2778A. [1636 oktober 15]. Van [J. Epstein].Ga naar voetnoot1
Je viens cejourduy recevoir lettres de Hambou[r]g du 23 Septembre, qui portent qu'alors les armées, la suedoise et saxonne, estoient encor campées l'une contre l'aultre avec apparence d'une bataille. LunebourgGa naar voetnoot2 s'estoit joinct avec Saxe,Ga naar voetnoot3 lequel a receu un renfort de Goez.Ga naar voetnoot4 Led[it] Goz est retourné de deça le Weser, a pris Soest, assiegé Dortmund et defait les trouppes hessiennes, campées devant Ham. Le landgr[ave] de Cassel est party fort content de La Haye le 29 du passé;Ga naar voetnoot5 il a traitté en diligence avec monsieur Charnassé.Ga naar voetnoot6 Les 1000 chevaux, levez au Liège pour France, marchent vers le Rhin; on croyt qu'ils iront au secours dud[it] langrave. Les dernieres lettres d'Holande sont du 5 du courrant;Ga naar voetnoot7 qui portent que le prince d'Orenge est encor en campagne et qu'on y fait encor des preparatifs pour un grand exploict. Par là on peult juger que les nouvelles de la defaite des Saxons et la prise de Zel est faulse.
D[ominus] LoflerGa naar voetnoot8 s'est retiré de Francfort et est arrivé en Holande avec un grand hazard.
|
-
voetnoot1
- Hs. Stockholm, RA, Gallica 9, Handlingar tillhörande Hugo Grotii beskickning 1636-1638, copie. Een adressering ontbreekt. Johann Epstein († september of oktober 1644) was Zweeds agent te Parijs. Daarnaast trad hij op als nieuwsagent, soms in samenwerking met Théophraste Renaudot, directeur van de Gazette de France. Het handschrift van dit bericht vertoont gelijkenis met brieven van Epstein in Stockholm, RA, Gallica 10, Handlingar tillhörande Hugo Grotii beskickning 1639-1641; vgl. nos. 5260 en 5261 (dl. XII); no. 7084 (dl. XVI). De datering van deze brief is gebaseerd op de Gazette 1636, no. 157, dd. 18 oktober 1636, p. 646, met een bericht uit Hamburg van 23 september 1636 dat identieke nieuwsfeiten bevat.
-
voetnoot2
- Georg, hertog van Braunschweig-Lüneburg.
-
voetnoot3
- Johann Georg I, keurvorst van Saksen.
-
voetnoot4
- Johann, graaf van Götz (Götzen) (1599-1644), generaal-majoor in dienst van de keizer.
-
voetnoot5
- Wilhelm V, landgraaf van Hessen-Kassel. Zie voor zijn bezoek aan de Republiek nos. 2749, 2759 en 2792 (dl.VII).
-
voetnoot6
- Hercule, baron van Charnacé († 2 september 1637), in de jaren 1635-1637 ordinaris ambassadeur van Frankrijk in Den Haag (Schutte, Repertorium II, p. 7-8).
-
voetnoot7
- Wellicht schreef de copiist: ‘du 1 du courrant’.
-
voetnoot8
- Jacob Löffler (Lefler, Loffler) von und zu Neidlingen, kanselier van Württemberg, raad en vice-kanselier van Zweden, voorheen bestuurslid en gezant van de Confederatie van Heilbronn en Zweden in Parijs, had met andere kopstukken van de Confederatie zijn toevlucht gezocht in Frankfort aan de Main. Nadat de stad op 23 juli 1635 de Praagse Vrede had geaccepteerd, kon Löffler de keizerlijke vergeldingsmaatregelen - confiscatie van goederen en verbanning naar Zwitserland - niet langer ontlopen. In het begin van september 1636 week hij over Keulen en Amsterdam naar Hamburg uit. In mei 1638 overleed hij te Bazel (ADB XIX, p. 105-106; J. Kretzschmar, Der Heilbronner Bund III, p. 108-115).
|