Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 11
(1981)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermdBijlage no. 31 Bij no. 4985
| |
sulcken val met het volck te blijven, soo is gisteren dat conclusium gemaeckt, dat 50 comp.n in 't landt van Gulick ende 31 int lant van Berch logeren sullen. De colonnel RosaGa naar voetnoot7 siende in die Wetterau niet meer uyt te richten, mits dat alle die keyserse troeppen onder den heere van GeleenGa naar voetnoot8 sich over den Meyn geretireert hebben, heeft de France penningen, die tot Franckfurt gereet lagen, ende den pagador affgehaelt ende daermede wederomme terugge nae de Wijmarise armee de marche genomen. Men kan noch niet eygentlijck vernemen, waer d'armee hun erneren werde, sommige scrijven van het Franckenlant, andere in die Wetterau. Brieven uyt Erffurt van den 10e deses melden dat de generael BaniersGa naar voetnoot9 troeppen sich alreets voor die stat sien lieten ende dat men sijne persoon dagelijcx was verwachtende; men het buyten allen twijffel sijn werde naer Bohemen ende des keysers erfflanden gaen. Off die keyserse daertoe stil sitten werden, sal die tijt leeren. Tot Regensberch gaet men noch om met de contributie. Beyeren heeft 150 maenden bewillicht, maer die steden sijn noch niet verder als die 50 maenden gecomen, pretenderen d'onmogelijcheyt. Hiermede einde (?) Bilderbeecq. Uyt Ceulen den 19 December 1640. |