Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 13

5847. 1642 augustus 21. Aan baron de Montigny.¹

Monsieur,

La Forest,² filz d'un tres honneste advocat au parlement, m'aiant tres bien servi comme page et depuis ayant bien et fidellement servi en la compagnie de mon filz qui estoit dans la cavallerie estrangere,³ ladicte compagnie ayant esté dissipée, en partie pour ce que la pluspart ont pris service soubs feu monsieur le comte,⁴ en partie par le malheur arrivé à monsieur le marescal de Chastillon prèz de Sedan, cerche employ, à quoy je voudrois que ma recommendation, qu'il a bien meritée, luy peust estre utile et principalement qu'il peust avoir l'honneur de servir monseigneur le dauphin en sa compagnie de guardes, en quoy si faire se peut, je vous prie de le favoriser et me croire, monsieur,

vostre tres humble serviteur.

1 Kladafschrift in copieboek Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 3, p. 46. De baron van Montigny raakte in februari 1650 betrokken bij de vlucht van Anne-Geneviève de Bourbon, hertogin van Longueville (Cardinal de Retz, Oeuvres, p. 484). Toentertijd was hij gouverneur van Dieppe. Mogelijk overleden in 1658 (Lettres Mazarin III, p. 482 en p. 489, en IX p. 18 en p. 29).

2 Zie voor de veel voorkomende familienaam La Forest, Tallemant des Réaux II, p. 655.

3 Grotius' oudste zoon Cornelis had in 1641 als ritmeester in het regiment van Christoph Martin, heer van Degenfeld (vgl. no. 5655), meegevochten in de ongelukkige slag bij La Marfée. Na afloop werd dit regiment beschuldigd van trouweloos gedrag jegens de opperbevelhebber Gaspard de Coligny, hertog van Châtillon; vgl. nos. 5311 en 5313 (dl. XII).

4 In juni 1641 ging het gerucht dat manschappen van het regiment van Degenfeld waren overgelopen naar de partij van Louis de Bourbon († 6 juli 1641), graaf van Soissons; vgl. nos. 5217 en 5219 (dl. XII).

Le 21 d'Aoust 1642.

Bovenaan de copie staat: Mons. le baron de Montigny, cappitaine de guardes de monsieur le dauphin.