Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 11
(1981)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4837. 1640 september 15. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot1.Mijnheer, Men vercondicht hier seer de victorie, die den marescal de BreszéGa naar voetnoot2 den 22 ende 23 Augusti heeft becomen tusschen Calis Malis ende St. Lucar, alwaer men seit, dat de Spaignaerden verloren hebben vijf galioenen, gaende nae West-Indië, elck van vijfhondert tonneaux. Hiervan sal misschien in Hollant seeckerder tijding sijn. Den coning is te S.t Germain wel te pas, verwacht het kinderbedde van de coninginneGa naar voetnoot3, den dauphijnGa naar voetnoot4 wel te passe, gespeent ende wel spreeckende. Den cardinael noch ontrent Amiens sijnde doet verscheide forten maecken, één tuss[c]hen Bapaume ende Atrecht om het loopen van 't garnisoen van Bapaume, 'twelck onlangs de Fransoisen niet weinigh hinder heeft aengedaen, te beletten ende de convoyen nae Atrecht te verseeckeren. De brieven van den sevende uit het leger voor Thurijn seggen, dat den marquys de LeganésGa naar voetnoot5 sich prepareerde om een nieuwe aenval te doen op hetselve leger, dat nu beschanst is met twee wallen, staet maeckende van tenselven tijde gesecondeert te sijn door een uitval uit Thurijn. De Fransoisen hebben hoope hetselve wel te wederstaen, te meer alsoo de groote sieckte, die in 't leger is geweest, weinigen het leven heeft gecost ende bij veelen ophout. Daer werdt gestaedigh gesproocken van conditiën om het oorlogh aldaer te doen cesseren, waertoe sterck werdt gearbeit bij den paus ende Venetië. Van de saecken van Duitschlant meene ick, dat in Hollant verscher ende seeckerder tijding is als alhier. Den hertogh van LonguevilleGa naar voetnoot6 heeft niet boven duisent Fransoisen bij sich, maer heeft de Wymarsche regentenGa naar voetnoot7 contentement gegeven, die niet en letten als op gelt, ende doet hier gestaedigh solliciteren om verstercking. Men seit GleenGa naar voetnoot8 om den eertshertogh LeopoldGa naar voetnoot9 te hulp te gaen, die sooveel trouppes hij can nae sich treckt, het belegh van Creutznach heeft moeten verlaeten. De Spaignaerden fortificeren seer Constance, meenen hetselve te doen te Zel, hebben daerontrent in 't velt vierduisent man ende geven de Switsers seer goede woorden. Men licht hier te Parijs achtduisent man, waermede monsieur du HallierGa naar voetnoot10 sal gaen nae Lorraine, tenwaer den noodt hem dwong te gaen nae Hagenau ofte eenige andere plaetse, die den vijant soude mogen attaqueren. Den 15 Sept. 1640.
Wij hooren, dat de seditie van Catalogne weder aengaet, doordien den coning van Spaignië seit, dat sij de conditiën van het accord niet en hebben onderhouden, sent een deel van sijne vloot in Italië derrewaert; sij coopen wapenen ende coren van de Fransoisen. Den marescal de Breszé is weder gecomen te Belisle ende den eertsbisschop van Bour- | |
deauxGa naar voetnoot11 sonder iet uitgerecht te hebben in Provence. Leganès heeft nieuw renfort ontfangen en verwacht noch eenige, schiet bombes vol meels in de stadt. Monsieur d'HarcourtGa naar voetnoot12 heeft becomen drieduisent man te voet, vierhondert paerden uit Provence. Den paus roept den cardinael GinettiGa naar voetnoot13 van Colen seggende, dat hij hem weder sal senden, wanneer de coningen het oorlogh moede sullen sijn. Den coning heeft aen mijnheer den churfürstGa naar voetnoot14 een diamant gegeven, die geëstimeert werdt op dertichduisent guldens. Wij verstaen, dat een extraordinaire ambassadeur van hier nae Hollant gaetGa naar voetnoot15. | |
Adres: Mijnheer mijnheer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant in Den Hage. Port. Met andere hand: 4 st. In dorso schreef Van Reigersberch: Broeder de Groot, den XV Sept. 1640, uyt Paris. |
|