Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 13

5837. 1642 augustus 12. Van G. Keller.¹

Hochedler, gestrenger herr ambassadeur, insonderss hochgeneigter herr etc.,

Von newen haben wir alhier, dass, alss der herr feldtmarschall Torstenson vernommen, wie Piccolomini mit aller keyserl. macht im anzug, Brieg zuentsetzen, begriffen vndt 7 meil wegess davon bereits schon angelangt gewesen, s. Excell. die belägerung quittirt, bey Bernstadt die Oder passirt² vndt sich resolvirt h(a)ben bey Trachenberg oder Wolaw³ einen posto zu fassen, dess seco(ur)s auss Pommern, welcher zue Stettin den 28. passato anlang(en) sollen, zuerwarten,⁴ dan gegen Olmitz so vom feind blocquirt (geha)lten wirdt, sich zu wenden, vndt dem feind den kopf zubiethe(n). In Olmitz ligt der obristleutenant Wancke,⁵ vndt ist die stad(t) auss- alss innerhalb der mauren woll versehen. Die geringere ordt seind alle demolirt vndt dass volck zuer armee genommen worden.

Auss Pohlen verlautet, ob wehre der grosfürst in der Mosscow mit einer grossen macht im felde, vndt sein dessein vff Smolensky angesehen.

Die Chur Brandenb. ambassade nacher Schweden ist mit einem stadtlichen comitat vnterwegenss.⁶

1 Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 12, 60. Eigenh. ondertek. Georg Keller was secretaris van de Zweedse ambassadeur te Hamburg, Johan Adler Salvius.

2 Nadat de Zweedse opperbevelhebber Lennart Torstensson op 25 juli de belegering van Brzeg (Brieg) had afgebroken, voerde hij zijn troepen bij Bierutów (Bernstadt) over de Widawa (Weide). In een omtrekkende beweging moet hij naar het noordwesten zijn opgetrokken; vgl. de Gazette 1642, no. 112, dd. 30 augustus 1642, waar als bestemming de plaats Głogów wordt opgegeven.

3 De al eerder veroverde plaatsen Zmigród (Trachenberg) en Wołów (Wohlau).

4 In zijn brief van 5 augustus (no. 5826) had Keller reeds verslag gedaan van de aankomst te Wolgast van een nieuwe lichting Zweedse soldaten.

5 Overste Jacob Wancke, commandant van het Zweedse garnizoen te Olomouc (Gazette 1642, no. 101, dd. 9 augustus 1642, en Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 497-498).

6 De Brandenburgse kanselier Sigismond von Götze en Gerhard Rumelian Leuchtmar von Kalcheim werden op 12/22 augustus door de rijksregenten ontvangen. Het doel van hun missie betrof een regeling voor de terugkeer van de Zweedse koningin-weduwe Maria Eleonora van

[p. 371]

⁶ Von dannen ist man in Pommern der reuterey, welche noch nicht ankommen wahr, stündlich gewertig. Sonst passirt in der cron nichts.

6 Brandenburg naar haar geboorteland. In de wandelgangen werd ook de mening van de Zweden gepeild over een mogelijk huwelijk tussen keurvorst Friedrich Wilhelm en koningin Christina (Urk. u. Act. I, p. 572-574, en XXIII-1, p. 34-35).

[p. 371]

In Dennemarck hat der könig,⁷ alss er den 23. Iulii zu Copenhagen ankommen, den 24. die Mosscowiter mit grossem pomp auss dem schiffe in ihr logement abholen lassen. Heut 8 tage solten sie audience haben.⁸ Vnterdessen würden sie frey tractirt vndt ihnen von hoff alless gefolget, so sie hernach vff ihre weise selbst kochen vndt zurichten. Von ihrer werbung hat man nichts gewisses. Man meinet, ess sey umb continuirung voriger correspondentz vnd alliance mit Dennemarck, item wegen der commercien vorhabender newerung vnd dispüte vff den Lapländischen gräntzen zwischen beiderseits vnterthanen, 3. hülffe von Dennemarck wieder dess grosshertzogen feinde zubegehren, vndt 4. die heirath zwischen dess grosshertzogen tochter vndt dess königss natürlichen sohn graff Woldemarn⁹ vff die bahn zubringen. Ess wirdt aber diesess letztere nur ausgelachet.

Vergangenen Donnerstag seind der printz von Dennemarck, die printz(e)ssin vndt der ertzbischoff von Bremen¹⁰ von einem hiesigen k(au)ffman vff dessen garten eine halbe meil von hier zu g(ast) gehalten, vndt daselbst von dess herrn ambass[adeur] Salvii Ex(cell.) besucht worden. Der graff von Awersperg ist nach (Denn)emarck zum könig gereiset. Man sagt, er soll die keyserl. ratification über die friedenss praeliminarien haben.

Im übrigen ist alless in stillen terminis, darumb ich hiemit schliesse, vndt alzeit verbleibe

Ew. Excell. gehorsamber diener
G.K. m.p.

7 Eerder bevond koning Christiaan IV zich in Glückstadt waar hij besprekingen voerde met de keizerlijke vredesonderhandelaar Johann Weichard von Auersperg.

8 De ambassadeurs van tsaar Michael Fedorovitsj kregen op 6 augustus toegang tot de koning (Gazette 1642, nos. 109 en 112, dd. 23 en 30 augustus 1642).

9 Valdemar Christian, graaf van Sleeswijk-Holstein, begeerde de tsarendochter Irina.

10 Prins Christiaan (1603-1647), diens echtgenote Magdalena Sibylla van Saksen (vgl. DBL III, p. 336-338) en prins Frederik, die toentertijd aartsbisschop-administrator van Bremen was.

Hamburg, den 2/12. Aug. [1]642.

Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 2 Sept.