Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 11
(1981)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4810. 1640 augustus 30. Van P. PelsGa naar voetnoot1.Mijnheer, Aen u Ex.cie was over 14 daegen mijnen lestenGa naar voetnoot2. U Ex.ce aengenaeme van 21Ga naar voetnoot3 is mij geworden ende gerne gesien, wat in de France legers passeert. Hier is alles still. Gen.ll AernemGa naar voetnoot4 was van 't kayserlijck hoff tot Warschauw aenkommen tracterende, soo men segt, saacken van importancie seer secret; sall hem eene poose tijts in Preuyssen tot Toren ophauden. Daer was ooc aenkommen eenen Turckschen ambassadeurGa naar voetnoot5 met groote presenten en 300 slaven confirmeren den vrede en laeten verleugeren, dat Babiloniën van den Persiaen weder saude innegenommen sijn. | |
De fugitive retraicte van de coniginne-moederGa naar voetnoot6 uyt Sweden in Dennemarcken maackte daer groote alteracie niet sonder aparencie van eene gestadige onruste. De Hollandse ambassadeursGa naar voetnoot7 ontfiengen alle contentement; die geven hope van goet succes haerder commissiën. Cooplieden uyt Holland sijn seer swaerhooffdigh, begeeren geene goederen dor de Sondt gesonden te hebben. Den coninck van Dennemarcken seynt sijnen statthauder in ambassade naer EngelandtGa naar voetnoot8, Hannibal van ZeestedeGa naar voetnoot9 naer Spaniën, ooc eenen naer den kayserGa naar voetnoot10; in Norwegen heft 36 Hollanse schepen doen arresteren onder pretext van sau 't contrabande uytgevoert ofte gelaeden te hebben, laet seer veel loot coopen ende schijnt eyndelijck tot extremiteyt sall vallen. In Littauwen heft vorst RasevillGa naar voetnoot11 den tempell doen toemetsen en eenen anderen doen bauwen tuschen 2 sijnder patrimoniallen hoven; daer ontrent, daer sijn groote jalousiën dor de gantze croon. Ick blijve, mijnheer, u Ex.ce diener
| |
Adres: S. Ex.z mijnheer Hugo de Groot, ordinarie ambass.r van S.K.M. en croon Sueden aen de konig van Vranckrijck, Paris. Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. 2 Oct. En in dorso: 20/30 Aug. 1640. Pels. |
|