Adres: Viro clarissimo domino Isaaco Vossio.
Adres (volgens de uitgave der Epist.): Isaaco Vossio.
Bovenaan de copie te Rotterdam: Isaaco Vossio.
|
-
voetnoot1
- Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, III E 8, 67. Eigenh. oorspr. De rechterbovenhoek is afgescheurd. Afschriften te Leiden, UB, Burm., F 11-1, f. 30 en f. 127; te Oxford, Bodleian Library, ms. d'Orville 468, p. 106-107, en te Rotterdam, GB, RK, hs. no. 674, f. 51r. Gedrukt Epist., p. 740 no. 1721. Antw. op no. 7231, beantw. d. no. 7304.
-
voetnoot2
- Plinius Caecilius Secundus, Epistulae, 6, 10, 5. Omstreeks deze tijd sprak Grotius met de Parijse medicus Guy Patin over zijn ‘inedita’: ‘J'ay quantité de pieces toutes prestes à faire imprimer, comme sont de petites Notes sur mon Lucain, que j'ay reveu; un second tome de Poëmes et d'Epigrammes Latins; un second tome sur le nouveau Testament, car on en a imprimé trois sur le vieux; une belle Histoire des Vandales, des Goths et autres peuples septentrionaux; un Procope entier, une Histoire de Hollande qui ira jusqu'à la trefve de l'an 1608, etc. Je voudrois bien tascher de donner tout cela au public avant que de mourir, et après cela je seray content. Je veux mourir dez que je ne seray plus utile au monde’ (R. Pintard, ‘La Mothe le Vayer, Gassendi-Guy Patin’, in Publications de l'Université de Poitiers, Série des Sciences de l'Homme 5(1943), p. 77).
-
voetnoot3
- Isaac Vossius hield in de drukkerij van dr. Joan Blaeu toezicht op de uitgave van Grotius' Anthologia Graeca (BG no. 534). In zijn brief van 2 januari (no. 7231) had hij enkele proefpagina's (in quarto en in octavo) bijgesloten.
-
voetnoot4
- De quarto-edities van de Dicta poetarum quae apud Io. Stobaeum exstant. Emendata et Latino carmine reddita ab Hugone Grotio, Parijs (apud Nicolaum Buon)
1623 (BG no. 458) en 1625 (BG no. 459), en de Excerpta ex tragoediis et comoediis Graecis tum quae exstant, tum quae perierunt: emendata et Latinis versibus reddita ab Hugone Grotio, Parijs (apud Nicolaum Buon) 1626 (BG no. 468).
-
voetnoot5
- Grotius' aanwijzingen met betrekking tot de ‘indices’. Een van de edities die Isaac Vossius als voorbeeld diende aan te houden was het Florilegium diversorum epigrammatum veterum, in septem libros divisum, magno epigrammatum numero et duobus indicibus auctum, ed. Henri Estienne, Genève 1566 (F. Schreiber, The Estiennes, p. 142-143 en p. 154-155).
-
voetnoot6
- Tijdens zijn Franse en Italiaanse ‘tour’ had de jonge Vossius vele uren in bibliotheken doorgebracht (Y. Rogge, ‘De reis van Isaac Vossius (1641-1645)’, in Oud-Holland 18(1900), p. 3-20). In de Bibliotheca Medicea-Laurentiana te Florence was hij op het spoor gekomen van een Griekse codex met brieven van Ignatius van Antiochië († ca. 107). Deze vondst leidde tot de editie Epistolae genuinae S. Ignatii martyris, quae nunc primum lucem vident ex bibliotheca Florentina ... edidit et notas addidit Isaacus Vossius, Amsterdam 1646; zie nos. 6331, 6375 en 6444 (dl. XIV); F.F. Blok, Isaac Vossius en zijn kring, p. 136-137 en p. 212-218, en Rademaker, Life and Work of Gerardus Joannes Vossius, p. 287-288 en p. 340-342.
|