschrift: Marcellus Emants' opvattingen over kunst en leven in de periode 1869-1877 (1988). Nop Maas schreef een hele reeks publicaties waaronder boeken over strips, kranten en tijdschriften en schrijvers. Bij het vijftigjarige bestaan van het Letterkundig Museum in den Haag schreef hij het jubileumboek Werken voor de eeuwigheid (2004).
Aan het begin van de tachtiger jaren werd Nop Maas gevraagd voor de annotaties en tekstbezorging van de brievenboeken van Gerard Reve. Eerder had hij al laten zien dat dit zijn vakgebied was, want in 1992 nam hij tevens de Minnebrieven van Multatuli voor zijn rekening. Daarop volgde de correspondentie met Geert van Oorschot en Willem Frederik Hermans. Deze verscheen in twee delen n.l. in 2003: Hierbij de hele God in proef. Brieven aan Willem Frederik Hermans en in 2004: Je vriendschap is werkelijk onbetaalbaar. Brieven aan Geert van Oorschot.
In februari 2009 kwam Maas in het nieuws met betrekking tot De Sadist, een ‘pornografische novelle’, die plotseling opdook en toegeschreven werd aan Gerard Reve. Volgens Nop Maas is dit niet juist. Naar zijn mening bevat de tekst zinnen, die nooit van Reve afkomstig kunnen zijn.
| |
| |
Reve was iemand, die altijd uiterst precies formuleerde, terwijl deze tekst heel slordig is geschreven. Bovendien treedt in het verhaal Frits van Egters op, de hoofdpersoon van Reve's debuutroman De Avonden uit 1947 en is het onwaarschijnlijk dat hij Van Egters als hoofdpersoon van een nieuw verhaal zou opnemen. Nadat hij van het Nederlandse en Vlaamse Fonds voor de Letteren een biografiebeurs van ₡ 40.000,- had gekregen kon hij zich volledig geven aan de imposante driedelige biografie over Gerard Reve (1923-2006) een van de grootste Nederlandse schrijvers van de twintigste eeuw. Zijn leven lang was Gerard Reve een omstreden auteur, die geregeld in de publiciteit kwam wegens zijn non-conformistisch optreden en zijn provocerende uitspraken. Hij was een van de bepalende figuren in het culturele leven van de tweede helft van de twintigste eeuw. Op 30 oktober 2009, ruim 60 jaar na Reve's romandebuut en ruim driejaar na diens dood, verscheen het eerste deel: Gerard Reve - Kroniek van een schuldig leven. De vroege jaren (1923-1962). De delen 2 De rampjaren (1992-1975) en 3 De late jaren (1975-2006) zullen verschijnen in respectievelijk het voorjaar en najaar van 2010. In het eerste deel van de biografie werd een schat aan nieuwe informatie over Gerard Reve's veelbewogen leven voor het eerst openbaar: over zijn jeugdjaren; de oorlogsperiode; zijn huwelijk met de dichteres Hanny Michaelis; de worsteling met zijn homoseksualiteit, zijn communistische verleden en de godsdienst; de achtergronden en de vaak moeizame totstandkoming van zijn werk. De door Reve in omloop gebrachte mythes werden ontrafeld; de verwevenheid van leven en werk werd, voor zover mogelijk, vastgelegd. Mede dankzij de ruimhartige medewerking van Reve's laatste levenspartner Joop Schafthuizen, die Maas inzage gaf in het privé-archief van de schrijver en tevens toestemming verleende om ruimschoots te citeren
uit de vele, tot dusver onbekende, originele Reve-teksten waar Maas de hand op wist te leggen, moet Gerard Reve - Kroniek van een schuldig leven bij voorbaat worden beschouwd als hét standaardwerk over Reve's leven en werken.
