Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 16

7366. 1645 maart 18. Aan Christina van Zweden.¹

Serenissima ac potentissima regina, domina clementissima,

Accepi cum debita reverentia et obsequio literas augustae Maiestatis tuae, scriptas fine Decembris anni exacti.² Voluissem in iisdem expressum fuisset, quo me deposita legatione conferre deberem.³ Dum ea de re sententiam Maiestatis tuae exspecto, scripsi ad illustrissimum dominum baronem Oxenstiernam, Maiestatis tuae cum summa potestate legatum,⁴ ut ad me mittere velit literas tuti itineris ab iis quorum per terras mihi erit transeundum. Maiestati tuae pro honorifica de me existimatione summas habeo gratias, Deumque precor, serenissima ac potentissima regina, domina clementissima, ut gubernacula regni per manum Maiestatis tuae in hoc rerum salo feliciter dirigat,

augustae Maiestatis tuae obedientissimus subditus,
H. Grotius.

1 Copieboek Dresden, Sächs. Landesbibl., C 61, 250. Gedrukt Epist. ad domum Sueciae, p. 19 no. 31. Afschriften ook te Kopenhagen, KB, coll. Thott, 504, 2^o, p. 105; te Leipzig, UB, ms. 2633, f. 450 en f. 468; te Stockholm, KB, hs. Engestr. C IV 1, 35; en te Uppsala, UB, Palmsk. 371, p. 57. Antw. op no. 7242, dd. 30 december 1644/9 januari 1645.

2 Het koninklijke postpakket bereikte begin maart het kantoor van de Zweedse resident Petter Spiring Silvercrona in Den Haag (nos. 7349 en 7351). De koeriersdienst op Parijs leverde het pakket af op het adres van een zekere ‘Monsieur Bonneau’, die het op 15 maart doorgaf aan de Zweedse koninklijke commissaris Marc Duncan de Cerisantes; zie hs. Stockholm, RA, E 1015, ontvangstbevestiging van Cerisantes, dd. 18 maart 1645, als bijlage bij een brief van Petter Spiring Silvercrona aan de Zweedse gevolmachtigde Johan Oxenstierna, dd. 21/31 maart 1645, en hs. Stockholm, RA, Skoklostersaml. E 8164, brief van Cerisantes aan zijn Zweedse voorspraak Per Brahe, dd. 18 maart 1645.

3 Koningin Christina gaf Grotius de opdracht om zich ‘ad loca nobis propinquiora’ te begeven.

4 Zie het postscriptum in Grotius' persoonlijke brief aan de Zweedse gevolmachtigde, dd. 18 maart 1645 (no. 7374).

Lutetiae, VIII/XVIII Martii 1645.

Bovenaan de brief in de eerste copie te Leipzig: Argumentum. Responsoriae sunt quibus se ex legatione dimissum significat, et quem in alium locum sibi eundem sit, quaerit.