Hoe hoort het eigenlijk?
(1939)–Amy Groskamp-Ten Have– Auteursrecht onbekend
[pagina 139]
| |
wel genoodzaakt is alles haastig te doen is een weinig steekhoudend argument en een povere verontschuldiging voor een onverzorgd uiterlijk, een leege conversatie en slechte manieren. Een haastige groet, een gesprek waarbij men duidelijk merkt, dat de andere persoon popelt om weg te komen, haastiglijk afgewerkte bezoeken, introducties, inlichtingen, e.d. zijn allen evenzoovele onbeleefdheden, daar zij ten duidelijkste te kennen geven dat men den tijd, besteed aan een bepaald iemand of iets eigenlijk liever aan iets anders zou geven. De jeugdige huisvrouw zonder personeel, bij wie de vrouw van den chef van haar man een langdurig bezoek brengt, mag door niets laten blijken, dat zij op spelden zit omdat zij allang aan het toebereiden van den avondmaaltijd had moeten beginnen. De vormelijke oude heer, wiens lunch bezoek er met theetijd nog zit zal door niets laten blijken hoe ontriefd hij is door het gemis van zijn middagdutje. Beleefdheid is bijna zonder uitzondering een milde vorm van zelfopoffering (en als zoodanig zeer heilzaam!) De onverbloemde zelfzucht van de tegenwoordige generatie zal aan het uitsterven der beleefdheid en hoffelijkheid vermoedelijk niet geheel vreemd zijn. Natuurlijk is er niets tegen, dat men met dringende bezigheden (het verzorgen van een zieke, het voeden van een zuigeling, het halen van een bepaalden trein of de noodzaak van aanwezig te zijn op een vergadering e.d.) kennis geeft van de onmogelijkheid van langer toeven, maar dit ter kennis brengen moet niet op een zenuwachtige jachterige wijze geschieden doch in alle rust, wel overwogen en kalm-beleefd (zelfbeheersching!) De gastvrouw, die door haar jachten en onrust den gasten het gevoel geeft onwelkome indringers te zijn, zondigt tegen alle wetten der étiquette. Zij, die ademloos een tien-minuten-bezoek brengen omdat zij-het-zoo-vreeselijk-druk-hebben zijn niet interessant of beklagenswaardig doch alleen maar onbeleefd. De dokter met de groote practijk, die kortaf en staande zijn bezoek even afdoet, kan nimmer een heilzame en rustgevende invloed uitoefenen op zijn patienten. Zij, die gesteld zijn op wellevendheid en goede vormen zullen hun tijd en hunne bezigheden zoodanig weten in te richten, dat zij dat- | |
[pagina 140]
| |
gene waar zij mee bezig zijn onverschillig wat het is, in alle rust en kalmte kunnen volbrengen. Hoe gehaast en popelend en voortgedreven zij zich innerlijk ook mogen gevoelen, de étiquette eischt, dat zij hiervan uiterlijk niets laten blijken. Het voorbeeld van weloverlegde zelfbeheersching door ouderen gegeven zal voorzeker niet nalaten een gunstige uitwerking te hebben op de jeugd, die niet vroeg genoeg kan leeren, dat goede manieren slechts waarde hebben wanneer zij uit goede karakter eigenschappen voortspruiten. |
|