Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 11
(1981)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4518. 1640 februari 18. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot1.Mijnheer, In de saecke van mijnheer den churfürst palsgraefGa naar voetnoot2 sien wij noch niet claer. Mijne audiëntie, die ick volgens d'ordre van onse coninginne versocht heb, werdt uitgestelt; off het is om de jicht van den coning ofte dat se iet hoopen te trecken van sijne Doorluchticheit eer ick mijne propositie doe, sullen wij zien. Wat de heer de ChavignyGa naar voetnoot3 in sijne tweede gespreck met sijne churf. Doorluchticheit gedaen heeft, weet niemant. Apparentelijck is het geweest om iet van deselve te trecken t'haeren voordeel. Den coning van Engelant heeft geprotesteert, dat alle 'tgunt mijnheer de churfürst sal doen in de gevanckenis sijnde moet gehouden werden voor nul ende heeft last gegeven aen mijnheer den graef van LicesterGa naar voetnoot4 van niet te handelen met de Fransoisen, eer mijnheer den churfürst sal sijn in vrijheit. Wij hooren, dat den coninck van Denemarcken oock op dit stuck hier wil senden. Mijnheer den ambassadeur van PolenGa naar voetnoot5 bij mij nae de coustume gevisiteert sijnde, heeft mij de visyte weder gegeven, spreect veel van te willen onderhouden het gemaecte bestant, seit belofte te hebben aengaende den prins CasimirGa naar voetnoot6, sulcx als Vrancrijck begeert heeft. De Françoisen seggen, dat de belofte niet en is gepasseert in een wettelijcke ende volle vergadering, ende dat alle dat in sulcke vergadering werdt verhandelt nae de Poolsche maniere geene cracht en heeft, eer de vergadering is besloten ende de acten oversien. | |
Den voorseide Poolsche ambassadeur heeft geen last te spreecken van prins RobbertGa naar voetnoot7, seit advysen te hebben, dat de coninginne van PolenGa naar voetnoot8 kind draecht. In Italië werdt bij den paus ende Venegië, den grooten hartoghGa naar voetnoot9 ende andere princen van Italië seer gearbeidt om de saecke van mevrouw van SavoyeGa naar voetnoot10 ende de twee princenGa naar voetnoot11 te brengen tot bestant. Ende schijnt dat stuck alrede seer verre gebracht te sijn, sooveel ick can oordeelen uit de presentatiën, die ick zie, dat mevrouw van Savoie doet aen de princen tevrede sijnde geene groote saecke te verhandelen dat met haeren raedt ende signature. Soo sal dan al dat Spaensche volck uit Italiën comen sacken nae Duitschlant ende onse saecken in groot peryckel stellen. In Engelaant werdt een ambassadeur extraordinaire verwacht uit SpaigniënGa naar voetnoot12 met voorslagen, soo men meent, van een huwelijckGa naar voetnoot13 ende, sooveel ick uit mijnheer den graef van Licester can verstaen, heeft den heer van SomerdijckGa naar voetnoot14 noch niet veel gevordert. Amboine legt noch altijd op de crop ende doet andere dingen oock quaelijck s(mae)cken (?). De wapening van den Grooten HeerGa naar voetnoot15 is groot ende, hoewel Polen niet en is buiten vrese, schijnt nochtans apparenter, dat het sal sijn tegen Italië ofte de naegelegen eilanden. Een schip van S.t Lucas comende nae S.t Malo is bij de Turcken genomen sijnde twee millioenen waerd. Tot Parijs, den 18 February 1640.
Men spreect hier van groote preparativen van oorlogh tegen den 15 April: een groot leger voor de heer de la MilleraiGa naar voetnoot16, dat men seit te sullen sijn van vierendetwintichduisent te voet, ses te paerd, noch verscheide cleine legers voor den marescal de ChastillonGa naar voetnoot17 in Campagne, voor ChauneGa naar voetnoot18 in Picardië, voor Du HalierGa naar voetnoot19 in Lorraine, voor VilleroyGa naar voetnoot20 in Bourgogne; drieduisent man voor Pignerol ende de garnisoenen daerontrent, groote provisie te Metz om die van Luidick te assisteren. Voorts dat Hohentwiel ende Than t'eenemael sijn aen den coning ende dat den cardinal BichyGa naar voetnoot21 hier werdt verwacht. | |
Adres: Mijnheer mijnheer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant. In dorso met andere (latere) hand: Den 18 Feb. 1640. |
|