Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 11
(1981)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4955. 1640 december 3. Van P. Spiring SilvercronaGa naar voetnoot1.Mijnheer, U Excell.tz hoochaengenaemen ende seer waerde missive van den 24 passatoGa naar voetnoot2 is mij wederom wel geworden; bedancke u Ex.tz ten hoogsten voor de continuerende goede comunicatie. Daerentegens is vanhier tegenwoordich weynich ofte gants niet schrijvenswaerdich te melden. Alleen verstaet men, dat sijn Hooch.t mijnheere den prince van Oragnen van d'Ommelanden - alwaar hij tot het gouvernement van selvige landen gehuldiget worden ist - eerstdaechs wederom thuys coomen sal, voor welcke comste mons.r de La TulleryGa naar voetnoot3 in sijner negotiatie weynich uytrechten can. Dat wij uyt Duytsland hebben is uyt bijgaender copieGa naar voetnoot4 te sien. Hiermede eyndende ben u Ex.tz nevens desselfs famille in de genaedige protectie des allerhoogsten trouwlijcken beveelende, ende verblijve, U Excell.tz tot diensten altijt bereytwillig. | |
Haagh, den 3 Decemb. 1640.
Over het bedencken u Ex.tz mij voorstellende antwoorde ick over 8 daegenGa naar voetnoot5. | |
Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. 12 Dec. |
|