Tact.
Tact is de niet nader te omschrijven eigenschap, die weinigen in U opmerken als gij haar bezit en waar iedereen over struikelt als gij haar mist. Tact is de gave, die iemand in staat stelt anderen moeilijke, pijnlijke of onaangenaam verrassende oogenblikken te besparen, gepaard gaande aan de welbewuste doelstelling deze opzet te verwezenlijken.
Tact laat zich niet omschrijven. Men kan er geen recept en geen voorschrift voor geven omdat tact onmiddellijk voortspruit uit een groot, warm menschlievend hart, dat de beste rem is voor hinderlijke nieuwsgierigheid, onhandige vragen, kwetsende opmerkingen en gedachtelooze wreedheid, waarmede men anderen kan wonden zonder het te willen.
Tact is niet iets, dat uitgaat van de hooger naar de lager geplaatste of van de oudere naar de jongere. Tact is vooropgezette welwillendheid van allen - jegens allen; geen passieve welwillendheid maar actieve, die zich daadwerkelijk uit in alle woorden en alle daden van hem of haar, die tact bezit.
Een gefortuneerde gastvrouw, die tegen een arme vriendin (die een uur loopt om haar te bezoeken omdat zij het tramgeld niet kan missen) zegt: .... het geld voor de tram zal ik je teruggeven als je komt hoor, die paar dubbeltjes beteekenen voor mij toch niets - zoo'n gastvrouw geeft blijk van een groot gebrek aan tact.
Had zij tact bezeten dan zou zij tegen de arme vriendin gezegd hebben: wat prettig voor je dat je zoo flink kunt wandelen, dat moet heerlijk zijn ... En bij het vertrek zegt zij: - nu heb ik je zoolang hier opgehouden dat je veel te laat thuis zult komen als je nog dat eind moet loopen. Het was zoo gezellig dat ik aan geen tijd gedacht heb. Nu moet je mij ook toestaan je op een trammetje (of taxi) terug te fuiven.
(Veelal prefereert een arme gast dat boven het thuisbrengen met