Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 16
(2000)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd7457. 1645 augustus 8. Van P. Spiring Silvercrona.Ga naar voetnoot1Mijnheere, U. Exc.tie aengenaemen van den 15e July wt Stockholm ende eenen voorgaenden van den 15e Juny wt Zuyderocra sijn mij beede wel geworden,Ga naar voetnoot2 ende met groote blijschap daerwt verstaen uE. voorspoedige reyse en geluckigh arrivement aldaer; oock het vrindelijck onthael 'twelck u. Exc.tie ontmoet is.Ga naar voetnoot3 Ick bedancke u. Exc.tie ten hoogste van de gedaene gunstige getuygenissen in resguard van mijn persoon; ende gelijck ick u. Exc.tie bekenne door desselfs meriten ende de in mij gevoelende obligatiën verbonden te wesen, also soecke oock niet anders als deselve aengenaeme diensten in recompentie te connen betoonen. De gemeene tijdingen die wij van diverse quartiren hebben, sullen u. Exc.tie anderwaerts kenbaar gemaackt sijn.Ga naar voetnoot4 Alhier vallen de meeste deliberatiën op de saacke van Sweden en Denn[emarcken].Ga naar voetnoot5 Ende heeft den coning van Denne[marcken] aen desen staat nu corts geschrevenGa naar voetnoot6 en vertoont, hoe dat Haere Hoog Mogenden in den beginne van den wtgeborsten oorlogh haer tot de interpositie ultro hadden aengeboden,Ga naar voetnoot7 tot dien einde haere ambassadeurs gesonden, sich geoffereert en belooft den oorlogh tot sijn, des conings, reputatie te willen helpen bijleggen, oock geïmprobeert hadden het Sweedsche procedere, op welcke verseeckeringe hij hun dan oock tot mediateurs hadde aengenomen,Ga naar voetnoot8 onder expresse conditie niettemin, also hem de alliantie tussen Sweden en desen staat bekent was,Ga naar voetnoot9 dat Haere Hoog Mogenden haere interesse bij de tractaten niet mochten inmengen, maer sonder passie de tractaten wilden drijven, 'twelck bij hun belooft sijnde evenwel niet gehouden en is,Ga naar voetnoot10 also sij naederhand pars litis waaren ge- | |
worden.Ga naar voetnoot11 Dat evenwel hij sijne comm[issai]ren op de grensen gevolmachtigt haddeGa naar voetnoot12 om met hun te tracteren en te sluiten, waerbij hij dan veel van sijne regaliën hadde laeten vallen, alleenlijck om vrede te hebben.Ga naar voetnoot13 Dat hij oversulcx bevrembde dat sij sich van de Sweden niet afsonderden ende hun conclusie tot op der Sweden conclusie differeerden.Ga naar voetnoot14 Ende terwijlen sij hun vollen eisch hadden, versoeckt dat sij der croon Sweden gesochte dominaet niet willen helpen fomenteren, met veele daerbij geallegeerde redecavelingen.Ga naar voetnoot15 Dat hij mede oirbiedigh sijnde Haere Hoog Mogenden noch verder contentement te geven, sij haere ambassadeurs souden willen aenbeveelen met sijne comm[issai]ren te sluiten, de Sweedse comm[issai]ren tot aenneming van billichijt aen te maenen; of soo sich de Sweedsche daertoe niet verstaen en wilden, sich van hun met der daat te separeren, sijnde hij oirbiedig met desen staat alle vrindschap te houden, en soo voorts. Welcken brief claegens of verwijt-wijse geschreven sijnde, hier in geen groote consideratie comt, also de saacke anders verstaen werd. Gelijck dan desen staat aen haere ambassadeurs den 28 July geschreven hebben en daerin aengewesen niet allerdings tevrede te sijn dat sij soo slechtelijck en soo haestigh 't werck hadden soo wijt verhandelt. Dat sij volgens hun last en ordre hadden behooren hard aen te houden om alle en yder belastinge af te doen en het werck te reguleren nae het Erftractaet van SpiersGa naar voetnoot16 en sulcx niet connende obtineren, dan eerst te presenteren het dobbel nobel-gelt, en soo voort bij provisie andere laege belastingen toe te staen, doch oock met trappen en traeg, ende dat dan noch onder acte van non-prejuditie. Dat ten einde van de te stipuleren jaaren het Erftractaet weder in sijn cracht soude wesen. Dat sij sulcke acte van non-prejuditie alsnoch souden | |
hebben te vorderen. Dat sij volgens last en ordre coniunctim met de heeren Sweedse comm[issai]ren hadden moeten gaen, en d'een sonder d'ander sijne tractaten niet avanceren. Dat oock, soo de heeren Sweedse comm[issai]ren quaemen te obtineren exemptie voor de landen Pomeren, Mechlenburg, Lijfland,Ga naar voetnoot17 sij sullen hebben stip te staen op het Erftractaet voorssegd; also anders die landen van alle tollen exempt sijnde, de dese daertegens toll betalende, de negotie essentialiter vanhier wt soude werden gediverteert, 'twelck hier seer geapprehendeert werd en ombrage geeft. Dat sij oversulcx bij de heeren Sweedsche comm[issai]ren willen voorbouwen en hun aenmaenen om afstand te doen van soo hooge postulata. Vandaer word wijders gegaen tot particulierder poincten, daer de voorssegde heeren ambassadeurs al te los souden in hebben gegaen en stricter op hun instructie hadden moeten en noch moesten blijven staen. Soodat den ganschen brief genoegsaem een desadvoueringe is van 'tgeene sij getracteert hebben en hun beschuldigt al te slap gegaen ende hun ordre en instructie te buiten te sijn getreden.Ga naar voetnoot18 Wat veranderinge dit in de tractaten nae sich sal slepen, staet te verwachten.Ga naar voetnoot19 Dit is ontrent den inhout van die twee brieven, daervan ick de volle copyen haere coninclijcke Mayesteyt ben toesendende, ende terwijlen dit hier seer secreet gehouden werd ende maer onder weinige bekent is, vertrouwe ick het aen u. Exc.tie gewoonlijcke wijshijt in 'tselve te mesnageren. Soo wijders iet remarquabels voorvalt, sal niet naelaeten u. Exc.tie daervan part te laeten toecomen, sijnde een gelijckmatigh van deselve verwachtende. Tot besluit bidde God dat hij haere coninclijcke Mayesteyts persoon bewaare, desselfs victorieuse en gerechtige wapenen wijder segene; in welckers protectie u. Exc.tie mede bevelende, verblijve, mijnheere, u. Exc.tie dienstwilligste,
| |
Hage, 8 Augusti 1645. | |
Adres: A son Excellence, monsieur de Groot, conseiller d'estat et ambassadeur de sa Majesté et la coronne de Suede auprez de sa Majesté tres chrestienne, presentement en Suede. |
|