pourtant que dans quinze jours j'auray assez de force pour aller trouver l'armée,Ga naar voetnoot4 laquelle est en marche vers Nurnberg,Ga naar voetnoot5 ce qui me fait juger que le desseing est sur le Haut-Palatinat.Ga naar voetnoot6 Les Bavarois, refusans de terminer l'affaire par un seul combat, la costoyent par les terres du marquis d'Anspach. En France tout va à souhait, monsieur le comte de Harcourt ayant de nouveau deffait l'armée espagnoleGa naar voetnoot7 et Mardyck s'estant rendu plustost qu'on n'avoit esperé.Ga naar voetnoot8
J'espere de vous escrire bientost par une voye plus courte que celle-cy,Ga naar voetnoot9 assavoir celle de Nurnberg à Hambourg, et demeure, monsieur,
vostre tres obeissant fils et serviteur,
D. de Groot.
| |
Adres: A monsieur/monsieur Grotius, conseillier de la royne de Suede, à Stockholm.
Bovenaan de brief staat in een onbekende hand: Davidis [sic] Grote ad Hugonem patrem, die 19 Iulii 1645.
|
-
voetnoot1
- Hs. Linköping, Stifts- och Landsbibl., Br. 2, no. 42. Eigenh. oorspr. De brief bereikte Stockholm na Grotius' afscheid van koningin Christina van Zweden.
-
voetnoot2
- De Frans-Weimarse ‘aide de camp’ Dirk de Groot was in de eerste week van april teruggekeerd van zijn tweede of derde missie naar het hof van landgravin Amalia Elisabeth van Hessen-Kassel (nos. 7416 en 7418). Na een kort verblijf in de Franse garnizoensstad Philippsburg zocht hij toegang tot de legerplaatsen van zijn bevelhebber Henri de La Tour d'Auvergne, burggraaf van Turenne, bij Schwäbisch-Hall, Nördlingen en Bad Mergentheim (Mergental). Nauwelijks had hij het contact hersteld of de Zwabisch-Beierse bevelhebbers François de Mercy en Johan van Werth overvielen bij Herbsthausen (ten zuiden van Bad Mergentheim) de Franse kwartieren (‘la bataille de Mariendal’, dd. 5 mei 1645) (Chéruel, Histoire de France pendant la minorité de Louis XIV II, p. 33-37).
-
voetnoot3
- Het was niet de eerste en laatste keer dat de Frans-Weimarse ‘aide de camp’ Dirk de Groot in krijgsgevangenschap geraakte (no. 6606 (dl. XIV) en no. 7017 (dl. XV); Mémoires du maréchal de Turenne I, p. 281, p. 298 en p. 303, en Rogge, Brieven van en aan Maria van Reigersberch, p. 261-262). In het najaar van 1646 ontving Grotius' jongste zoon de benoeming tot commandant van het Franse garnizoen te Schorndorf (ten oosten van Stuttgart) en Lauingen aan de Donau (Lettres Mazarin II, p. 265; Mémoires du maréchal de Turenne I, p. 91 en 97, en Lettres de Turenne, p.
421-422).
-
voetnoot4
- De burggraaf van Turenne ontsnapte aan de Zwabisch-Beierse hinderlagen. Nadat hij zich verzekerd had van Hessische en Zweedse versterkingen, spoedde hij zich naar het leger dat Louis II de Bourbon, hertog van Enghien, in Champagne had geformeerd. Op 2 juli 1645 kwam te Ladenburg (ten zuiden van Mannheim) de verbinding tot stand (Aumale, Histoire des princes de Condé IV, p. 418-420).
-
voetnoot5
- Louis II de Bourbon, hertog van Enghien, had na de samenvoeging van de twee Franse legers (supra, n. 4) 23-25000 soldaten onder zijn bevelen staan. Over Heidelberg en Bad Wimpfen trok hij naar Rothenburg ob der Tauber (18 juli), ten westen van Ansbach en Neurenberg.
-
voetnoot6
- De Fransen drongen niet aan op de verovering van Neurenberg en de Opperpalts. Op 30 juli zetten zij koers naar Nördlingen en Donauwörth. Vijf dagen later, op 3 augustus 1645, stootten zij bij Alerheim op de Zwabisch-Beiersen.
-
voetnoot7
- Na de inname van Rosas (28/29 mei) blaakten de Fransen in Catalonië van zelfvertrouwen. Op 22 juni leidde de Franse onderkoning Henri de Lorraine, graaf van Harcourt, zijn troepenmacht bij Camarasa over de Segre. De volgende dag overrompelden zijn soldaten in de vlakte van Llorens (Balaguer, ten noordoosten van Lérida) een aanzienlijke Spaanse troepenmacht (Sanabre, La acción de Francia en Cataluña, p. 302-303, en Chéruel,
Histoire de France pendant la minorité de Louis XIV II, p. 77).
-
voetnoot8
- Het leger van de ‘generalissimus’ Gaston van Orléans had op 20 juni de belegering van het fort Mardyck ingezet. De Spanjaarden staakten hun verzet op 10 juli (G. Dethan, Gaston d'Orléans, p. 301-302).
-
voetnoot9
- Zijn brief verstuurde hij met de koeriersdienst op de Republiek; zie nos. 7453 en 7456.
|