Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 14

6072. 1643 februari 6. Van G. Keller.¹

Hochedeler, gestrenger herr ambassadeur, insonders hochgenaigter herr,

Alhier vermuthet mann sich starck, dass zwischen den Weymar- vndt Beyerischen arméen, welche beede nach der Thonaw warts sich gezogen haben,² ein treffen vorgehen möchte. Auss dem Reich wirdt berichtet, dass in Östereich es fast einer rebellion gleich sehen soll, wegen der grossen contribution, vmb welcher willen vermuthlich der erzherzog mit der armée noch werde dahin gehen vndt Böhmen im stich lassen müssen.³

Hatzfeld war mit seiner armée in Böhmen angelangt,⁴ hatt sein hauptquartier zu

1 Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 12, 68. Eigenh. ondertek. Georg Keller was secretaris van de Zweedse ambassadeur te Hamburg, Johan Adler Salvius.

2 Beide legers lagen in het Wurtembergerland, ongeveer 50 km. ten noorden van de Donau.

3 Het keizerlijke leger van aartshertog Leopold Wilhelm en Ottavio Piccolomini was na de grote nederlaag van 2 november 1642 volkomen ontredderd van het slagveld van Breitenfeld in Bohemen teruggekeerd. Thans drong zich de noodzaak op om geld bijeen te brengen voor het werven van nieuwe troepen; vgl. Doc. Boh. VI, p. 458-459, no. 1399.

4 Eind december 1642 kreeg de keizerlijke veldmaarschalk Melchior von Hatzfeldt und Gleichen het bevel om zich gereed te houden aan de Boheemse grens.

[p. 73]

Glattaw,⁵ der erzherzog vndt Piccolomini lagen noch zu vndt ihre armée vmb Pilsen still, vndt lassen von ihrem vffbruch noch wenig hören. Vnssre armée liegt noch vor Freyburg, in stäter fleissiger arbeit begrieffen, die belägerten opiniastriren sich sehr, vndt wollen von keinem accord hören,⁶ haben den vnssrigen an 2 orthen contraminirt, vndt ihre arbeit verderbt, gleichwol hofft mann, dass ehistens die eroberung des orths, dero behueff eine guthe quantität munition von Leipzig dahin geschickt worden, erfolgen werdt, zumahlen sonderlich vom feind, welcher in allen seinen quartiere noch still gelegen, noch wenig lust zu entsetzung des orths sich sehen lässt, vndt scheinet, dass er schwerlich diesen winter vber den wald kommen, sondern viel ehe die vnssrigen hinüber zu ihm gehen werden.

Alhier haben wir ezliche tage her grewliche sturmwinde vndt so hohes wasser gehabt, dass die Elbe längs hinunter nach der see zu alle teiche vndt dämme auffgerissen vndt mit vberschwemmung des landes, welches noch vnter wasser stehet, vnsäglichen schaden gethan hatt.

Das friedens negotium betreffend, ist mann zwar mit den keysserl. instrumenten nun so weit friedlich,⁷ die Spanische ratification aber ist voller mängel vndt gebrächen, vndt die gelaidtsbrieffe seind nur von don Melos vnterschrieben, darumb sie von m[onsieu]r de S[ain]t-Romain nicht angenommen werden, weilen aber der könig in Spanien den keysser zu sothaner aussfertigung in seinem nahmen gevollmächtigt hatt,⁸ so erwartet mann nun, ob die crohn Franckreich vndt die herren Staaten von Hollandt darinen verwilligen vndt annehmen werden, vff welchen fall so fort zur ausswechselung der instrumenten vndt dann zur sezung des tags zum haupt congres soll geschritten werden.⁹

Ew. Excell. thue ich immittelst Göttlichem schutz zu allem hohen wolergehen getrewlichst empfehlen, stäts verbleibend

Ew. Excell. gehorsambster diener,
G. Keller m.p.

5 Lees: ‘Klattau’ (Klatovy).

6 Het leger van Lennart Torstensson had op 9 januari de belegering van de Saksische stad Freiberg ingezet.

7 De keizerlijke ratificatie van het Hamburgse preliminaire vredesverdrag van 25 december 1641. Onlangs hadden de Zweedse en Franse onderhandelaars een verbeterde versie van het origineel van 22 juli 1642 ontvangen; vgl. no. 6062.

8 Koning Philips IV had op 19 november 1642 de Spaanse stukken getekend. Zij werden via Brussel doorgestuurd naar Hamburg. In afwachting van de originelen waren door don Francisco de Melo, gouverneur van de Zuidelijke Nederlanden, plaatsvervangende documenten uitgeschreven. Deze werden echter niet door de Franse resident Melchior de Harod de Senevas, markies van Saint-Romain, geaccepteerd. Om nog grotere vertraging in deze zaak te voorkomen, deed de keizerlijke vredesonderhandelaar Johann Weichard von Auersperg het voorstel om dan maar formulieren aan te bieden die de keizer had ondertekend krachtens volmacht van koning Philips IV dd. 19 november 1642 (Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. XXIV-XXVI).

9 De uitwisseling van de documenten zou oorspronkelijk op 1/11 december 1642 te Hamburg plaatsgevonden moeten hebben.

Hambourg, den 27. Ian[uarii] 1643.

Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 25 Febr.