| |
Bruidsdagen en bruiloft.
De bruidsdagen beginnen op den dag van ondertrouw.
Het jonge paar gaat voor den ondertrouw alleen, zonder ouders en getuigen te voet of per auto naar het stadhuis.
Feestelijke kleedij is hiervoor niet noodig.
De dag van ondertrouw behoort aan het jonge paar tot een bepaald afgesproken uur hetgeen zijn oorzaak hierin vindt, dat de huisgenooten rustig aan de versiering van kamer en event. trappenhuis kunnen werken.
Komt het jonge paar voor het eerst de deur van de ouderlijke woning der bruid binnen als bruid en bruidegom, dan moeten eventueele versieringen gereed zijn en reeds gezonden bloemenmanden en vazen gerangschikt, terwijl de familie tezamen met de gasten, die meestal voor dien avond voor een diner zijn gevraagd, het bruidspaar opwacht. Dit diner wordt gegeven door de ouders der bruid. Na thuiskomst steekt het jonge paar zich in avondtoilet alvorens voor de eerste maal als bruidspaar in den familiekring te treden.
Het diner, dat op den avond van den receptiedag wordt gegeven komt voor rekening van de ouders van den bruidegom, terwijl het déjeuner dinatoire op den trouwdag weer voor rekening van de ouders der bruid is.
Natuurlijk kan men onderling ieder andere schikking treffen, die onder bepaalde omstandigheden gewenscht is.
Het is de gewoonte, dat familieleden of goede vrienden van de ouders van het bruidspaar in de bruidsdagen feestelijkheden arrangeeren. Deze feestelijkheden kunnen bestaan uit een dinertje, een dansavond, een instuif of des zomers een boottocht of een picnic, een rijtoer, een tuinfeest, een theatervoorstelling al of niet voorafgegaan door een diner, dat zoowel thuis als in een restau- | |
| |
rant gegeven kan worden. Hoe pleizierig deze feestelijkheden ter hunne eere ook voor een bruidspaar zijn, toch zijn al te drukke en roezemoezige bruidsdagen af te keuren.
Zij geven slechts aanleiding tot prikkelbaarheid door oververmoeidheid en verhinderen de jongemenschen zich rustig voor te bereiden op het nieuwe leven, dat hun wacht.
(Bij deze feestelijkheden wordt door de bruid niet de trouwjapon gedragen).
Er behoeft nauwelijks op gewezen te worden, dat een ernstige ingetogen houding van het bruidspaar van meer beschaving en opvoeding blijk geeft dan uitbundigheid en/of uitgelatenheid, die al heel slecht bij den ernst van de te ondernemen stap passen. Dit geldt eveneens voor den dag van ondertrouw en voor de receptie. Bij een bruidsdiner heeft het bruidspaar de eereplaats in het midden van de lengte zijde van de tafel met daartegenover de ouders, die ook wel wederzijds er naast geplaatst worden (zie letter T: Tafel dekken en dienen).
Ook wordt vaak een kleine tafel dwars tegen het smalle einde van de eettafel gezet. Aan deze kleine tafel neemt het bruidspaar met de wederzijdsche ouders plaats.
De trouwreceptie vindt plaats op den Zaterdag voorafgaand aan den trouwdag (vroeger was dit de Zondag tevoren).
De bruid draagt haar trouwjapon zonder sluier en geen bloemen in de hand.
De wederzijdsche ouders geven per circulaire kennis van het voorgenomen huwelijk hunner kinderen (Zie letter A.: Aankondigingen). Deze circulaires worden op een dubbel vel papier gedrukt, bij voorkeur met steendruk, hetgeen een beteren indruk maakt dan een kaart. Geven de jongelui zelf kennis dan kan een kaart worden gebruikt. Hoe soberder deze aankondigingen zijn hoe beter.
Afwijking van den geijkten vorm zoowel wat uiterlijk als inhoud der circulaire betreft, getuigt in deze niet van goeden smaak.
De bruid kan van twee tot acht bruidsmeisjes kiezen. Een grooter aantal wordt zelden gezien. De bruidsmeisjes vormen een even aantal en zijn bijna altijd ongetrouwde jongedames - zusters van het bruidspaar komen het eerst in aanmerking, vervolgens nichtjes in den eersten graad en daarna de beste vriendinnen. De laatste gaan voor wanneer de keuze gaat tusschen een nicht in tweeden of derden graad en de vriendin, die vaak langjarige huis- | |
| |
genoote of studiegenoote is geweest. Soms wordt behalve het even aantal bruidsmeisjes nog een eeredame gekozen welke functie ook door een getrouwde dame kan worden waargenomen. Deze eeredame is afwijkend gekleed van den tooi der andere bruidsmeisjes (zie letter K: Kleeding).
