Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 17
(2001)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd198B. [1610, midden september]. Aan het [Hof van Holland].Ga naar voetnoot1Edele, mogende heeren, Ick hebbe deurzyen het concept gemaeckt bij de burgemeesters van 's Gravenhage nopende 't accoord op de geschillen, geëmaneert vuyt de keuren bij de regierders van | |
deselve plaetse gemaeckt op den VIen ende IXen Februarii 1609Ga naar voetnoot2 ende het placcaet van uwe E. daerop gevolcht in date den XIen Martii desselve jaers,Ga naar voetnoot3 midsgaders het proces tusschen de voorsz[egde] regierders als imp[etran]ten om ontfangen te werden als appellanten van hetselve placcaet ende verweerders in reconventie op ende jegens den procureur-generael vuyt den naem van de Hooge Overheyt ende Graefflickheyt van Hollant, Zeelant ende Vrieslant,Ga naar voetnoot4 ged[aegde] ende ey[se]r respective voor den Hoogen Raide geresen. Ende omme uwe Mo[gende Heeren] volgens haeren last in desen te dyenen van advyse, soo dunckt mij dat hetselve concept voor de Graefflijckheyt ondyenstigh zoude zijn aengenomen te werden. Want behalven dat burgemeesters van Den Hage, dye de authoriteyt van het Hoff ten hoochste hebben geledeert, nyet alleen met het Hoff voorbij te gaen in een saecke notoorlijck het Hoff ende de suppoosten concernerende ende waerinne t'ander tijde met kennisse van het Hoff was gedisponeert, maer oock met het te kennen geven van haere requeste waermede zij 't Hoff jegens de waerheyt, dye in desen hemluyden nyet en conde onbekent zijn, hebben gepoocht te ontrecken soo de politycque macht als de locale jurisdictie, daeromme wel hadden behoort te doen een oprechte bekentenisse van haer advys met alle submissie om daermede te repareren 'tgunt zij aen het Hoff in dese de Graefflickheyt representerende hadde misbruyckt, gelijck bij andere steden ende collegiën in gelijcke voorvallen vanouts is geschyet, soo is noch daerenboven het voorsz[egde] concept in verscheyden deelen captieux ende infructueux. Want eerstelijck is captie gelegen in de duysterheyt ende ambiguïteyt van verscheyde woorden als zijn ‘'t Hoff herkennen’, ‘burgerlijcke keuren’, 't woordt ‘'s Gravenhage’ ende meer anderen, dye alle op verscheyde manieren connen werden beduyt ende midsdyen nyet en connen dyenen om yet seeckers op dese differenten te statueren. 'tSelve concept is oock in alle gevalle infructueux, want alsoo de questie is eerst speciael op het onderhouden van het voorschreven placcaet ende daernae generael op de visitatie ende approbatie ofte correctie van alle keuren, soo en werdt bij het voorsz[egde] concept geen van beyde gedecideert. De speciale questie blijft ongedecideert, nadyen bij 't concept nyet geseyt en werdt dat de regierders van Den Hage het placcaet van 't Hoff sullen obediëren ofte nyet. De generaele questie blijft mede ongedecideert, alzoo daer geseyt werdt dat als de | |
regierders van Den Hage eenige keuren, dye 't Hoff verstaen zoude haer E. ende de suppoosten te raecken, met het Hoff nyet en soude communiceren dat alsdan elckeen soude blijven in zijn geheel, 'twelck in effecte zooveel is als nyet. Ende alzoo hyervuyt nyet en can werden gespeurt dat de voorsz[egde] burgemeesters van meninge zoude zijn 't Hoff zulcx te recognosceren als zij schuldigh zijn te doen ende voortijdts altijdt is geschyet, soo dunckt mij - onder correctie - dat best geraden is voor de Graefflijckheyt dese questie eens met justitie te doen decideren om hyernaemaels een seeckere regel te hebben, waernae men hem sall hebben te conformeren, nyet twijffelende, naedat ick de stucken van beyde zijden naerstelijck hebbe geresumeert, van een goede vuytcomste aen onse zijde. Want als schoon het Hoff alleen [ge]considereert werde nyet in gradu superiori, maer in gradu aequali tanquam universitas alteri universitati cohabitans, soo is evenwel buyten dispute dat bij de regierders van 's Gravenhage geen keure mogen werden gemaeckt dye generael zijn ratione locorum aut personarum sonder consent van 't Hoff ende insonderheyt nyet in materie van toevoer, waervan alhyer is questie ende 'twelcke t'onrecht bij de voorsz[egde] regierders werdt gebaptizeert met de naem van burgerlijcke neringe. Te meerder noch alzoo de privilegiën selffs van de princen al sulck consent requireren, ende dat daer bijcompt de geduyrige observantie van zooveel jaeren met zooveel exempelen geconfirmeert, sonder dat bij die van 's Gravenhage een eenigh exempel in 't proces is geallegeert waervuyt het contrarie soude connen werden geïnfereert, doch ingevalle uwe Mogende Edelen mochte gemoveert werden deur eenige andere consideratiën mij onbekent om dese saecke lyever mit accoord als met justitie te beslichten, soo dunckt mij dat sulcx soude mogen geschyeden op de maniere ende forme bij mij - onder correctie van uE. - geconcipieert, mij refererende in alles tot uE. discretie, verhopende ende vastelijck vertrouwende dat bij haer sulcken resolutie sal werden genomen waerbij nochte de authoriteyt van de Graefflijckheyt, nochte de vrijheyt van de edelen ende suppoosten nyet en zall werden geprejudicieert, H. de Groot. |
|