Jacques Kersten
(* Hoensbroek 2 september 1947 - † Heerlen 30 april 1991)
Auteur van enkele boeken over Vlaamse auteurs, medeoprichter van het Letterkundig Centrum Limburg. Hij organiseerde literaire avonden en manifestaties. De Hoensbroekenaar Jacques Kersten bezocht in Hoensbroek de lagere school en de mulo. Vervolgens ging hij naar het Bisschoppelijk College in Sittard, waar hij in 1966 slaagde voor zijn hbs-a. Na even de kweekschool in Sittard bezocht te hebben ging hij in Groningen Franse taal- en letterkunde studeren, maar in de loop van het studiejaar stapte hij over naar de opleiding MO-Nederlands aan de Gemeentelijke Universiteit in Amsterdam. Nog voordat hij die afrondde met een scriptie over Rhijnvis Feith, had hij al in 1970 een aanstelling als leraar Nederlands gekregen bij het Bernardinuscollege in Heerlen. Zijn liefde voor taal en literatuur was bij hem gewekt op het Sittardse College. Hij wist dat op zijn beurt weer met enthousiasme over te dragen op zijn leerlingen. Hij schreef boekrecensies, interviewde auteurs, gaf lezingen en organiseerde literaire bijeenkomsten. Hiervoor nodigde hij vele schrijvers uit waaronder Hugo Raes, Hubert Lampo, Ward Ruyslinck en Jotie 't Hooft om in de Heerlense bibliotheek of in café Bijsmans hun werk te bespreken. Hij startte rond 1970 als een van de eersten een leesclub en samen met Paul Haimon was hij een van de oprichters van het Letterkundig Centrum Limburg. Zijn eerste boek schreef hij in samenwerking met J.G.M. Weck over de Vlaamse schrijver Hugo Raes in de serie: In contact met het werk van moderne schrijvers. Zijn stukken zijn verder terug te vinden in: Opzicht. Berichten vanuit leven in Limburg en tijdschriften als Yang, Argus, Diogenes en Septentrion, het Jaarboek Vlaamse literatuur en het Limburgs Dagblad. Vanaf 1984 leverde hij regelmatig bijdragen aan de Vlaamse krant De Standaard en in 1990 werd hij vaste medewerker van De boekenkrant. Zijn grote belangstelling lag bij Vlaamse en Limburgse
schrijvers.