Als bruidsjonkers treden op broers, neven of vrienden van den bruidegom.
Het is niet noodzakelijk, dat de bruidsjonker tevens getuige zij, vooral waar tegenwoordig beiderzijds met één meerderjarige getuige kan worden volstaan en hiervoor meestal de vader, een oom of oudere vriend der familie wordt gekozen, ook wel een vrouwelijk familielid. (Tegenwoordig mogen ook vrouwen als getuigen bij huwelijk fungeeren).
Het verdient aanbeveling bij de keuze van bruidsmeisjes en jonkers deze zoodanig te kiezen, dat men tevoren verzekerd is van een prettige onderlinge verstandhouding.
De taak van de bruidsmeisjes bestaat behalve in het dragen van sleep en sluier en het vasthouden van bouquet en kerkboek in de kerk, tevens in het hulp verleenen in de bruidsdagen bij: rangschikken van de geschenken, maken van lijsten van de namen der gevers en van diegenen die kaartjes, brieven of telegrammen zonden, bij het doen van inkoopen, het inrichten van de nieuwe woning, (kasten, uitpakken van het uitzet, wasschen van kristal en servies, enz. enz.) En voorts bij al de duizend en één beslommeringen, die een bruid heeft in de bruidsdagen.
De bruidsmeisjes zorgen op den trouwdag, dat de valiezen, die mee op reis moeten ook werkelijk mee komen. Zij helpen zoonoodig het bruidje aan- en verkleeden. De taak van de bruidsjonkers is er voor te zorgen, dat de bruidegom de bruidsbouquet tijdig bestelt, dat hij niet vergeet de fooien voor kerk en stadhuis bij zich te steken, dat hij - indien de trouwring niet reeds als verlovingsring heeft dienst gedaan, zooals tegenwoordig ter besparing veelal de gewoonte is - deze bij zich steekt alvorens van huis te gaan, dat de bruidegom voor een passende bedankspeech zorgt aan het trouwdéjeuner en ten slotte, dat hij bij verkleeden en weggaan niet vergeet geld, portefeuille, koffersleutels en reisbiljetten bij zich te steken evenals de beide passen.
Voor hunne diensten ontvangen de bruidsmeisjes en bruidsjonkers van het bruidspaar een geschenk, dat door den bruidegom wordt
| |
| |
bekostigd. Alle bruidsmeisjes krijgen hetzelfde, evenals de bruidsjonkers.
Getuigen, die geen bruidsjonker zijn ontvangen geen geschenk. Deze geschenken kunnen bestaan uit: Een sigarettenkoker of een paar manchetknoopen, een beursje, een poederdoos of een klein sigarettenkokertje voor de dames. Is het geld geen bezwaar, dan worden deze geschenken van goud of zilver gekozen, noodig is dit echter niet, ook in het fantasie genre vindt men een ruime keuze. De japonnen, schoentjes en hoofdbedekking der bruidsmeisjes worden gekozen door de bruid veelal in overleg met de bruidsmeisjes. De bruid kan echter ook hare keuze bepalen zonder de bruidsmeisjes te raadplegen. Meestal wordt de stof en vaak ook het heele toilet met toebehooren door de moeder van de bruid geschonken, daar de kosten hieraan verbonden voor menig meisje een beletsel zouden vormen een invitatie om als bruidsmeisje te fungeeren aan te nemen.
Dikwijls wordt het bruidspaar vooraf gegaan door twee kleuters onder de zes jaar, een jongetje en een meisje (kinderen van een zuster, broer of nicht) die uit een mandje dat hun aan den arm hangt kleine bloempjes strooien op het pad van het bruidspaar. Deze kindertjes worden meestal in de lange kleeren gestoken (Zie letter K: Kleeding).
De bruidsmeisjes ontvangen haar bouquet van den bruidegom. Een stijlbouquetje (stijf Biedermeyer bouquetje in papieren kantmanchet) wordt ongedwongen en losjes midden voor zich uit gedragen in de rechterhand door het bruidsmeisje dat rechts achter de bruid loopt, in de linkerhand door het bruidsmeisje dat ter linkerzijde loopt. Een bos losse bloemen lelies, rozen e.d. wordt in den arm gedragen en wel in den buitensten arm gaande in den stoet.
De bruidegom verschijnt op den trouwdag ten huize van zijn bruid met de bruidsbouquet in de hand en overhandigt die zelf.
