Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 15
(1996)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd6764. 1644 maart 14. Van P. Spiring Silvercrona.Ga naar voetnoot1Mijnheere, Voor acht dagen hebbe u. Exc.tie vermeltGa naar voetnoot2 dat monsieur d'Avaux vanhier vertrocken is.Ga naar voetnoot3 Servien is wegen sijne indispositie noch hier verbleven. Met haere leste propositiën, gedaen in faveur der papisten, hebben sij seer slechten danck behaelt, also dat de heeren Staten-Generael directa tegens de propositie sonder vertoef geresolveert hebben een scherp mandat tegens de papisten te laeten wtgaen,Ga naar voetnoot4 ende sich daerenboven bij den coning in Vranckrijck te beclagen over sulck toemoeden, also sulcx het fondament deses | |
staats was schuddende. Men segt dat d'Avaux sulcx sonder ordre gedaen heeft,Ga naar voetnoot5 gelijck Servien selfs bekennen soude dat het in haere instructie niet begrepen staet.Ga naar voetnoot6 De Dennemarckse saacke wil men aen de provintiën laeten coomen, haere resolutiën daerover te vernemen, 'twelck op een lang traisneren sal wtloopen.Ga naar voetnoot7 Met des crijgs preparatoriënGa naar voetnoot8 is het alhier noch gans stille ende weinig apparentie dat iet sonderlings dit jaar sal voorgenomen werden. Sijn Hoocheit is een tijtlang aen 't podagra gelegen,Ga naar voetnoot9 maer nu aen de beterhand. Wat wij van de armeën hebben gelieft u. Exc.tie per bijgaende te sien.Ga naar voetnoot10 Weinig veranderinge is tsedert mijnen lesten voorgevallen. Den general Torstenson heeft sijn hooftquartier noch te Hadersleven, sijnde wat onpasselijck.Ga naar voetnoot11 Den coning van Dennemarcken hout sich te Fuinen om in alles te versien;Ga naar voetnoot12 equippeert sterck te water, doch heeft groot gebreck aen bootsvolck. Ick blijve, mijnheere, u. Exc.tie dienstwilligste. | |
Den 14 Martii 1644. | |
Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 22 Martii. |
|