Bij verhoogde consumptie prijzen, die feitelijk verkapte entréprijzen zijn, geve men altijd iets meer fooi.
Wanneer men bijv. voor ƒ 1.25 of ƒ 1.- een thé-complet geserveerd krijgt, benevens een geheele moderevue van de nieuwste modellen, dan geve men niet een dubbeltje maar een kwartje of 30 cent fooi.
(2 personen 50 cent, 3 personen 60 cent, 4 personen 75 cent.
Voor opendoen van rijtuig of autoportier wordt bij vertrek (niet bij aankomst) meestal een dubbeltje gegeven.
Koopt men in een hotel bij den portier postzegels, briefkaarten e.d. dan wordt bij de contante afrekening meestal een fooitje gegeven. (ongev. 10%).
Voor het bewijzen van kleine diensten geeft men eveneens een fooi (een chasseur, die een doosje sigaretten haalt of een krant, een liftjongen, die een in de lift achtergelaten sjaal of parapluie nadraagt, een garderobe-juffrouw, die hulp verleent bij een gescheurde japon, een verloren schoenknoop e.d.).
Voor een vestiaire rekent men een dubbeltje per persoon.
Doch hier zoowel als bij andere voorkomende gelegenheden, ga men met eigen gevoel en gezond verstand te rade: een heer bijv., die een dame begeleidt welke laatste behalve mantel, hoed en sjaal ook nog een mof, een wollen vest, overschoenen, parapluie en een paar pakjes bij zich heeft zal allicht drie inplaats van twéé dubbeltjes geven.
Voor hen, die de fooi in ontvangst nemen en er vaak op gehuurd zijn, is de grootte van het bedrag een belangrijk iets. Men geve daarom nooit gedachteloos een fooi, doch overlegge met zichzelf wat de gelegenheid vereischt.
Bij de 10% van de hotelrekening is meestal niet inbegrepen de portier, de ober en de knecht voor de bagage, evenmin als de chauffeur van de hotel-omnibus.
De man van de wereld, die met een of meer dames uitgaat zorgt er steeds voor voldoende dubbeltjes en kwartjes op zak te hebben, meestal los in het vestzakje, teneinde zonder zoeken of scharrelen in beurs of zakken, zoo snel en onopvallend mogelijk de gedienstige geesten iets in de hand te kunnen drukken, want het geven van fooien dient zoo ongemerkt mogelijk te geschieden.
Het natellen van den inhoud van de beurs, het zoeken in alle zakken enz. is vanzelfsprekend niet zeer bevorderlijk voor het vlug en onopvallend afdoen van deze verplichting.