Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 17
(2001)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd183A. [1609, najaar - 1610, voorjaar]. Van [J. Boreel].Ga naar voetnoot1Mijnheere, Ick komme voldoen de belofte aen uwe E. op sijn vertreck gedaen van uwe E. haest met een brief te besoecken, maer mijne beleeftheyt streckt t'uwen laste, want ick moet doch altijt wat met uwe E. communiceeren, principalijck in dese gelegenheyt, hebbende stoffe die uwe E. ofte de sijne mede raeckt, ende van mij, doen uwe E. hyer was, gantsch vergheten is. Van don Pedro d'Arana contador twijffele niet ofte uwe E. en sal wat gehoort hebben.Ga naar voetnoot2 Deselfde doet sommighe eerlijcke luyden proces aen alhyer voor de Admiraliteyt; waerwt 'tselfde spruytende is sal ick uwe E. segghen, hebbende al voren gepremitteert een sommier verhael van 't feyt, 'twelcke mijn vader uwe E. breeder sal konnen deduceeren. Bal- | |
thasar de Moucheron, Pierre le Moisne ende Cornelis MuenixGa naar voetnoot3 hebben anno 1595 opgerecht sekere compaignie in dewelcke sij hebben aengenomen als participanten diversche eerlijcke luyden, die haer ghelt gefurneert hebben onder de 3 voorszeghde persoonen als bewinthebbers ter somme van meer als 11000 vls.Ga naar voetnoot4 Ende hebben de voorszeghde 3 bewinthebbers bedonghen sekere provisie voor de administratie van 't voorszeghde capitael. Ende wtgereet een schip genaemt de Swemmende Leeuw, daerop stellende officiers ende matroosen van sulcken qualiteyt ende getal als onder dewelcke sij mochten vertrouwen sulcken capitael te verhandelen op de kusten van West-Indiën in eenen tijt dat de Enghelschen jalours sijnde van onsen handel op Sp[aigne] de gantsche zee infesteerden, om welck respect ende andere verkreghen is commissie van [sijne] Majesteyt van Enghelant ende ongetwijffelt - 'twelcke wij nochtans niet en konnen probeeren - van sijne pr[incelijcke] Excellencie. Dit schip op de kusten van SpaignuolaGa naar voetnoot5 gekommen sijnde, heeft gehandelt mette inwoonders aldaer, denwelcken het bij placate des conincx van Sp[aigne] verboden was, ende volghens dyen simulate menghende koopmanschap met gewelt, omdat d'inwoonders als gedwonghen sijnde daerover niet en souden te lande kommende gestraft werden als 's conincx placaten overtreden hebbende. Onder anderen heeft soo gehandelt den voorszeghde don Pedro. Dewelcke te lande gekommen sijnde is daerom - soo hij seght - in sware gevanckenisse geweest, doch eyntelijck de Spaensche justitie aldaer genoechsaem doceerende van 't geleden gewelt soude ontslaghen sijn. Ons schip is oock thuys gekommen. Daer is terstont een roep gegaen van buyt, ick meyne daerwt gecauseert omdat de matroosen, dye veel in Sp[aigne] varende off gevanghen werdende om haer schoon te maecken souden de handelaers aen 's coninx sijde ofte in sijne landen geseten openbaren aen de officiers, ick segghe dat volghens dyen voor hun verborghen ende onbekent was dese geveynsde spoliatie ende gewelt. Waerop dit geruchte van roof hyer te lande wtgestroyt, d'Admiraliteyt heeft terstont camerboden op 't schip geset om 's lants gerechticheyt waer te nemen, maer na drie daghen deselfde daervan ontboden sonder voorder recherche. In 't retour sijn geweest sommighe juweelen, peerlen, huyden, etc. Dewelcke alle bij de voorszeghde bewinthebbers verkocht sijnde, isser boven 't cargaçonGa naar voetnoot6 winste bevonden ende van deselfde aen de participanten wtgedeelt de somme van ontrent 1500 vls. sonder meer ende dat gehaelt met sulcken capitael op sulcken reyse in een tijt van 19 maenden dat het voorszeghde schip wt is geweest. De participanten hebben hunne respective rekeninghen ontfanghen met ontrent 12 pro c[ent]o winste. Daervan en heeft men veele jaren niet weeten te spreken tot datter onlanx geleden opgedondertGa naar voetnoot7 is een Spaignaert, een fijnen Biscain, sich namende don Pedro d'Arana contador. Desen Biscain ende contador, gewone sijnde - gisse ick - met sijn penne ende koker van rekeninghe sijn kost te winnen