WERKEN: De beste en andere gedichten uit de W. Anthon Faselprijs voor poëzie (november 1975 - december 1996 (1976); Uit het leven. Bloemlezing naturalistische verhalen rond 1885 (1977) m.m.v. M. Stapert-Eggen; Geestelijke lustwarande van P. van Os Jr. Een mystificatie uit de negentiende eeuw. (1980, inl. en toel.); Netscheriana (1983); De ontvangst van De Nieuwe Gids (1983); Bloomers (1983); Marcellus Emants. Aantekeningen (1985) m.m.v. Pierre H. Dubois. (Achter het Boek jrg. 20). Een bezoek bij graaf Leo Tolstoi en andere teksten (1985);
| |
| |
De Nederlandsche Spectator. Schetsen uit het letterkundige leven van de tweede helft van de negentiende eeuw (1986); Grote doden (1986); Multatuli aan de verkeerde kant (1987); Een pseudo-esthetische zeepbel. Nederlandse reacties op Oscar Wilde, deel I (1987); De Vaderlandreeks (1987); Nagloeiend vuurwerk. Nederlandse reacties op Oscar Wilde, deel II (1987); Pennen in beweging; Polemische fragmenten uit de tweede helft van de 19e eeuw (1988), Bulkboek over de tweede helft van de 19e eeuw; Marcellus Emants' opvattingen over kunst en leven in de periode 1869-1877 (dissertatie 1988); Couperiana (1988); De literaire wereld van Carel Vosmaer: een documentaire (1989); Een duivelsvent: Frederik van Eeden in caricatuur (1991); Hooge criticus: een portret van J.J. van santen Kolff 1848-1896 (1993); Vrouw, zie ook Hemel en hel: Humoristisch-satirische woordenboeken in Nederland in de 18e en 19e eeuw (1994), met Ewoud Sanders; Marcellus Emants. Voor mij blijft het leven een krankzinnigheid. Een portret in brieven (1995), geselecteerd en toegelicht; De verborgen wereld van Democriet (1995). Bijdrage in Bert Sliggers; Waar de blanke top der duinen... Lourens Janszoon Coster. Opkomst en ondergang van een uitvinder. In: NCF van Sas; Offeren aan Mercurius en Minerva. Nederlandsche Vereeniging van Antiquaren 1935-1995 (1995) samen met F.W. Kuyper; Altyt Waeck Saem. De drukker-uitgever A.W. Sijthoff 1829-1913 (1995); Rapport van het Project Nederlandse literaire brievencollecties en - edities 1800-1900. In: Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, Constantijn Huijgens Instituut voor tekstedities en intellectuele geschiedenis (1996) samen
met Jacqueline de Man; Waardevol oud papier: Een feestbundel bij het tienjarig bestaan van Bubb Kuyper Veilingen Boeken en Grafiek 1986-1996 (1996); Jan Linse: De eerste Nederlandse striptekenaar (1996); F.A. Hartsen, Nederlandsche toestanden (1996) inleidingen aantekeningen; J.J.A. Goeverneur, De Keesiade (1996) ingeleid en vertaald; Heine war ein Holländer (Stuttgart 1997) In: Joseph A. Kruse, Ich Narr des Glücks..; Marcellus Emants, Een nagelaten betekenis (1997) nawoord; De archeologie van het Nederlandse stripverhaal (1997); Een steen in goud gevat; twee eeuwen gedichten over Haarlem (1998) samen met Wim Vogel; Als een priester en zijn preekstoel. Multatuli en de Dageraad (1998) In: Peter Derkx: Voor menselijkheid of tegen godsdienst? Humanisme in Nederland 1850-1960; De Opregte Haarlemsche Courant in negentiende-eeuwse literatuur en karikatuur (1998); Kleine Bolsjewieken. De kleuterjaren van Karel en Gerard (van het) Reve (1999); Een hardnekkige zeepbel. Het naleven van Oscar Wilde in Nederland. In: Gay (2000);
Multatuli voor iedereen(maar niemand voor Multatuli) (2000); Het is niet mogelijk een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is. Brieven van Marcellus Emants aan Gonne Loman-van Uildriks (2000). Den Haag Letterkundig Museum; Dat boek is meer dan een boek, het is een mensch. Reacties op Max Havelaar in 1860 (2000); Verst verleden. Jeugdherinneringen door Hanny Michaelis verteld aan Nop Maas (2002); ‘Het blijkt dat een en ander meer tijd behoeft, dan aanvankelijk door mij gedacht werd’: een kroniek van het Hildebrand-monument in de Haarlemmerhout (2002); Werken voor de eeuwigheid (2004); Werken voor de eeuwigheid. Een geschiedenis van het Letterkundig Museum (2004); Seks!.... In de negentiende eeuw (2006); Een brief van Gerard Reve (2006); Hier rust een engel In: Het volle leven. Herinneringen aan Gerard Reve (2006); In memoriam Harry G.M. Prick (2006).
ANNOTATIES: Annotatie bij Multatuli, Minnebrieven.(Amsterdam 1992); Annotatie en tekstbezorging van brievenboeken van Gerard Reve: Brieven aan Wim B. (1983); Brieven aan Frans P. (1984); Brieven aan Geschoolde Arbeiders (1985); Brieven aan mijn Lijfarts (1991); Brieven van een Aardappeleter (1993); Annotatie en tekstbezorging van de volgende brievenbundels van Gerard Reve: Brieven aan Josine M. (1994); Brieven aan Matroos Vosch (1997); Met niks begonnen. Correspondentie met Willem Nijholt (1997); Gerard Reve en Geert van Oorschot, Briefwisseling 1951-1987. Uitgeverij G.A. van Oorschot (2005); Moedig
| |
| |
voorwaarts. Brieven aan Bert en Netty de Groot (2007); Willem Frederik Hermans en Gerard Reve, Verscheur deze brief! Ik vertel veel te veel. Een briefwisseling (2008), samen met Willem Otterspeer. Tekstbezorging eerste vijf delen Verzameld werk van Gerard Reve (1998-2001); Annotatie en tekstbezorging van; Geert van Oorschot, Hierbij de hele God in proef. Brieven aan Willem Frederik Hermans (2003); Willem Frederik Hermans, Je vriendschap is werkelijk onbetaalbaar. Brieven aan Geert van Oorschot (2004); Karel van het Reve, Verzameld werk (deel 1 en 2, 2008) samen met Lieneke Frerichs en Elma Drayer.
