7258. 1645 januari 16. Van W. de Groot.Ga naar voetnoot1
Frater optime,
Valde gaudeo tua ad Novum Testamentum iam excudi,Ga naar voetnoot2 ut tandem id opus omnibus numeris absolutum sit. Bene est quod typi erunt elegantes, sed de charta rogo memineris ut paulo melior sumatur.Ga naar voetnoot3 Utenbogardi posthuma post duos menses in lucem proditura puto,Ga naar voetnoot4 et ut exemplar accipias curabo.
Audio legatos Suediae et Daniae brevi conventuros, ut de pace agant.Ga naar voetnoot5 Utinam tandem aliquid peragatur et illic et Monasterii.Ga naar voetnoot6 Per intensum hoc frigus Amstelodami templum, quod novum vocant, incuria eorum qui tectum curabant totum conflagravit.Ga naar voetnoot7 Praeter damnum quod inde sentitur, est etiam res mali ominis.
Mottam Odincurtium puto non facile e carcere relaxandum;Ga naar voetnoot8 videtur enim res regias non bene curasse, nisi forte ipse alienae culpae reus subditur. De Parthenio Constantinopolitano doleo,Ga naar voetnoot9 neque satis intelligo quis iam calvinisantem illic promoverit. Lotharin-
| |
Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 26 Ian.
|
-
voetnoot1
- Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 24, 275. Eigenh. oorspr. Antw. op no. 7234, beantw. d. een niet overgeleverde brief van 28 januari 1645.
-
voetnoot2
-
Tomus secundus van Grotius' Annotationes in Novum Testamentum verscheen in 1646 op rekening van de auteur ‘apud viduam Gulielmi Pelé, via Jacobaea sub signo Crucis Aureae’ (BG no. 1138). Het derde deel (pars tertia ac ultima) werd in 1650 uitgebracht, eveneens te Parijs, maar nu bij de weduwe Théodore Pépingué en Etienne Maucroy (BG no. 1141).
-
voetnoot3
- De Parijse drukker Sébastien Cramoisy had voor zijn uitgave van Grotius' Annotata ad Vetus Testamentum (BG no. 1137) geen hoge eisen gesteld aan de kwaliteit van het papier; zie no. 7089.
-
voetnoot4
- Wtenbogaerts autobiografie Leven, kerckelijcke bedieninghe ende zedighe verantwoordingh .... Alles bij hem selven beschreven ... bevestight met verscheyden bewijsen, acten, ende munimenten, daer toe dienende, zou dit jaar verschijnen.
-
voetnoot5
- Het Zweeds-Deense vredesoverleg te Brömsebro, op de grens van Kalmar (Zweden) en Kristianopel (Denemarken), had op 15/25 december 1644 moeten beginnen, maar op verzoek van beide partijen werd de aanvangsdatum eerst verschoven naar 15/25 januari en vervolgens naar 8/18 februari 1645.
-
voetnoot6
- De Staten-Generaal maakten geen haast met de ‘Munstersche besendinge’.
-
voetnoot7
- De brand van 11 januari 1645. Loodgieters die bezig waren om het dak van de Nieuwe Kerk van Amsterdam te repareren, hadden een ‘vuurpot’ voor een open dakvenster laten staan (Wagenaar, Amsterdam, in zijne opkomst, aanwas, geschiedenissen, I-2, Amsterdam 1760, p. 544 en p. 546).
-
voetnoot8
- De Franse onderkoning Philippe, graaf van La Mothe-Houdancourt, had de Catalaanse hoofdstad op 7 december verlaten. Drie weken later werd hij in Lyon aangehouden en op last van de koning in de kerkers van het fort Pierre-Encise geworpen (Sanabre, La acción de Francia en Cataluña, p. 268-269, en Gazette 1645, no. 4, dd. 7 januari 1645).
-
voetnoot9
- Parthenius I, patriarch van Constantinopel 1639-1644, had op de synode van Constantinopel-Iasi (1642) de leer van de reformatorische patriarch Cyrillus Lucaris († 1638) veroordeeld (Parthenii, patriarchae Constantinopolitani decretum synodale super calvinianis dogmatibus, quae in epistola Cyrilli nomine ante annos aliquot edita, falso Graecorum et Orientalium consensu recepta ferebantur ... Nunc primum ex Oriente allatum una cum Arsenii Hieromachi epistola Venetias missa, quae praefationis loco praefixa est, ed. Gabriel Cossartius, Parijs 1643). In de zomer van 1644 kwam zijn dienstbaarheid aan de belangen van de Moldavische vorst Vasile Lupu onder verdenking te staan (S. Runciman, The great church in captivity, p. 286-287 en p. 341-343). Op 8 september schonk de Sultan de waardigheid van patriarch van Constantinopel aan Parthenius II, metropoliet van Adrianopolis (Edirne) (Gazette 1644, no. 154, dd. 31 december 1644, en Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau III, p. 133-135).
-
voetnoot10
- Hertog Karel IV van Lotharingen toonde belangstelling voor een hoge aanstelling in het leger van de Zuidnederlandse ‘gouverneurs’ Manuel de Moura y Corte Real, markies van Castel Rodrigo, en Ottavio Piccolomini, hertog van Amalfi (Doc. Boh. VII, p. 171 no. 500).
-
voetnoot11
- De Staten-Generaal en de Staten van Holland beraadden zich nog over de financiering van het ‘groot desseyn ende entreprinse’ van Frederik Hendrik in Vlaanderen.
-
voetnoot12
- Jacobus van der Hooge had bij zijn vertrek uit Frankrijk (september 1644) het transport van twee presentexemplaren van Grotius' Annotata ad Vetus Testamentum, Parijs 1644 (BG no. 1137), toevertrouwd aan een vrachtvaarder, die vervolgens niets meer van zich had laten horen.
-
voetnoot13
- Willem de Groot wachtte op nieuws van Isaac Vossius over de voortgang van de uitgave van Grotius' Anthologia Graeca (BG no. 534) in de drukkerij van dr. Joan Blaeu.
-
voetnoot14
- In zijn brief verzuimde Willem de Groot melding te maken van de ontvangst van een derde postzending aan de advocaat Willem van der Goes; vgl. no. 7274.
|