Hoe hoort het eigenlijk?
(1939)–Amy Groskamp-Ten Have– Auteursrecht onbekend
[pagina 216]
| |
Het kan voorkomen, dat wij met een opdringerig persoon niet wenschen om te gaan; het kan zijn, dat wij geen zin hebben in een uitnoodiging tot het bijwonen van een maaltijd of een kaartavond of wel wij gevoelen niets voor het zitting nemen in een bepaald comité, het schenken van een bijdrage voor een liefdadig doel of het ruilen van ons huis met kennissen in een andere stad gedurende de vacantie. In al deze gevallen zien wij ons voor de noodzakelijkheid geplaatst een aannemelijk excuus te vinden. In alle gevallen dienen wij anderen het kwetsende van een botte weigering te besparen. Al geven beide partijen zich wellicht terdege rekenschap van het feit, dat het motief van de weigering slechts als dekmantel dient voor de ware reden, toch dient de weigering van een op waarschijnlijkheid berustende aannemelijkheid te zijn, wil men aanspraak maken op goede vormen. Bij iedereen komt het voor, dat er dames en heeren aan de deur komen aanbellen, die den heer of de vrouw des huizes wenschen te spreken en weigeren te zeggen wat het doel van hun komst is. De eenvoudigste manier om aan deze hinderlijke bezoeken een einde te maken is, deze personen door de dienstbode te laten verzoeken te willen schrijven hetgeen zij blijkbaar niet kunnen zeggen, of niet willen zeggen. Gewoonlijk hoort men er dan niets meer van. Hinderlijk kwetsend en noodeloos hatelijk voor de bona fide reizigers, die toch niet voor hun pleizier langs de deuren loopen is het ‘niet noodig!’ roepen nog voor men gelegenheid gegeven heeft kenbaar te maken waarvoor men komt. Het is teleurstellend voor de menschen wanneer er niet gekocht wordt. Het getuigt van weinig beschaving hen daarenboven nog grievend te bejegenen. Zendt een groote linnenfabriek of een te goeder naam en faam bekend staande wijnzaak tevoren een bericht om U te verwittigen van de komst op dien en dien dag van een vertegenwoordiger, laat dan niet om den hoek van de deur ‘niet noodig’ zeggen, maar sta deze personen een oogenblik te woord, ook als gij niet kunt of wilt koopen. Deel rustig mede, dat gij van het aangebodene geen gebruik wenscht te maken omdat gij reeds voldoende voorzien zijt of omdat het U niet schikt extra kosten te maken of omdat gij een anderen vasten leverancier hebt, over wien gij tevreden zijt o.d. Ook al noteeren zij geen order toch is zoo een ontvangst met | |
[pagina 217]
| |
enkele vriendelijke woorden zooveel prettiger en aanmoedigender dan een botweg afschepen aan de deur. |
|