ANDERE PUBLICATIES: Nevel en wind. Enkele reacties op de Nieuwe Gids oktober 1885 - mei 1886. In: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde (Jb. MNL) 1984 (1984); Carel Vosmaers dodendans van 1870. In: NLM Jrg. 6 (1988);); Portretten van Thijm. In: Jb. MNL 1989 (1989);); Mengelingen, de mei-prijs van de Maatschappij. In: Jb. MNL, 1990 (1990). De Maatschappij en H. Marsman. In: NLM Jrg 8 (1990); Nop Maas, Johannes van Vloten en Carel Vosmaer, Mengelingen. De briefwisseling tussen Carel Vosmaer en Johannes van Vloten Deel I, In: Jb. MNL 1991 (1991) Deel II (1992); Oproep brieven 19e eeuwse letterkundigen. In: NLM. Jrg. 11 (1993); Vergeten leden C.G. Withuys. In: MNL Jrg. 11 (1993)); Nogmaals C.G. Withuys. In: MNL Jrg. 12 (1994); Vergeten leden A.J. ten Brink. In: Nieuw Letterkundig Magazijn. Jrg. 12 (1994); Schatgraven In: Dierbaar magazijn. De bibliotheek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde (1995); Leuren met Bakhuizen. In: NLM Jrg. 13 (1995);); 't Heir van menschenbeelden. De portrettenverzameling. In: Dierbaar magazijn. De bibliotheek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde (1995); 'n Zeer merkwaardige man. Antonius van der Linde en zijn contacten met Multatuli. In: Over Multatuli nr. 37 (1996) p. 29-59; Altyt Waek Saem. In: NLM Jrg..l4 (1996) Het brievenarchief van A.E. Sijthoff. In: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1996 (1996); Karel Alfons Petrus Reijnders, Heerlen 7 mei 1920 - Overasselt 28 juni 1997. In: Jb. MNL 1998 (1998); Documenten over de Nederlandsche Spectator. In: Jb. MNL 1997 (1997).
DIVERSE BIJDRAGEN AAN: ‘Lijst van bijdragen van Marcellus Emants in dag- en week- en maandbladen’ in Pierre H. Dubois: Marcellus Emants. Een schrijversleven (1980); Vorstenschool van Multatuli in R.L. Erenstein. Een theatergeschiedenis der Nederlanden (1996); Harry Prick-nummer van De Parelduiker (2007); Spelevaren. Van August von Platen tot Gerrit Komrij. Nijmegen (2007); Harry Prick als biograaf. In: Oude levens, nieuwe kwesties. Roermond (2007) p. 63-74; In memoriam Hanny Michaelis. Tirade 419 (2007); Samenstelling van Hanny Michaelis, Nagelaten gedichten (2007); Samenstelling van Hanny Michaelis, Zonder een spoor van vrede (2008); Levensbericht van Harry G.M. Prick. In: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde (2006-2007). Leiden 2008, p. 105-113; Vondelstraat 120 en ‘Messchaertstraat 1. In:Ko van Geemert, Amsterdam & zijn schrijvers. (2008); Jaarboek Haerlem, Trefwoord, Over Multatuli, Nieuw Letterkundig Magazijn, Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, De Boekenwereld, Spektator, De Weduwe Ida, Jaarboek van het Letterkundig Museum, Biografie Bulletin, Literatuur, Uitgelezen Boeken, Taalschrift, TS (tijdschrift voor tijdschriftstudies), Jaarboek van het Nederlands Genootschap van Bibliofielen, Kritisch Literatuur Lexikon, Tirade.
LITERATUUR: Hub Hubben: Strips. In De Volkskrant, 28 februari 1997; Kees Fens: De grootste bemoeial van onze literatuur. In: De Volkskrant 18 februari 2000;: Peter Winkels: Voorkeur voor dwarsliggers. In: Dagblad de Limburger, 24 maart 2000; Paul Depondt: Het kunstgebit van Jan Hanlo. In De Volkskrant, 10 december 2004; Marika Keblusek: Nop Maas. Werken voor de eeuwigheid. In NRC Handelsblad, 28 januari 2005; Aleid Truijens: Laat mij den scepter nu ook eens wippen. In: De Volkskrant, 17 februari 2006; Adri Gorissen: Limburgs Literatuur LEXICON, 258-259 (2007); Jos Bloemkolk: Reve nogmaals uit de kast.
| |
| |
In: Het Parool, 29 oktober 2009; Aijen Fortuin: Deel 1: Waar Reve zich uit de kast wringt. Biograaf Nop Maas weigert Gerard Reve in enkele woorden samen te vatten. In: nrc. next, 30 oktober 2009; Jaap Goedegebuure: Liefde is van hoger orde. Openhartige biografie bevestigt Reve's magische wereldbeeld. In: Trouw 31 oktober 2009: Adri Gorissen: Reve-biograaf Nop Maas dient lezer. Hoensbroekse schrijver komt met boek over de vroege jaren. In: Limburgs Dagblad, 13 november 2009.
|
|