gelijck de Florentijnen in Vranckrijck, verkreghen hebbende voorschrijvens van d'heeren Staten-Generael aen de Admiraliteyt alhyer ten eynde men hem recht soude doen - want hoe soude anders een vijant hyer recht kommen pleghen? -, heeft doen dachvaerden soo de 3 voorszeghde als alle de andere die hij noemt reeders ende comp[aignons] in de voorszeghde schepe, contendeerende ten daghe dienende ten fyne dat de verweerders elck voor ander ende een voor al in solidum gecondemneert werden te doen restitutie van de genomene goederen ende schepen, monteerende ter somme van 26000 ducaten, mitsgaders in de estimatie van sijne gevanckenisse, pijne, verletheden, cum expensis. Ofte dat hem ten minsten sal werden geadjudiceert het derde part van alle de voorszeghde goederen in de qualiteyt als dye eerst ontdeckt ende aenghebracht hebbende tot profijtte van den lande, volghende den rechte in materie van confiscatie geobserveert. | |
De ged[aechd]e alle, wtgenomen Monix, hebben ontkent de qualiteyt van reeders ende compaignons, Monix segghende dat hij nerghens van en wiste. Den raet ordonneert de verweerders dye exceptie onvermindert t'antwoorden ten principale. Volghens dyen heeft partije overgelevert schriftelijcken eysch ende verificatiën daertoe diendende. Tot verificatie van 't gewelt 'tgene hem is geschiet produceert d'eyscher eene attestatie van twee matroosen, die segghen op den Swemmende Leew geweest te sijn. Ende daerbenevens de proceduren in Spagnuola gehouden bij des conincx officiers teghen den eyscher als teghen 's conincx placaten mette vreemde gehandelt hebbende. Soodat door de stucken voorschreven 't gewelt ende gevanckenisse blijckt. [In de marge:] D'attestatiën van dese proceduren sijn aldaer voor vijantlijcke justitie in vijantlijck lant door eenen vijant beleyt sonder dat anders van sijne gevanckenisse blijckt. Omme 't verlies van sijne goederen te justificeeren, produceert hij eenen inventaris behelsende specificatie van de verloren goederen, denwelcken hij seght met eede te willen bevestighen. Daertoe dient oock 't eerste stuck van dye twee matroosen, die segghen datter sommigh ghelt ende juweelen genomen sijn, doch verre van de geëyschte quantiteyt. Ende ten derden eene attestatie van twee aerbeyders, gebroeders, die segghen juweelen ende ketenen gesyen te hebben die sij wtte schepen in een kiste ten huyse van Moucheron brenghende hebben oock syen handelen bij de reeders. Wt welcke alle stucken hij sustineert geprobeert te sijn 't gewelt, specificatie van de genomen goederen ende dat de verweerders daervan hebben genoten. Hyerteghen hebben de verweerders geantwoort dat se in West-Indiën koopmanschewijse gehandelt hebben, gelijck de gelegentheyt alsdan daer gedroegh. Dat se de peerlen hebben gekocht. Desgelijcx de huyden. Ende de andere juweelen. Waertoe sij geene andere stucken en produceeren dan de boecken dye Moucheron van desen handel gehouden heeft ende partije voor hemselven produceert. Wtte welcke blijckt van den koop van huyden ende peerlen, oock van sommighe juweelen. Beantwoorden 't segghen van de matroosen te sijn van lichte persoonen, welcker depositiën suspect sijn als van ongeschickte ende venale luyden, sprekende met voordacht. Weet oock niet datter eenich recolementGa naar voetnoot8 is gevallen. Bovendyen - 'tgene ick bijkans hadde vergheten te segghen - dat se een dinghen poseeren 'twelcke expres valsch is. Dat de reeders Dorenhove met een goude keten souden vereert hebben, met welcke valscheyt sij hare geheele depositie infirmeeren. Ende in allen gevalle volght daerwt niet dat dye keten dye was dewelcke sij konden van den contador genomen hebben. Want men gewonelijck is de Europeïsche waren daer te vermanghelen inGa naar voetnoot9 allerley sorte van gemaeckte juweelen, na welcke waren d'inghesetenen soo gretigh sijn dat de vrouwen 't cieraet van hare lichamen troqueeren,Ga naar voetnoot10 alsoo deselfde van de voorkoopers aldaer koopende 'tselfde ten hooghen prijse doen, hebbende de coninck van Sp[aigne] in 't wtvaren