Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 17
(2001)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd583A. [1618 september 13]. Aan de Staten-Generaal.Ga naar voetnoot1Aen de hoge mogende heeren, mijnheeren de Staten-Generael der Vereenighde Nederlanden. Geeft ootmoedelijck te kennen Hugo de Groot, hoe dat hij suppliant alle sijn leven heeft gethoont een sonderlinghe affectie tot den dienst van 't landt, midsgaders d'eer ende reputatie van uwer Hoog Mogenden regieringhe; hebbende daervan bij verscheyden uytgegevene geschriften claere getuychenisse gegeven voor alle de werelt, defenderende de vrijheit van uwe Hoog Mogenden jegens de pretensiën van Spaignien, voorstaende het vrije recht van de navigatie ende visscherije,Ga naar voetnoot2 twee hoofdtneringhen van dese landen. Gelijck hij suppliant oock met denselven ijver heeft beschreven in 't Latijn de geschyedenissen gepasseert geduyrende het oorlogh.Ga naar voetnoot3 Waernae geëmployeert sijnde in publique diensten, heeft altijdt zijne actiën nae sijn vermogen gedirigeert tot het gemeene beste, gelijck hij hoopt dat eenighe van uwer Hoog Mogenden Vergaderinghe sullen connen getuygen. 't Is des suppliants ongeluck geweest dat hij in de regieringhe is gecomen in een tijdt vol verwarringhe, soo in 't kerckelijcke als in de politie. Wat de kerckelijcke questiën belanght, den suppliant in zijn gemoet sulcx niet gestelt zijnde dat hij d'eene off d'andere parthije in alles soude connen geven gelijck ofte ongelijck, heeft altijdt gearbeydt tot een christelijcke accommodatie, hebbende oock daerom verscheyde voorslagen helpen doen die daertoe souden connen dienen; oock de saecke gesocht daertoe te beleyden dat, indien de geschillen sonder decisie niet en souden connen ternedergeleyt werden, dat in sulcken gevalle sonder verlies van tijdt gearbeydt soude werden tot een convocatie van een generale synode van de gereformeerde kercken, zijnde hij suppliant door verscheyde advysen geïnformeert dat deselve generale synode lichtelijck soude sijn te becomen. Belangende de politie, den suppliant, zijnde in eedt van de Staten van Hollant, heeft gemeent zijn debvoir te zijn haer recht, eer ende authoriteyt ten besten te maincteneren, hebbende daerinne gesecondeert de intentiën van het meerderdeel van de Vergaderinghe van Hollant; doch sulcx dat hij ondertusschen altijdt heeft gearbeyt tot accommodatie soowel aengaende het inwilligen van de nationale synode als aengaende de verseeckeringh van de magistraten, hebbende altijdt gewenscht dat op de middelen van deselve accommodatie eenighe vrundelijcke communicatie gehouden hadde mogen werden, alsoo hem dochte dat het eene ende het ander wel was te brenghen tot eenpaericheit. De deputatie van Utrecht heeft den suppliant jegens sijn danck met groot leedwesen aengenomen,Ga naar voetnoot4 alleenlijck - gelijck Godt bekent is - omdat hij hem eedtshalve verbonden hield alle opgeleyde commissiën aen te nemen. 't Overleveren van de brieven aen de crijghsbevelhebbers - in effecte relatyff tot den gewoonelijcken eedt - is soolangh uytgestelt geweest totdat de voorgaende deputatie nyet alleen door getal van nyeuwe gedeputeerden versterckt, maer oock eenighe nyeuwe brieven daerbenevens overgesonden waeren, zijnde de gedeputeerden om verscheyde lopende geruchten beducht geweest dat zij lichtelijck het langer uytstel aen de Staten van Hollandt nyet en souden hebben connen excuseren, hebbende deselve gedeputeerden altijdt gewenscht ende gearbeydt dat door | |
andere wegen van verseeckeringh de magistraten soo in Hollandt als in 't landt van Utrecht hadden mogen bewogen werden om vrijwilligh haer van de waertgelders te ontslaen. 'tWelck nyet zijnde gesuccedeert, heeft den suppliant evenwel met moeyte tewegegebracht dat tot Rotterdam, hoewel de stadt was in oude possessie van waertgelders te houden ende deselven midts haer vergrooten ende openleggen ten uyterste van doen hadde, deselve waertgelders zijn gelicentieert, om uwe Hoge Mogenden alle mogelijck contentement te geven, gelijck hij suppliant oock in alle andere saecken zeer garen soude doen. Den suppliant wel bemerckende de offensiën die de verwartheden van dese tijden hebben gegeven, vertrouwt dat uwer Hoge Mogenden intentie is alles door de sachtste middelen tot rust ende eenicheyt te brenghen. Bidt oversulcx dat uwe Hoge Mogenden goedertierelijck gelieve, consid[er]erende des suppliants oprechte affectie tot den dienst van de landen, hem, suppliant, het faveur te doen om met eenigh vertrouwt persoon te mogen spreecken op alle middelen dienende tot accommodatie van alle generale ende particuliere swaericheden. | |
Bovenaan het request staat in een onbekende hand: N 4. Onderaan: 12. En in dorso: f 8. En: e. |
|