Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 14
(1993)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd6270. 1643 juni 20. Aan N. van Reigersberch.Ga naar voetnoot1Mijnheer, De coninginne-regente ende alle de ministres d'Estat die hier zijn verzeeckeren mij ende alle anderen van haere goede intentie tot onderhouding van de tractaten ende continuatie van het oorlogh met gemeen accord totdat men een generale vrede zal connen becomen.Ga naar voetnoot2 De daden verzeeckeren ons oock daervan, alzoo den hertogh van Anguien Thionville, hoewel den vijant daer vannieuws volck heeft ingebracht, aentast.Ga naar voetnoot3 Men meent dat de trouppes van den grave van Guebrian wel derrewaert zouden mogen gaenGa naar voetnoot4 ende den hertogh van Angoulesme middelertijd de frontieren bewaeren, waertoe hem volck werdt toegezonden.Ga naar voetnoot5 Men zegt oock dat den marescal de Motte-Odincourt treckt in Arragon,Ga naar voetnoot6 de Portugezen in Castille Vecchia. Dat de Beyerschen haer houden bij Tubinguen,Ga naar voetnoot7 de Lotteringsche bij Heidelberg, don Melos ontrent Berguen in Henegouwe. Dat die van Venegie ende den Grooten Hertogh haer verclaert hebben tegen den pausGa naar voetnoot8 ende ingetrocken in het Ferrarois, waerdoor den paus genoodzaect zal werden te comen tot accommodement ende daertoe de authoriteit van Vrancrijck te gebruicken. De Palsische die tot Francfort zijn geweest, meenen haer te begeven nae de plaetzen gedestineert tot de conferentieGa naar voetnoot9, alzoo 't meerderdeel van de princen anders als de Beierschen verstaen dat de zaecken van den Pals daer moeten gehandelt werden daer de generaele zaeck zal gehandelt werden. Den vorst van Beyeren, nu hij van den keizer becomen heeft de over-Ensische landen,Ga naar voetnoot10 spreect niet meer van vrede, noch van de vrijheit van | |
Duitschlant, nochte van de neutraliteit van de drie creitzen, nochte van de intelligentie met Vrancrijck. De coninginne-regente van Vrancrijck is zeer geoffenseert door de ongeschickte proceduiren van de lage camer van het parlement van Engelant tegen de coninginne aldaer.Ga naar voetnoot11 Heeft aen den coning van Engelant gezonden hondertduizent croonen bij provisie. Naedat den president Bailleul ende monsieur d'Avaux hebben becomen de superintendentie van de finantiën in plaetze van de heer Boutiller, zoo heeft oock d'heer van Chavigny, zoon van denzelve Boutiller, zijn officie nedergelegt ende is in zijne plaetze secretaire d'EstatGa naar voetnoot12 pour les affaires estrangers geworden den graeff van Brienne, voordezen genoemt La Villeauclerqs ende eertijds mede geweest zijnde een van de vier secretarissen d'Estat, maer 'tzelve officie zich quijd gemaect hebbende; heeft doen gelt ontfangen ende nu gelt gegeven.Ga naar voetnoot13 D'heer Chasteauneuf, broeder van monsieur d'Hauterive, voordezen geweest zijnde guarde des seaux,Ga naar voetnoot14 pretenderende oock cancellier te zijn omdat hem bij 't leven van den cancelier Aligre een brevet daervan is gegeven, hout zich buiten deze stadt te MonruixGa naar voetnoot15 ende werdt bij ontallijcke veele personen gevisiteert. Men weet noch niet wat de coninginne-regente van hem zal willen maecken. De hertoginne van Longueville is zwangerGa naar voetnoot16 ende de hertoginne van Anguien op het uiterste.Ga naar voetnoot17 Men zegt noch dat monsieur d'Avaux haest zal vertrecken nae de handeling, dat den hertogh van Longueville daernae zal volgen. Wie de derde zal zijn, daerop vallen verscheide gissingen. 20 Iunii 1643.
Men meent dat monsieur de Chasteauneuf bij provisie zal zijn cancellier van de order de Saint-Esprit ende daerenboven surintendant van 't huis van de coninginne. Hij hoopt noch beter. De hertogen van Richelieu ende Fronsac ende den marescal de La Millerai zijn te hoof ontboden.Ga naar voetnoot18 | |
[pagina 345]
| |
Ga naar voetnoot18 Hier zijn oock advysen dat den Grooten Heer een derde zoon | |
heeft becomenGa naar voetnoot19 ende dat in 't lant van Mogor oorlogh is om de croon. Men zegt ons dat Buquoi noch leeft, maer zeer quaelijck staet met de Spaegnaerden.Ga naar voetnoot20 Dat in Engelant 's conincx volck ontrent duizentzevenhondert man hebben becomen in Cornouaille, maer de parlamentarissen daertegen de stadt van Wachenfield.Ga naar voetnoot21 Dat den coning van Spaegnie om Vrancrijck daerin niet te wijcken zijn rijck gesteit heeft in de protectie van de Heilige Maget,Ga naar voetnoot22 dat de huisvrouw van OlivaresGa naar voetnoot23 blijft in 't hoff wel gezien bij de coninginne, dat eenige oproer is in Arragon. | |
In dorso staat in een onbekende hand: Den 20 Juny 1643. |
|