Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 15
(1996)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd6937. 1644 juli 1. Van P. Pels.Ga naar voetnoot1Mijnheer, Ick en hebbe in eenen gereuymen tijt u. Exc.cie niet geschreven per faute van matterie.Ga naar voetnoot2 De groote armade van Sweden is in de OostzeeGa naar voetnoot3 sonder datter tijdinge compt yets te attenteeren;Ga naar voetnoot4 alleen seggen, dat se in Schoonen Cristianopoli te waeter en te lande belagert hebben.Ga naar voetnoot5 Men spreckt van nieuw hauwelijck met den coning van Polen met eene France princesse,Ga naar voetnoot6 ja eenige rammelenGa naar voetnoot7 nogh overzee, maer dat en kan ick niet aennemen.Ga naar voetnoot8 | |
Den sindicus van Norenbergh, resideerende tot Ween en, seynt mij desen inleggenden brieff, seggende open te sijn tot mijnder lecture, maer is evenwell gesloten.Ga naar voetnoot9 Heft mij aen te hauden ome antworde gebeden. Ick blijve, mijnheer, u. Exc.cie ootmoedige diener,
| |
1mo Iulio 1644, Dansick. | |
Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 9 Aug. En in dorso: 1 Iulii 1644, Pels. 1 Iulii 1644, P. Pels. |
|