Velen laten echter de bruidsbouquet door den bloemist zenden. Trouwt de bruid in het wit dan is de bruidsbouquet natuurlijk ook wit.
Trouwt de bruid in een gekleurde japon, dan zal de bruidegom verstandig doen met een staaltje van de japon naar den bloemist te gaan.
Dit geldt ook voor een witte japon, want er zijn zooveel soorten in tinten wit en te witte (blauw witte) bloemen staan heel leelijk
| |
| |
bij een crême-witte japon terwijl ook omgekeerd geel-witte bloemen niet kleuren bij een sneeuw-witte japon.
Wanneer na het trouwen het bruidspaar zich wil laten fotografeeren bij een fotograaf, dan gaan alleen de bruidsmeisjes mede. De overige gasten gaan naar het huis of naar het restaurant waar het trouwdéjeuner zal plaats vinden. Veelal wordt echter de fotograaf ten huize van de bruid ontboden en worden de opnamen gemaakt alvorens de stoet het huis verlaat.
Voor het huwelijk gesloten is, is de plaats van de bruid aan de rechterzijde van den bruidegom; zoodra echter het paar in den echt is vereenigd, is de plaats van de jonge vrouw links van haar man. Dit geldt voor receptie, bruidsdiners, gang naar en van stadhuis en kerk enz.
De auto of het rijtuig met de bruidsmeisjes rijdt in den stoet voor de trouwkoets, zoodat aan de bruid bij uitstappen dadelijk de behulpzame hand kan worden geboden.
Wat het opstellen van den stoet betreft: dadelijk achter het bruidspaar loopen de bruidsmeisjes, daar achter de bruidsjonkers, vervolgens de vader van de bruid met de moeder van den bruidegom, gevolgd door de vader van den bruidegom met de moeder van de bruid, en daarachter de familie naar rang en ancienniteit.
Teneinde noodeloos geschuifel in de kerk te vermijden wordt vaak voor elk paar een klein diagram van de plaatsen gemaakt waarop met twee roode kruisjes hun plaatsen staan aangegeven, terwijl bovenaan links in den hoek van het kaartje de namen van het paar geschreven staan. Zoo weet ieder onmiddellijk waar zijn plaats is.
Sommige dominé's laten, staande onder den kansel, het bruidspaar gevolgd door den stoet onder het spelen van toepasselijke orgelmuziek binnenkomen, weer anderen laten de familie eerst plaats nemen en komen als ieder gezeten is met het bruidspaar binnen. De dominé voorop, het gearmde bruidspaar achter hem gevolgd door de bruidsmeisjes en jonkers. Men verzuime niet dit alles tevoren duidelijk af te spreken.
Na de inzegening begeeft het jonge paar zich met de familie naar de consistoriekamer, waar gelegenheid is tot gelukwenschen. Tegenwoordig wordt - in afwijking met vroeger - ook wel receptie gehouden op den trouwdag in het restaurant waar het trouwdéjeuner plaats heeft.
| |
| |
Wie om de een of andere reden geen trouwdéjeuner wil of kan geven, kan volstaan met een loopend déjeuner, een min of meer uitgebreid koud buffet, waar de gasten zich zelf helpen aan sandwiches, broodjes, sla'tjes, pasteitjes, taart enz.
(De bruid hoort zelf de bruidstaart aan te snijden).
Hierbij wordt wijn, vruchtensap, bouillon en koffie geserveerd. De handige huisvrouw speelt dit zonder personeel klaar voor weinig kosten (Zie letter D: Diners).
Voor het trouwdéjeuner afgeloopen is, verdwijnt het bruidspaar. De bruidsmeisjes helpen de bruid met het verkleeden, de beste vriend van den bruidegom gaat met hem mee en zorgt, dat hij niets vergeet.
Hoewel volgens de étiquette het vertrek van het bruidspaar onbemerkt moet geschieden en de maaltijd ongestoord voortgang moet vinden, gaan in de praktijk meestal alle gasten mee naar buiten en laten zich niet onbetuigd in het nawuiven en het werpen met rijst en oude schoenen, die naar het heet, geluk brengen.
Na het vertrek van het bruidspaar worden de leege stoelen weggeschoven en het déjeuner beëindigd. Niet zelden ondernemen de jongelui van het gezelschap als passend einde van den feestdag een gezamenlijke autotocht naar een naburige stad, waar men gaat dansen.
