7422. 1645 april 22. Aan Christina van Zweden.Ga naar voetnoot1
Serenissima regina, domina clementissima,
Cum ab Osnabruga nihil ad me pertinens acceperim,Ga naar voetnoot2 paro me itineri in Suediam,Ga naar voetnoot3 ut augustae Maiestati tuae ea quae in hac legatione gesta sunt, renuntiem.Ga naar voetnoot4 In Italia ab armis abstinetur arcana pactione.Ga naar voetnoot5 In Catalania bellum est ad Rosas, quas obsidio premunt Galli,Ga naar voetnoot6 dum
Hispanorum apud Siciliam et Neapolim naves metus a Turca detinet. Ad Rhenum iturus est cum novis copiis dux Anguianus exeunte, ut puto, Maio, nec ante dux Aurelianensis in Flandriam.Ga naar voetnoot7 Cum pontifice Gallis male convenit;Ga naar voetnoot8 revocatur ob id inde legatus.Ga naar voetnoot9
| |
Lutetiae, XII/XXII Aprilis 1645.
|
-
voetnoot1
- Copieboek Dresden, Sächs. Landesbibl., C 61, 255. Gedrukt Epist. ad domum Sueciae, p. 21 no. 34. Afschrift ook in copieboek Leipzig, UB, ms. 2633, f. 469.
-
voetnoot2
- Lange tijd had Grotius uitgekeken naar een antwoord van de Zweedse gevolmachtigde Johan Oxenstierna op zijn verzoek om vrijgeleidebrieven voor zijn reis naar Munster en Osnabrück (nos. 7374, 7400 en 7428).
-
voetnoot3
- De ‘introducteur des ambassadeurs’ Anne, graaf van Brulon, had de ambassadeur reeds het afscheidsgeschenk van de koning en de regentesse gebracht; zie de Gazette 1645, no. 48, dd. 29 april 1645, over Grotius' vertrek uit Parijs (26 april): ‘Cette semaine, est parti de cette ville le sieur Grossius Ambassadeur ordinaire de Suéde en cette Cour, apres y avoir esté regalé par la Reine d'un fort beau service de vaisselle d'argent: le sieur de Cerisante estant ici demeuré pour traiter des affaires de Suéde’.
-
voetnoot4
- Maria van Reigersberch hoopte op een spoedig weerzien. In juli was zij minder gerust: ‘Ic hebbe wel groote vreese dat mijn man den aenstaenden winter in Sweeden sal blijven’ (Rogge, Brieven van en aan Maria van Reigersberch, p. 256-258).
-
voetnoot5
- Kardinaal Achille d'Estampes-Valençay steunde de vredesoproep van de Maltezer ‘bailli’ Henri d'Estampes de Valençay (1603-1678) (DBF XIII, kol. 172-174, en Lettres Mazarin II, p. 127 en p. 136).
-
voetnoot6
- De belegering van de Catalaanse havenstad Rosas door het leger van de Franse bevelhebber César de Choiseul, graaf van Du Plessis-Praslin.
-
voetnoot7
- De campagnes van Louis II de Bourbon, hertog van Enghien, en de ‘generalissimus’ Gaston van Orléans.
-
voetnoot8
- Kardinaal Jules Mazarin had Nicolas Bretel, heer van Grémonville, zijn speciale ambassadeur te Rome, volmacht gegeven om de rijke abdij van Corbie op te dragen aan de pauselijke neef kardinaal Camillo Pamfili. Een tegenprestatie - de promotie van ‘père Michel Mazarin’ tot kardinaal - bleef echter achterwege (H. Coville, Etude sur Mazarin et ses démêlés avec le pape Innocent X, p. 57-61; Chéruel, Histoire de France pendant la minorité de Louis XIV II, p. 158-162, en Pastor, Gesch. Päpste XIV 1, p. 40-41).
-
voetnoot9
- Op 2 april hadden knechten van de Spaanse ambassadeur Juan Velasco y de la Cueva, graaf van Siruela, in de Via di Ripetta (Rome) de koets van de Portugese gedeputeerde Nicolau Monteiro, prior van Cedofeita, overvallen (Gazette 1645, no. 44, ‘extraordinaire
-
voetnoot9
- du XXI Avril 1645: L'attentat fait par les Espagnols à Rome contre le Député du Clergé de Portugal’). Het incident overtuigde kardinaal Jules Mazarin des te sterker van de juistheid van zijn besluit, dd. 27 maart 1645, om de heer van Grémonville terug te roepen van het hof van paus Innocentius X; supra, n. 8.
|