ende op 't inkommen van de Spa[ignuola] ende Indiën respective groote lasten gestelt. Ende nopende 'tgene de twee aerbeyders segghen, twee gebroeders, omgekochte boeven, lichte luyden, ende dye oock op valscheyt bevonden werden, deposeerende persoonen daerbij geweest te sijn die der nochtans niet en waren, welcke foute te considerabelder is omdat der presenten weynich waren, dat de gesyen juweelen gekochte juweelen sijn geweest, gekocht bij manieren hyerboven verhaelt. Ende in allen gevallen niet de juweelen van don Pedro. Hyerbij was gevoecht een kort advertissement, tendeerende om te bethoonen dat de reeders nochte tot rooven iemant wtgereet en hadden, nochte iet van eenighen roof genoten, ergo niet culpable van iet 'tgene hun volck mochte gedaen hebben, als daerinne geëxcedeert hebbende hunne commissie. Neminem a[utem] teneri ex facto mandatarii, nisi is peccet circa officium sibi commissum.Ga naar voetnoot11 | |
De saecken in dese pointen sijnde, wert partijen geordonneert te compareeren voor commissarisen Steengracht ende Enghel Luenissen.Ga naar voetnoot12 Dye dochGa naar voetnoot13 bij continuatie sal dyenen op den 26 deser. Ondertusschen hebbe wat verstaen van de genegenheyt onser raetsheeren, principalijck van d'heeren Schaep, Sijpesteyn ende Huyssen,Ga naar voetnoot14 dye als goede rechters toestaet laten verluyden: 't Is verloren, ghij moet den man iet geven. Dat heeft mij beweecht dat ick op alles wat naerder soude letten. Daertoe hebbe extracten genomen wt Moucherons boecken, tot noch toe niet voortgebracht door sonderlinghe onnachtsaemheyt dan sooveele d'extracten van partije onsselve furneerden. In de boecken vinden d'Enghelsche commissie. De koop van peerlen ende huyden. Handelinghe met don Pedro, doch gheensints tot sulcken grooten somme. Ende de provisie dye de bewinthebbers voor d'administratie van dit cargaçon ende retour hebben genoten. Welcke alle ons sonderlinghe konnen te passe kommen. Versoecke oock 't advis van uwe E. Mijn vader sal de reste suppleeren van 'tgene hyer niet en heeft konnen verhaelt werden. Mij dunckt dat men op sijne qualiteyt van vijant wat behoorde te segghen ende dat 't voorschrijven van d'heeren Staten-Generael hem niet meer en qualificeert dan hij van sijnselven is om hyer recht te pleghen. Want hij een Sp[aignaert] ende niet Portuges is. Kompt hyer met pasport als vijant. Dat oock 'tgene hem mochte benomen sijn, indyen 't sulx is, van een vijant genomen is, ende dat het lant voor sijn interest daervan ten arrivemente van 't schip heeft kennisse genomen. D'attestatiën in Spagnuola beleyt worden gereprocheert als vijantlijcke, ende en konnen een vijant hyer geen recht geven, tenware om 's lants interest, 'twelcke hyervoren is beantwoort. Is oock te considereeren off men niet - in quantum valere potest - behoorde attestatiën te beleyden hoe men in dye tijden konde op de West-Indiën handelen. Ende tersijde gestelt sijnen eet metten welcken hij de specificatie van de gepretendeerde verloren goederen wilt bevestighen om dye van ons te recouvreeren, als impertinent ende niet suffisant in sulcken grooten saecke ende teghen degene qui non tenerentur ex suo sed facto tertii, dunckt mij evenwel consideratie weerdigh te sijn, off wij ons niet en behooren te separeeren van sieur Cornelis Muenix, ofte daervan in de comparitie mentie maecken, off de heeren, misschien een vreemden slach nemende, iemant korenGa naar voetnoot15 dye geene administratie gehadt en heeft, ofte d'eene metten anderen condemneerden, waerdoor d'eyscher iemant mochte wtkippen.Ga naar voetnoot16 'tWelcke ongetwijffelt sal geschieden, tensij Munix alleen gecondemneert wert, die nu van de 3 administrateurs alleene solvent is. Wat uwe E. mij hyerinne wil assisteeren hope binnen 10 ofte 12 daghen te verstaen, want soude niet geerne veel meer met Monix communiceeren voor ick uwer E. advis ontfanghen, ende Monix is soo onachtsaem dat hij sonder mij niet en sal doen. Hij en heeft oock nerghens van kennisse, al is 't hij de provisie genoten heeft. |
|