Wanneer een weduwe of gescheiden vrouw hertrouwt, vervalt de witte bruidstooi, de oranjebloesem en meestal ook de receptie. Een tweede huwelijk gaat meestentijds heel wat soberder en kalmer in zijn werk. Cadeaux worden alleen door allernaaste verwanten en intieme kennissen gegeven, terwijl veelal bloemen ter verwelkoming gezonden worden na terugkomst van de huwelijksreis in de nieuwe woning.
| |
Koperen-, Zilveren- en Gouden Bruiloft.
De herdenkingsdagen van den bruiloftsdag worden genoemd: tinnen bruiloft (6¼ jaar), koperen bruiloft (12½ jaar), zilveren bruiloft (25 jaar), gouden bruiloft (50 jaar) en diamanten bruiloft (60 jaar).
Al zal de tinnen bruiloft meestal niet geheel onopgemerkt voorbijgaan, toch is de koperen bruiloft gewoonlijk de eerste herdenkingsdag, die echt gevierd wordt.
Evenals bij een echte bruiloft beginnen de bruidsdagen 14 dagen tevoren. Bij een bruidspaar, dat in twee verschillende gemeenten
| |
| |
woont, vindt de ondertrouw en dientengevolge de bruidsdagen plaats drie weken en niet 14 dagen voor den trouwdag. Bij de evt. herdenkingsdagen wordt hiermede evenwel geen rekening gehouden. Evenals bij een eerste bruiloft worden bij een koperen, zilveren e.d. bruiloft geschenken en bloemen gestuurd in de bruidsdagen. Men kan indien men er een echt feest van wil maken ook een receptie houden op den Zaterdag of Zondag vóór den eigenlijken trouwdag en op dezen dag zelf een diner of feest geven.
Sommigen onttrekken zich aan alle feestbetoon door tezamen een paar dagen op reis te gaan. Weer anderen volstaan met een familiediner. Wie veel kennissen en vrienden en een groote familie heeft, kan als de middelen het toelaten een feestje geven voor de naaste familie en een diner of avondreceptie voor vrienden en kennissen. De meesten volstaan met een genoeglijke eetpartij tezamen met kinderen en behuwdkinderen. Wordt geen aankondiging gedaan dan kan men bloemen of een geschenk zenden en vragen of het bruidspaar ontvangt. Behoort men tot de intiemere vrienden dan weet men dit meestal wel.
Zij, die prijs stellen op het naleven der étiquette, maken noch zelf, noch door middel der kinderen koperen-, zilveren-, goudenof diamanten bruiloft per advertentie bekend in de dagbladen.
Aan het beweerde gebruik, dat een koperen-, zilveren-, goudenof diamanten echtpaar slechts geschenken zou krijgen respectievelijk van koper, zilver, goud of diamant, wordt uiteraard de hand niet gehouden.
Precies als bij een gewone bruiloft kan men alle geschenken geven. Toepasselijk is het natuurlijk om aan een zilveren bruid iets van zilver te geven en aan een gouden bruid iets van goud enz. maar noodig is het volstrekt niet.
Ook een klein eenvoudig geschenkje, een boek, een plaat, een handwerk e.d. zijn hier volkomen op hun plaats.
Aardig, maar lang niet altijd mogelijk is het, wanneer bij de receptie van een koperen-, zilveren- of gouden echtpaar, de bruidsmeisjes en -jonkers van den eersten bruiloftsdag aanwezig kunnen zijn.
Indien er kinderen zijn krijgen niet alleen de ouders op een 12½-of 25-jarige huwelijks herdenkingsdag een geschenk, doch ook zij geven een cadeau aan hun kinderen.
Aard en grootte hiervan zijn afhankelijk van den persoonlijken welstand.
| |
| |
| |
Ceremonieel bij de Israëlitische Bruiloft.
Het ritueel ceremonieel van een Joodsche bruiloft vormt voor een Israëlitisch bruidspaar de verbintenis volgens het Joodsche recht. Als staatsburgers vallen zij onder de staatswetten i.c. den burgerlijken stand, maar als geloovige Joden zijn zij eerst dan gehuwd, wanneer zij volgens het Joodsche Recht in den echt zijn verbonden.
Volgens het Joodsche Recht zijn er drie rechtsmiddelen welke tezamen een huwelijk tot stand brengen. De overdracht van iets dat eenige waarde heeft, de trouwacte en de samenleving.
De plechtigheid geeft eerst het tot stand komen van de verloving te zien, na een korte pauze gevolgd door het sluiten van het huwelijk. Het eerste deel komt tot stand door het teekenen van de trouwacte en de overdracht, terwijl het symbolisch voorstellen van het onder één dak samenwonen de huwelijksverbintenis vormt.
