Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 13
(1990)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd5584. 1642 februari 1. Aan N. van Reigersberch.Ga naar voetnoot1Mijnheer, Den coning is van hier vertrocken nae Fontainebleau om den vijfendetwintichste te zijn te Lions. Men zegt de coninginne in April zal volgen. Den coninck, alzoo ick nae de gewoonte | |
van de ambassadeurs sijne Majesteit geluckwenschte op de reize, toonde een groote hoope van het succes van deze reize ende zeide 't oorlogh te willen brengen diep in 't gebiet van Spaignie. Diergelijcke propoosten heeft zijne Majesteit gehouden aen de heeren van het parlement aen haer gezonden, ende zijn de preparaten overal niet clein. Waer het heengaet onzeecker, ende den coning voet de twijffeling, hebbende eenige groote heeren assignatie gegeven om hem te vinden te Carcassone, andere te Avignon. De Catelans hoopen den coning zal comen naebij haer, ende alrede heeft den mareschal de Breszé,Ga naar voetnoot2 eenige hulp ontfangen hebbende uit Languedoc, hervattet, zoo men ons zegt, het belegh van Argillers om Perpignan te benauwen, waeraen de Fransche zaecken zoo in 't Roussillon als in Catelagne veel dependeren. Andere meenen de principale desseings zijn op Italië, waertoe apparentie geeft dat den vice-roi van NaplesGa naar voetnoot3 op 't verzoeck van den cardinael van SavoieGa naar voetnoot4 zesduizent ducaten heeft gezonden nae Nizza ende twee schepen met amunitie, zes met coren; daerenboven tot verstercking van Finael, voor welcke plaetze de Spaenschen in becommering zijn zedert Monaco Fransch is, achthondert man, waerbij comt dat den coning een groot magazijn van vivres ende zaecken tot het oorlogh nodigh maect te Pinerol. Andere gaen verder ende hoopen dat het Milanees zal werden geattaqueert, alwaer buiten twijffel zijn veele malcontentementen, die onlancx haer geopenbaert hebben te Cremona, alwaer eenige soldaten bij de burgerie zijnde omgebracht de seditie niet en heeft gestilt connen werden anders als met weghnemen van het garnisoen. Oock werdt in Italië geremarqueert dat de Spaignaerden vrezen voor eenige naerder correspondentie tusschen den paus ende Vrancrijck. De lichtinge zoo van den paus als van Vrancrijck gaen voort in Switzerlant. D'heeren Erlach ende OssenvilleGa naar voetnoot5 zijn ingetreden binnen Hohentwiel ende slechten de wercken bij de keizerschen begonnen, alzoo Sparre vandaer is getrocken ende in de aftocht heeft verloren twee mortieren, vier stucken geschuts, twee carren met amunitie. Dat gaet zeer wel, ende in het stuck van den marescal HornGa naar voetnoot6 heeft den coning alle noodige ordre gegeven, den hertogh van Beieren zich verclaert tevrede te zijn ende Snolsky, secretaris van mijnheer den marescal, in Duitschlant teweege gebracht al dat tot de wisseling is van noode. Den coninck toont niet buiten gevoelen te zijn over de verachting van zijne zuster ende haeren man, den coninck in Engelant, waervan men in corts wel eenige effecten zoude connen zien. Hertogh CarelGa naar voetnoot7 is te Worms. Men zegt ons dat het renfort, 'twelck gecomen is aen den marescal de Breszé, beloopt tot duizentvijfhondert mannen te voet, sevenhondert te paerd. Die van 't garnisoen van La Bassee loopen zeer sterck in de quartieren nae Rijssel ende hebben | |
daer becomen het casteel van Merigniez.Ga naar voetnoot8 De dote van mademoiselle de BourbonGa naar voetnoot9 zal zijn tweehondertzestighduizent croonen. 1 Februarii 1642. | |
In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 1 Feb. 1642 uyt Paris. |
|