Adres: Magnifico nobilissimoque viro domino Hugoni Grotio, iurisconsulto et syndico Roterodamensi, domino et fautori honorando, Roterodamum.
Ter hoogte van het postscriptum schreef Grotius: Antisocino.Ga naar voetnoot10
|
-
voetnoot1
- Hs. Londen, British Library, Harley 4936, f. 114-115, no. 104 (275 oude foliëring), eigenh. oorspr. Antw. op no. 546; beantw. d. no. 580 (dl. I). Geverhart Elmenhorst (ca. 1580-1621) was afkomstig uit Hamburg. Na zijn studie te Leiden (immatriculatie als rechtenstudent op 19 april 1602; Album studiosorum Acad. Lugd. Bat. I, kol. 65) keerde hij terug naar zijn geboorteplaats, waar hij zich onderscheidde als klassiek filoloog. Vgl. [N. Wilkens], Leben der berühmten Lindenbrogiorum, nebst einer Nachricht vom Leben Geverharti Elmenhorstii ..., Hamburg 1723, p. 57-71; ADB VI, p. 59.
-
voetnoot2
- Grotius had Elmenhorst gevraagd om een ‘index Photinianorum et Antiphotinianorum’. Op 6 februari 1618 deelde Elmenhorst aan Vossius mee dat hij Grotius het overzicht had toegestuurd (Vossius Epist., p. 18 no. 29; Inv. Voss., p. 54). Photinus († 376), bisschop van Sirmium, en diens volgelingen, de Photinianen of Homuncionisten, zagen hun leer herhaaldelijk als ketters veroordeeld. Van Photinus zijn geen werken overgeleverd. Zijn leer werd in de zeventiende eeuw vaak met het socinianisme in verband gebracht.
-
voetnoot3
-
Apuleii Madaurensis Platonici Opera omnia quae exstant. Geverhartus Elmenhorstius ... recensuit librumque emendationum et indices absolutissimos adiecit, Frankfort aan de Main 1621.
-
voetnoot4
- Vgl. de prolegomena bij de editie (p. 19-20) en de apart gepagineerde Emendationes ad Apuleii ... Opera omnia, Frankfort aan de Main 1621, p. 119-120. Voor de tekstconstitutie benutte Elmenhorst onder meer ‘excerpta codd. Puteani, Batavici, Bremensis et membranarum Florentinarum’, die hem ter beschikking waren gesteld door de broers Friedrich en Heinrich Lindenbrog. De tekst van de voornaamste werken van Apuleius gaat terug op het elfde-eeuwse handschrift Laurentianus 68, 2. Zie E.A. Lowe, ‘The unique manuscript of Apuleius' Metamorphoses (Laurentian. 68. 2) and its oldest transcript (Laurentian. 29. 2)’ en D.S. Robertson, ‘The manuscripts of the Metamorphoses of Apuleius’, in: The
Classical Quarterly, resp. 14 (1920), p. 150-155 en 18 (1924), p. 27-42 en 85-99.
-
voetnoot5
- Elmenhorst was met de Hamburgse geleerde Johannes Woverius (Wower, de Wouwer) (1574/5-1612) bevriend geweest. Zij hadden beiden in Leiden gestudeerd en onderricht van Scaliger genoten (A. Grafton, Joseph Scaliger II, p. 492-493). Elmenhorst gaf van Wouwer uit: Joannis Woweri Epistolarum centuriae duae. Eiusdem Syntagma de Bibliorum interpretatione cum epistolis clarorum virorum ad Wowerum. Omnia nunc primum prodeunt, Hamburg 1608 [= 1617 en 1618]. Deze uitgave bevatte behalve de 200 brieven van Wouwer ook 34 brieven die aan hem gericht waren. Het Syntagma verscheen ook afzonderlijk: Syntagma de Graeca et Latino Bibliorum interpretatione, Hamburg 1618. Vgl. L. Deitz, ‘Ioannes Wower of Hamburg, philologist and polymath. A preliminary sketch of his life and works’, in: Journal of the Warburg and Courtauld Institutes 58 (1995), p. 132-151.
-
voetnoot6
- Joannes Zonaras († na 1160), Byzantijns geschiedschrijver en canonist, schreef onder meer een commentaar op de canones van de apostelen, concilies en kerkvaders. Van een editie door Elmenhorst is niets bekend. Wel verscheen in 1618 in Parijs Joannis Zonarae ... in Canones SS. Apostolorum et Sacrorum Conciliorum ... commentarii (edd. Johannes Quintinus en Antonio Salmatia). Op 28 oktober 1618 vermeldde Elmenhorst in een brief aan Gerardus Joannes Vossius een ‘Zonaras in epistolas canonicas veterum patrum’ onder de uitgaven die hij in voorbereiding had, maar waarvoor hij geen drukker kon vinden (Vossii Epist. II, p. 22-23, no. 38; Inv. Vossius, p. 58).
-
voetnoot7
- Grotius' anti-sociniaanse werk Defensio fidei catholicae de satisfactione Christi, Leiden 1617 (BG no. 922).
-
voetnoot8
- Deze zin werd door Gerardus Joannes Vossius aangehaald in de Praefatio van zijn Responsio ad Iudicium Hermanni Ravenspergeri de libro ab Hugone Grotio ... pro catholica fide de satisfactione ... scripto ..., Leiden 1618 (BG no. 922 rem. 5 en BsG no. 292; G.J. Vossius, Operum tomus sextus theologicus, Amsterdam 1701, p. 5v3 (= p. [881]), en no. 546 (dl. I) n. 4). Vossius vermeldde ook dat Elmenhorst een uitgave van ‘Zonaras in Concilia’ in voorbereiding had.
-
voetnoot9
- Johannes Meursius en Daniel Heinsius.
-
voetnoot10
- Grotius onderstreepte ook het woord ‘Socino’ in de brieftekst.
|