Dame.
Met het woord dame pleegt men een vrouw aan te duiden van een zekere beschaving, rang en stand.
De eischen waaraan men heeft te voldoen wil men zich aan deze benaming waardig maken zijn: beschaving, zelfbeheersching, onopvallendheid en vriendelijke hulpvaardigheid.
Een werkelijke dame spreekt nooit luid in het publiek, noch trekt zij de aandacht door opzichtige kleeding, overdreven opschik, of gebrek aan zelfbeheersching.
Nimmer zal zij dringen om ergens vooraan te komen, noch op hoogen toon haar bevelen te geven. Een dame is niet een als dame gekleed persoon, doch een vrouw met tact en goede manieren onder alle omstandigheden, die ook in oude en versleten kleeren steeds het stempel draagt van de innerlijke beschaving, die haar deel is. Een dame zal overdrijving in alle dingen weten te vermijden. Een dame is steeds pijnlijk netjes op kleeding en uiterlijk. Zij toont noch vlekken, noch scheuren noch zwarte nagels of een onverzorgd kapsel. Zij zorgt voor reinheid, soberheid, een welverzorgde uitspraak, een beschaafd stemgeluid en een goede houding.
Helaas heerscht heden ten dage veelal de meening, dat het tekort schieten in deze eischen met succes bedekt kan worden door opzichtige kleeding, goedkoope parfum en sterk gekrulde haren. Tenslotte nog iets over het woord dame.
Er is niets tegen om een groep vrouwen aan te spreken met: Dames.
Het strijdt echter tegen de étiquette om een vrouw aan te spreken met ‘dame’, onverschillig van welken leeftijd rang of stand zij is. (Zie hiervoor letter A: (Aanspreken).