Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Hoe hoort het eigenlijk?

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1,54 MB)

ebook (3,06 MB)






Genre
non-fictie

Subgenre
non-fictie/lifestyle


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Hoe hoort het eigenlijk?

(1939)–Amy Groskamp-Ten Have

Vorige Volgende

Groeten.

In tegenstelling tot Engeland waar een heer dient af te wachten of een dame hem - door zelf het eerst te groeten - de gelegenheid biedt haar te groeten is het bij ons de gewoonte, dat de dame de afwachtende houding aanneemt en de heer het eerst groet.

Een heer groet door het afnemen van den hoed.

Het met den vinger tegen den rand tikken, het nauwelijks even oplichten van den hoed gelden als zeer onbeleefd.

[p. 137]

De man, die zijn wereld kent, ontbloot het hoofd en dekt zich niet eerder dan wanneer de dame voorbij is.

Bij het hoed afnemen wordt - indien het vrienden en bekenden geldt - een zeer lichte neiging met het hoofd gemaakt. Groet men een persoon, die rechts van den groetende voorbij komt, dan neemt deze laatste met de linkerhand de hoed af, groet men iemand die ter linkerzijde passeert, dan neme men met de rechterhand den hoed af, aldus het gelaat vrijlatend en het bovenlichaam in de gelegenheid stellen zich min of meer naar den te begroeten persoon te wenden.

In het voorbijgaan kan men groeten door knikken of neigen met het hoofd.

Knikken is familiaar terwijl buigen of neigen altijd eenigszins plechtstatig is.

Het gracieus neigen met het hoofd is een kunst, die de hedendaagsche vrouwen helaas vrijwel verleerd hebben.

Bij het begroeten van ondergeschikten (hotelportiers, obers, winkelchefs e.d. is knikken veelal misplaatst als zijnde te familiaar. Ook een neiging is hier misplaatst alszijnde voor de gelegenheid veel te plechtig. Men kan in zulk een geval volstaan, met de z.g. onpersoonlijke groet d.w.z. een vriendelijke lichte neiging zonder de te begroeten persoon aan te zien. Hierdoor wordt even de afstand geaccentueerd terwijl men niet zoo onbeleefd is uit gebrek aan goede vormen maar net te doen of men den persoon in kwestie heelemaal niet ziet, hetgeen zeer kwetsend is en helaas vaak voorkomt.

Wanneer een heer, die handschoenen draagt een dame begroet, trekt hij de rechterhandschoen uit alvorens de dame de hand te reiken.

Dames doen dit niet.

(Voor handen geven zie letter H.)

De étiquette eischt, dat men iemand aan wien men niet is voorgesteld ook niet groet.

Natuurlijk zijn er omstandigheden, dat men aan dit voorschrift niet strikt de hand kan houden.

Jongere personen groeten ouderen het eerst op straat.

Lager geplaatsten groeten hun chefs, werkgevers e.a. hooger geplaatsten het eerst. (Dit geldt ook voor vrouwelijke kantoor- en fabriekspersoneel e.d.).

Alleen loopende heeren groeten heeren, die een dame begeleiden

[p. 138]

het eerst (hoffelijke chefs en werkgevers zullen hunne ondergeschikten, die met een dame loopen, veelal het eerst groeten). Ontmoet men een heer in gezelschap van een dame, waarvan men vermoedt dat zij in een illegale verhouding staat tot genoemden heer, dan groet men niet. Men doet of men hen niet ziet en niet kent.

Leveranciers groeten hunne klanten niet het eerst, wanneer zij hen buiten den winkel, in theater, of concertzaal tegenkomen, doch wachten af of de klant groet.

Wanneer van een echtpaar de man op straat herhaaldelijk gegroet wordt door personen, die zijn vrouw niet kent, dan kan zij volstaan met de onpersoonlijke groet (Zie boven).

Iedere man, die groet neme alvorens den hoed te lichten, sigaar, sigaret of pijp uit den mond, daar het als buitengewoon onbeleefd geldt te groeten met een sigaar in den mond.

Officieren, die den groet brengen laten indien gewapend, de hand niet op het gevest van den sabel rusten, doch houden de sabelschede vast.

Officieren in uniform zonder hoofdbedekking groeten door middel van een lichte buiging.

Wanneer een officier met de rechterhand salueert indien te paard gezeten, neme hij eerst rijzweep of karwats in de linkerhand.

Groeten door met zijzweep of karwats tegen het hoofddeksel te tikken, is in strijd met de goede vormen. Dit geldt ook voor burgers te paard. Ook wandelstok of parapluie worden nimmer gebruikt om hiermede ten teeken van groet tegen den hoed of pet te tikken.

Personen in burgerkleeding, die van de bok rijden groeten door de zweep rechtstandig of in schuins linksche richting voor het gelaat te brengen of door met de rechterhand den hoed af te nemen waarbij de linkerhand de zweep vast houdt. (Koetsiers nemen nooit den hoed af en groeten alleen met de zweep).

Het door personen in burgerkleeding brengen van den militairen groet in plaats van het afnemen van den hoed geldt als zeer onbeleefd. Slechts bij uitzondering wanneer de groetende persoon een (Alpino) pet of wollen ijsmuts draagt is dit toelaatbaar.


Vorige Volgende