Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 13
(1990)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd5859. 1642 augustus 29. Van P. Pels.Ga naar voetnoot1Mijnheer, U. Exc.cie missive van 26 IulioGa naar voetnoot2 hebbe ick well ontfangen. Bedancke hoogelijck vor de goede communicacie. De imperiale macht heft den veltmarschalck TorstensonGa naar voetnoot3 doen retireren tot aen de Marck Brandeborgh, maer daer wort geordeelt omme advantage te nemen, te meer dor de desordre met de grooten tros van 't kayserlijck leger, dat ooc de stroyen daacken van de boerenheuysen tot fourage dienen moet, blijvende de ingenomen plaetsen nogh verheert van de Sweden. Soo die konnen in de kaysers erfflanden wintterguarnisoen hauden, soo is 't seeker dat eenen algemeenen vrede sooveel te lichtt sall konnen gevonden worden. In 't korte sullen mogelijck van notabele rescontro hooren. In Polen is alles still. Den grooten cancelaer Ossolinski was in ambassade met eenen treyn van 300 peerden tot Coninxbergh aenkommen, sonder nogh te können penetreren sijnen last, hebbende hijselve sijne instruccie geschreven, maer de opinie is omme eygentlijck te sondeeren de hauwelijckse resolucie van den churvorst, omme sulckx te beletten, soo het op Sweden | |
saude aengesien sijn.Ga naar voetnoot4 Den veltheer Conitspolski was in persoon op de frontieren van Podoliën omme op de gewapende Tartaren te letten.Ga naar voetnoot5 U. Exc.cie begeren te weeten ofte de Reuyssen een hooft hebben ome haer saacke te konnen staende hauden. Daerop ick antworde dat den principalste onder hun is den castelaen van Czernichauw,Ga naar voetnoot6 een man van goet verstandt en groote resolucie, hebbende die senatorschap van den coning moeten aennemen omme des conings ongenade in 't refuseren te ontgaen. Hij konde in de landtboden-stoveGa naar voetnoot7 meer inbroulleren en vordeel doen als proffijt met sijne eenige stemme onder 80 à 90 senattoren. Ogh, ofte Godt gave dat dor den stillstandt van waepenen in Vranckrijck vergelijcking in de religie mochten hebben, en 't is well gegeven dat die malcanderen om 't Evangel[i]um slaen, wijnigh danck van haeren m[eest]er sullen hebben. Konde men dat aen die puriteynen leeren, in de plaetse van geneygt te sijn tot allen quaden en onnuts tot eenigen goeden. Ick vreese dat die Engelse voncken well mochten in Hollandt vliegen. Wij en hebben nogh geen advis dat de Brandeborgse gesanten in Sweden sijn aenkommen.Ga naar voetnoot8 Soo datelijck ontfange brieven van ConinxbergenGa naar voetnoot9 dat Ossolinski daer was aenkommen, den churvorst gesalueert en sauden tesaemen naer der Pilauw raysen. Wat aenbrengen en verrichten sall sijn, leert den tijt. Ick blijve, mijnheer, u. Excellencie diener,
| |
19/29 Augusto 1642, Dansick. | |
Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 30 Sept. |
|