Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 14
(1993)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd6246. 1643 juni 6. Aan N. van Reigersberch.Ga naar voetnoot1Mijnheer, Den hertogh van Vendosme recommandeert hier zeer aen de coninginne-regente de zaecke van den coning ende coninginne van Engelant.Ga naar voetnoot2 Dewelcke men hier gelooft niet heel quaelijck te gaen, alzoo den coning heeft gerefuseert te approberen de impositiën die het parlement wilde doen tot het oorlogh van Ierlant omdat zij diergelijcke impositiën voordezen tegen zijne Majesteit hadden gebruict,Ga naar voetnoot3 het crijgsvolck van Essex bij Reading t'onvrede zijn om de quade betaeling,Ga naar voetnoot4 de Iersche roomschgezinden eenige van haer wederpartie hebben tenedergevelt ende de trefves, haer aengeboden,Ga naar voetnoot5 gerefuseert. De coninginne-regente verzeeckert de geallieerden niet te willen handelen zonder haerGa naar voetnoot6 ende die van de religie van de edicten op 't stuck van de religie gemaect te willen maincteneren ende daervan een declaratie doen uitgaen ende verificeren in het parlement.Ga naar voetnoot7 Wij verstaen niet dat den graef van Guebrian iet doetGa naar voetnoot8 ende van den hertogh van Anguien dat hij is in Henegouwen met sestienduizent man, Melo ontrent zooveel hebbende bij Valencienne ende beide verstercking verwachtende.Ga naar voetnoot9 Prince Thomas in plaetze van te gaen nae 't casteel van Tortone is gegaen nae Thurin.Ga naar voetnoot10 De‹n› princen van Italië hebben den paus aengezegd dat zij allegader te zamen zullen moeten zorgen voor de paix van Italië, zoo den paus zich met den hertogh van Parma niet en accommodeert.Ga naar voetnoot11 De eremyten die voordezen den hertogh van Vendosme hadden beschuldight, zeggen zulcx gedaen te | |
hebben tegen de waerheit door gewelt van torture.Ga naar voetnoot12 Monsieur d'Andelot, zoon van den marescal de Chastillon, zich begeven hebbende aen de roomsche religie,Ga naar voetnoot13 is bij de coninginne vereert met twaelffduizent gulden ende 't officie van marescal de camp. Men beschuldigt don Melo dat hij eerst vijantlijcke acten heeft aengerecht nae de doot van den coning, nu overleden, dat hij willende slaen 't renfort van Becx niet en heeft verwacht ofte immers niet en heeft slagh gelevert 's avonts tevoren als de Fransoisen moe ende onbereidt waeren, maer vooral dat [hij] Buquoi ende meteene alle de reuterie heeft geoffense[e]rt, hem willende benemen het bevel dat hem toequam.Ga naar voetnoot14 Den Grooten Heer, zoo wij hier hooren, heeft een tweede zoon,Ga naar voetnoot15 rust ter zee tachtich galeien, dertich andere schepen. Monsieur de Millerai blijft bij de wateren van Bourbon.Ga naar voetnoot16 De restitutie van 't gouvernement van Auvergne gedaen aen mijnheer den hertogh van Orleans is geverificeert in het parlement.Ga naar voetnoot17 Men spreect van de hertoginne van Esguillon te huwelijcken met den grave van Brion,Ga naar voetnoot18 die zeer bemint is van den hertogh van Orleans, 'twelck een middel zal zijn om haer rijckdom die zeer benijdt werdt te salveren. Aen den hertogh van Bouillon werdt recompense gepresenteert voor Sedan.Ga naar voetnoot19 6 Iunii 1643.
Ick heb aen mijnheer den hertogh van OrleansGa naar voetnoot20 gerecommandeert de zaecken van Swede ende van de geallieerden. Sijne Hoocheit heeft zeer goed ende beleefd antwoord gegeven. Men meent dat hertogh Carel, die te Sirick is, iemant van de zijnen hier heeft gezon- | |
den.Ga naar voetnoot21 In Catelagne is nieuwe conspiratie geweest tegens de Fransoisen, oock zoo men zegt tegens het leven van den marescal de La Motte-Odincourt.Ga naar voetnoot22 De Fransoisen equipperen tien galeien binnen Barcelone. De Spaignaerden hebben Tortose voorzien met duizentvijfhondert te voet, vijfhondert te paerd, Fragues met dertienhondert man. Den hertogh van Anguien heeft ingenomen de casteelen van Barlaimont ende AismeryGa naar voetnoot23 aen de Sambre. De Spaignaerden vresende voor Camerick hebben het garnisoen aldaer versterckt. Den marescal de l'Hospital,Ga naar voetnoot24 voordezen genoemt du Hallier, is hier ende doet zich van zijne wonden genezen. Wij hooren dat de Schotten, bij de Engelsche parlamentarissen gesolliciteert om haer te helpen, daertoe niet en willen verstaen. | |
In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 6 Juny 1643 uyt Paris. |
|