Hoe hoort het eigenlijk?
(1939)–Amy Groskamp-Ten Have– Auteursrecht onbekend
[pagina 113]
| |
Wanneer wij gasten ontvangen doet zich echter de behoefte aan een garderobe wel eens gevoelen. Meer in het bijzonder wanneer men vele gasten krijgt bij een diner, een avondpartijtje, een bowlavond, een groote vergadering van leden van een tennis- of andere club enz. enz. Een spreekkamertje en als dat er niet is een inham in de gang kan hiervoor ook best dienst doen en anders het fonteintje in de gang dat er meestal wel is en waarboven meestentijds wel een spiegel en lichtpunt zijn. Men zorge ervoor dat er een houten of glazen plank boven wordt aangebracht en anders zette men er een klein tafeltje, met een sierhanddoek of met een servet gedekt, naast. (Hierop legge men (haarborstel), kleerschuier, (nagelvijl, kam, haarspelden), ponyspeldjes, poeder, speldenkussen met veiligheidspelden in verschillende maten en enkele naalden voorzien van resp. witte, zwarte, donker beige en rose zijde voor snelle reparaties aan kousen, japonnen e.d., voorts een handspiegel, ook een schoenhoorn vergete men niet). Heeft men een apart kamertje beschikbaar dan wordt door de vrouwelijke gasten meestal een grooten spiegel en anders een kleinen spiegel op ooghoogte en een dito spiegel op den grond tegen den muur geplaatst (om rokzoom, kousen en schoenen te inspecteeren) zeer op prijs gesteld. Bevindt zich een gedienstige in de garderobe, dan geve men bij weggaan na diner, lunch of souper aan haar de fool. Betreft het een receptie of middagbezoek (thee, lezing, vergadering e.d.) danwordt geen fooi gegeven in een particulier huis. In café of restaurant kan men met een dubbeltje volstaan. (Zie letter F: Fooien). In een restaurant, hotel, bioscoop of ander openbare gelegenheid vrage men niet: waar is hier de W.C.? of waar is het toilet? doch: waar is de garderobe? |
|