Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 26 Oct.
|
-
voetnoot1
- Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 13, 152. Niet ondertek. De brief is van de hand van Spirings secretaris Pieter Pels. Petter Spiring Silvercrona (ca. 1600-1652), heer van Norsholm, tweede zoon van de Delftse tapijtwever François Spiring (Spierinck) uit diens huwelijk met Oncommera Duyst, keerde na een voorspoedige carrière in Zweden terug in de Republiek met de rang van resident en financieraad van Zweden in Den Haag, 1637-1649, 1651. Hij overleed in Engeland op 19 februari 1652 (Schutte, Repertorium II, p. 491-492; Een rondgang langs Zweedse archieven, p. 176-177 en p. 190-191; D. Hoek, in Jaarboek CB voor Genealogie 12(1958), p. 206).
-
voetnoot2
- Veldmaarschalk Gustav Karlsson Horn had zijn campagne in de Deense gewesten Skåne (Schonen), Halland en Blekinge willen afsluiten met de verovering van Malmö. In september kreeg hij versterking van nieuwe lichtingen, deels uit Zweden, deels uit Finland en Lijfland (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 103-104, en Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 169-174).
-
voetnoot3
- In een schermutseling die op 14/24 september ten noordoosten van Malmö plaatsvond, schakelden drie compagnieën van de Zweedse generaal-majoor Hans Wachtmeister 130 soldaten van het Deense koninklijke leger uit. Hun commandant Henrik von Ahlefeldt liep een schot in de arm op (Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 169-174, en Kong Christian den Fjerdes egenhændige breve V (1641-1644), p. 469 en p. 518). Een Hamburgs nieuwsbericht van 5 oktober 1644 (Gazette 1644, no. 130, dd. 22 oktober 1644) berichtte ook over de veldslag in Skåne (Schonen): ‘On nous escrit du païs de Schonen que le Mareschal Horn y a le vingt-troisième du passé défait cinq cents cavaliers Danois sortis de la ville de Malmuyen ...’.
-
voetnoot4
- Op 6/16 september waren koning Christiaan IV en kroonprins Christiaan de Sont overgestoken.
-
voetnoot5
- ‘Waersbergen’ (Varberg) in het Deense gewest Halland. Het Zweedse garnizoen van Göteborg dreef de soldaten die in opdracht van Hannibal Sehested, Deens gouverneur van Noorwegen, het eiland Hisingen brandschatten, terug naar de vesting Bohus aan de Göta älv.
-
voetnoot6
- De Zweedse kolonel Helmut Wrangel had landgraaf Friedrich van Hessen-Eschwege bijgestaan in diens geslaagde poging om de plaatsen Pinneberg en Breitenburg (ten oosten van Itzehoe) te ontzetten van een omsingeling door soldaten van het Deense garnizoen te Glückstadt. Zijn ruiters stuurde hij vervolgens vooruit naar stad en burcht van Kiel (Gazette 1644, nos. 124 en 127, dd. 8 en 15 oktober 1644).
-
voetnoot7
- De Deense garnizoenssoldaten van Glückstadt en Krempe leken de belegering van de vesting Breitenburg weer te willen hervatten (Gazette 1644, no. 130, dd. 22 oktober 1644).
-
voetnoot8
- De gesignaleerde oorlogsschepen waren lichte kruisers. Het zware geschut hield de Deense admiraal Pros Mund († oktober 1644) achter de hand in de wateren tussen de eilanden Langeland, Lolland en Fehmarn (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 104-106 en p. 311-312).
-
voetnoot9
- De Zweedse oorlogsvloot van Karl Gustav Wrangel, versterkt met een eskader onder
bevel van de op 10/20 september geadelde Zeeuwse Zweed Maerten Thijssen Anckarhielm (no. 7098), was op 5/15 oktober de haven van Kalmar uitgevaren. De schepen koersten langs de kust van Bornholm naar Møn (aankomst op 7/17 oktober) (Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 585-592).
-
voetnoot10
- Petter Spiring Silvercrona ging af op berichten die nieuwsgaarders in Hamburg en Brunswijk (Braunschweig) hadden verzameld over de strijd aan de Saale (29 september); vgl. no. 7088, en de Gazette 1644, no. 132, dd. 29 oktober 1644.
-
voetnoot11
- De manschappen van de Zweedse veldmaarschalk Lennart Torstensson beletten het keizerlijke expeditieleger van Matthias, graaf Gallas, de doortocht van Bernburg naar Halle (Doc. Boh. VII, p. 141 nos. 412 en 414, p. 142-143 no. 418, p. 145 no. 425 en p. 146 no. 428).
-
voetnoot12
- Keurvorst Johann Georg I van Saksen had het bevel over zijn lichtingen opgedragen aan de keizerlijke generaal-majoor Adriaen van Enkenfort (Enckevort). De Saksischkeizerlijken marcheerden over Luckau naar het front (Gazette 1644, no. 130, dd. 22 oktober 1644).
|