van tijd tot tijd hun ervaringen te laten vertellen wanneer de familie bijeen is en er dus vanzelf een gehoor is.
Geen kritiek is zoo gezond, zoo raak en doeltreffend (en wreed!) als de kritiek uit den huiselijken kring.
Zij, die vanaf een podium of spreekgestoelte in het openbaar moeten spreken - al zijn het slechts enkele woorden van dank - dienen te bedenken, dat rust, kalmte, duidelijke articulatie (uitspraak van de woorden) en eenvoud hen al een heel eind op weg helpen.
Dat zij, die niet gewend zijn te spreken datgene wat zij te zeggen hebben zoo simpel en duidelijk mogelijk zeggen, liefst in korte zinnen, waarmede men lang niet zoo spoedig ‘in den knoop raakt’ als met eindelooze langademige tirades, waarvan men het begin is vergeten wanneer men moeizaam aan het einde is gekomen.
Te zacht spreken is een algemeene fout van beginnelingen evenals te snel spreken. Zij, die een dronk willen instellen (toast) aan een feestmaaltijd kunnen vooral als er veel sprekers zijn en zij pas laat aan de beurt komen heel goed volstaan met te zeggen: Dames en heeren de oprechtheid van mijn gelukwenschen en de diepte van mijn gevoelens zijn omgekeerd evenredig aan de lengte van mijn speech. Ik stel voor een glas te ledigen op het welzijn van ... enz. (of iets dergelijks).
Zij, die werkelijk een redevoering of een toespraak willen houden, dienen deze nagenoeg volledig van buiten te kennen en den te spreken tekst zoolang hardop te repeteeren (voor de duidelijkheid, voor den duur, voor het gebaar, voor de articulatie, voor den inhoud, voor de stembuiging, enz.) dat deze als het groote moment is aangebroken als het ware ‘gesneden koek’ is, en zij van het papiertje zoo weinig mogelijk gebruik behoeven te maken.
Men bedenke, dat een speech nooit ‘voorgelezen’ mag klinken, doch uitgesproken dient te worden op den toon waarop men een gesprek pleegt te voeren.
Zij, die in het publiek spreken, dienen te zorgen voor een aangenaam stemtimbre, (toonhoogte) een beschaafde, zuivere uitspraak van de taal, voor een vloeiende woordstroom, die niet wordt onderbroken door een hulpeloos gestamel en voor een inhoud, die boeiend genoeg is om naar te luisteren.
De korte toespraak, die aan deze eischen beantwoordt, is verre