Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 16
(2000)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd7434. 1645 mei 20. Aan N. van Reigersberch.Ga naar voetnoot1Mijnheer, Gelijck ick te Hamburg heb gevonden personen zeer genegen tot mij ende tot de vrundschap met Sweden ende met de Vereenigde Nederlanden,Ga naar voetnoot2 inzonderheit met de stadt van Amsterdam, die alhier is in grooten aenzien, zoo vinde ick zulcke veel alhier. Den syndicus ende den secretarisGa naar voetnoot3 hebben mij gekent te Parijs.Ga naar voetnoot4 Ick gae morgen nae Wismar om te zien off ick daer convoi can becomen ende passeren nae Colmar. God geve mij geluck ende bewaere de vrunden, uwer Ed. dienaer. | |
[Lübeck]. Den 20 May nieuwes stijls 1645. | |
Adres: Mijnheer/mijnheer van Reigersberg, eerste raedt in den Hoogen Raide in Hollant, in Den Hagen. Port. In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 20 Mey 1645 uyt Hamburch [sic]. |
|