Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 11
(1981)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4475. 1640 januari 16. Van P. Spiring SilvercronaGa naar voetnoot1.Mijnheere, De hooch aengenaeme comunicatiën soo van den laetsten Decemb. 1639Ga naar voetnoot2 alsoock van | |
den 7 Januarii 1640Ga naar voetnoot3 van u Excellentzie sijn mij wel overgelevert worden, waervoor mij hoochelijcken bedancke. Dat voor 8 daegen u Ex. ick niet geschreven, is daerom geschiet, dat ick verleden postdaege verreyst ben geweest, alsoo ick niet anders als voorbijgaen gekunt. Aengaende tgene voorts tot continuering der weeckentlijcke nouvelles sal dienen, is van hier weynich ofte gar niets. Dat van Duytslandt hier is can u Ex. in bijgaende copieGa naar voetnoot4 vernemen. Melden, dat sijn Excell. Joan BannierGa naar voetnoot5 van sints tot een hooftactie te treeten tegens die kaysersche, waertoe den allerhoogsten sijn Excell. allen goeden succes verlenen wilde, in wiens protectie u Ex. aenbevelende beneffens verblijvende, u Excellentz dienst- ende bereytwilligen
| |
Gravenhaagh, 16 Januarii 1640. | |
Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. 25 Ian. |