7182. 1644 [december 8]. Van G. Keller.Ga naar voetnoot1
Hochedeler, etc., hochgenaigter herr vnd patron,
Gestern, allss 27. dieses,Ga naar voetnoot2 haben die herren konigl. Schwedische gesandten ihr erste proposition, wie abschriefftlich hiebey liegt, an die herrn keyserl. gesandten abgeben lassen,Ga naar voetnoot3 vnd stehet hiernechst zu sehen, wessen sie sich daruff erklären werden. Verwichenen Sontag haben diese jenen loco propositionis vortragen lassen, ob sie nach dem proiect deren anno 1635 gepflogener, in obged[achter] proposition mentionirter tractaten, die handlung auch alhier einrichten wolten? welches vielleicht allso wirdt acceptirt werden.Ga naar voetnoot4 Die zu Münster beschehene proposition der herren Frantzos. gesandten gehet in substantia gleich der Schwedischen, nur allein das sie darin die restitution des chur-
| |
fürsten zu TrierGa naar voetnoot5 in specie negiren.Ga naar voetnoot6 Wass von der andern seiten daselbst proponirt worden waiss man noch nicht, wie aber verlautet sollen die keyserl. vnd Spanische herren gesandten nicht allerdiengs einig sein. An konigl. Schwedischer seite ist man jetzo in werck nicht allein an die Franckfurtische deputations versamblung nebst nochmahliger zufertigung dessen, so den 4. Octobris an sie abgelassen worden, sondern auch an fürsten vnd stände des Reichs absonderlich anderweit zu schreiben,Ga naar voetnoot7 von dem bissherigen fernern verlauff ihnen communication zu thun, vnd zum vberfluss abermahlen herbey zu ruffen, worvon
die effecten zu erwarten stehen.
Immittelst bin ich vnd verbleibe beständig,
Ew. Exc. gehorsamber diener,
G.K. m.pa.
| |
Adres: A son Excellence, monseigneur Grotius, ambassadeur de Suede en France, à Paris. 22 st.
Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 21 Dec.
En in dorso: 25 Nov. v. st. 1644 Keller.
|
-
voetnoot1
- Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 12, 118. Postscriptum en handtekening eigenhandig. Georg Keller was secretaris van de Zweedse gevolmachtigde Johan Adler Salvius.
-
voetnoot2
- De Zweedse gevolmachtigden Johan Oxenstierna en Johan Adler Salvius gaven een vrije interpretatie aan de termijn die de Munsterse bemiddelaars Fabio Chigi en Alvise Contarini hadden gesteld voor de aanbieding van de eerste vredesproposities: zondag, 24 november/4 december 1644 (Acta pacis Westphalicae; Diarium Volmar I, p. 220-221 en p. 226-228).
-
voetnoot3
- In hun propositie, dd. 27 november/7 december 1644, verlangden de Zweden de deelname van alle keurvorsten en Duitse standen aan het vredesoverleg (Meiern, Westphälische Friedens-Handlungen I, p. 313-314). De keizerlijke gevolmachtigden Johann Maximilian, graaf Lamberg, en Johann Baptist Krane namen de Zweedse ‘propositio’ met stoïcijnse kalmte in ontvangst: ‘Zu mittag ist der Schwedische legationssecretarius [Mattias Mylonius Biörenklou] bei unß gewesen und der gesandten antwortt schrifttlich gebracht, das sye ohne gegenwart der churfürsten und stend die tractaten nit vortsetzen khonten’ (Acta pacis Westphalicae; Diarium Lamberg, p. 31).
-
voetnoot4
- Eerder, op zondag 24 november/4 december, hadden de keizerlijke gevolmachtigden, bij monde van de Osnabrücker deken Raban Heistermann (Heystermann), de ‘Friedens-Puncte’ in het Zweeds-Saksische verdrag van 1635 (het
‘Schönebeck'sche Projekt’) voorgedragen als uitgangspunt van de onderhandelingen in Osnabrück (Acta pacis Westphalicae; Diarium Lamberg, p. 30-31; Die kaiserlichen Korrespondenzen II, p. 84-86; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 423-430 en p. 442-445; Die Französischen Korrespondenzen I, p. 717-718, en Meiern, Westphälische Friedens-Handlungen I, p. 308-313).
-
voetnoot5
-
Supra, n. 2 en 3. De Franse gevolmachtigden Claude de Mesmes, graaf van Avaux, en Abel Servien begeerden in hun propositie, dd. 4 december 1644, ‘avant toutes choses que Monsieur l'Electeur de Trêve [keurvorst-aartsbisschop Philipp Christoph von Sötern] soit mis en liberté et restabli en la possession des tous ses Estats, biens et dignités, affin qu'il soit en son pouvoir de se trouver en personne dans la ditte Assemblée...’ (Meiern, Westphälische Friedens-Handlungen I, p. 320-321; Acta pacis Westphalicae; Die Französischen Korrespondenzen I, p. 716, en Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 415-416).
-
voetnoot7
- De Zweedse gevolmachtigden brachten hun uitnodiging aan de Frankforter ‘Deputationstag’, dd. 4/14 oktober 1644, opnieuw onder de aandacht van de afgevaardigden. Op 28 november/8 december legden zij de laatste hand aan de tekst van een derde rondschrijven (Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 427-430, en Meiern, Westphälische Friedens-Handlungen I, p. 314-317).
-
voetnoot9
- Waarschijnlijk berichten over een schermutseling van ruiters van de Zweedse opperbevelhebber Lennart Torstensson met eenheden van het keizerlijke expeditieleger van Matthias, graaf Gallas, bij Eisleben en Stassfurt (ten zuiden van Maagdenburg) (Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 413-414 en p. 428).
|