Al deze symbolische handelingen geschieden ten overstaan van de Overheid, d.w.z. functionarissen en beambten van de Joodsche gemeente.
Het is niet noodzakelijk, dat het Israëlitische huwelijk in de Synagoge wordt gesloten, daar de rechtshandelingen het kerkelijk karakter ontberen; iedere andere plaats mits niet in strijd met de plechtigheid is goed.
Voor een Joodsch huwelijk is de aanwezigheid vereischt van minstens tien Joodsch meerderjarige manspersonen (Minjan).
Voor de eigenlijke plechtigheid begint worden de specifiek Joodsche bruidsgeschenken gewisseld: De bruidegom geeft zijn bruid een gebedenboek, terwijl zij hem een kerkkleed schenkt (Tallieth).
Aan twee witgedekte tafeltjes waarop brandende kaarsen staan, zitten resp. de bruid met de moeders (of degenen die de moeders vervangen) en de bruidegom met de vaders (of degenen, die de vaders vervangen).
De leider der plechtigheid reikt de geschenken uit en houdt hierbij een toespraak waarin hij het paar op zijn plichten wijst (deze toespraak heet: Maan, van: Vermaan).
Als bij beide tafeltjes achtereenvolgens de toespraak is beëindigd, worden bruid en bruidegom tezamen gebracht door de verwanten en getuigen, waarop zij een tot hen beiden gerichte toespraak te
| |
| |
hooren krijgen. Bij deze toespraak wordt hun een zegenrijken en vruchtbaren echt toegewenscht.
Bij wijze van symbolische handeling strooit de leider uit een gereed staand bakje of schoteltje met tarwezaad eenige korrels over het bruidspaar, waarbij eenige spreuken als wijdingswoorden worden gezegd.
Daar waar verscheidene paren achtereen getrouwd worden, vervalt kortheidshalve vaak de ‘Maan’ en wordt aan het slot een vermanend woord uitgesproken.
Op de plaats van de eigenlijke handeling waar een baldakijn staat opgericht staat eveneens een wit gedekt tafeltje. Hierop staan brandende kaarsen en wijn, tevens ligt hierop de trouwacte, die geteekend wordt door den bruidegom en de getuigen. Soms wordt het baldakijn, rustend op vier stangen door de vier ouders of door vier vrienden of nabestaanden boven de hoofden van het jonge paar gehouden wanneer dit naar de voor hen bestemde zetels wordt geleid, waarbij al of niet een welkomszang ten gehoore wordt gebracht.
Nadat de trouwacte is geteekend, heeft de plechtigheid van de overdracht van de trouwring plaats. De bruid zit ter rechterzijde van den bruidegom; de mannen zitten aan den kant van den bruidegom, de vrouwen aan de zijde van de bruid. Na een toespraak staan allen op. Nu volgt weer een symbolische handeling, de geleiders brengen het bruidspaar onder den Choeppah (het gezamenlijk dak) door hen te bedekken met een kleed. (De Tallieth).
Dan vat de leider der plechtigheid de wijnkelk en na het zeggen of zingen van een lofspreuk over den wijn en bepaalde wijdingswoorden wordt de beker het bruidspaar geboden en wel door de(n) naaststaande. Ook het gezamenlijk drinken uit een kelk is een symbool: n.l. dat zij voortaan slechts een gezamenlijke levensbeker zullen hebben. Na den teug uit den beker volgt een pauze, vaak opgeluiserd door gezang.
Het laatste deel der plechtigheid vangt aan met de zeven lofzeggingen.
Vervolgens wordt het jonge paar een korte wijle in een vertrek alleen gelaten waar zij samen hun eerste maal nuttigen (Symbool van de echt-vereeniging). Soms worden de zeven lofzeggingen door zeven verschillende personen gezongen of gesproken.
| |
| |
Wederom drinken bruid en bruidegom uit denzelfden beker en tot slot vindt nog een schoone symbolische handeling plaats:
Het opzettelijk breken van een glas.
De beteekenis hiervan is de volgende: Zoolang Jeruzalem's lijden duurt, is alle vreugde gebroken en ook bij het hoogste geluk mag nimmer het leed van anderen worden vergeten.
Het heele Joodsche huwelijks ceremonieel wordt vaak met den naam van het symbolisch baldakijn Choeppah aangeduid.
Deze enkele bijzonderheden zullen den niet-Israëliet in staat stellen een Joodsch huwelijk te volgen en iets van de symbolische handelingen te begrijpen. |
|