Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 17

184B. 1610 januari 28. Van de Gecommitteerde Raden van de Staten van Zeeland.¹

Eerentfeste, etc.,

Wij senden uE. hiermede het gedeposeerde van twee personen, d'een wesende een notaris, die bij ende present sijn geweest ten tijde als den waterbailliu is gevangen gestelt, daerbij bevonden sal worden dat het nyet en is een civyl arrest, gelijck het wert gebabtiseert, maer een dadelijcke apprehentie om criminelijck aengesproken te worden, gelijck denselven eysch hem is voorgelesen. Waermede wij meenen voldaen te zijn de poincten bij uE. ons voorgestelt om daerop geïnstrueert te zijn. Ende gaet hier oock nevens d'andwoorde van de heeren van zijne Excellencie, ons bij uE. toegesonden. Recommanderen oversulx uE. de ernstige vervolging van de versochte provisie van ontslaginge.

Hiermede, eerentfeste, etc.,

Raden.

1 Hs. Middelburg, RA, arch. Staten van Zeeland, no. 1633, f. 98^v, copie.

Den XXVIII^en January 1610.

Bovenaan de copie staat: Advocaet-fiscael Mr. Hugo de Groot.