Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 10
(1976)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4290. 1639 september 10. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot1.Mijnheer, Ick sal dese beginnen van eene seer ernstige recommendatie in de saecke van Joost van Overbeeck de JongeGa naar voetnoot2 gearresteert bij Mr. Dirck VlackGa naar voetnoot3, opdat hetselve arrest moge afgedaen werden onder behoorlijcke cautie gelijck ick hoore, dat alrede bij den Hoogen Raide is verstaen, maer noch niet geëffectueert. De jongman's vrunden hebben mij te Hamburg seer groote vrundschap bewesen ende ick in haere saecken verscheide advysen gegeven. Verstaende nu, dat uE. in dese saecke nevens de heer SchotteGa naar voetnoot4 commissaris is, heb ick niet connen laeten uE. te bidden op de saecke nae alle equiteit te letten ende deselve tot goede expeditie te brengen. Wat AelianusGa naar voetnoot5 aengaet, ick soude mij verwonderen van sijne discoursen, ten waere ick de man kende. Op 't seggen van den advocaet GraswinckelGa naar voetnoot6 van dat de saeck sal blijven berusten, weete ick niet, off men vast soude mogen gaen. Soo daer middel waer van accommodoment soude personen van meerder qualiteit daerin gebruict moeten werden ende op de conservatie van uE. eere ende digniteit gelet. Ick hadde gemeent, dat den brief aen ThucydidesGa naar voetnoot7 overlang hadde behooren gesonden te sijn geweest, ende begeere niet, dat in saecke uE. gerustheit ofte eer aengaende op mij werde gelet. Ick hoop sonder dogt in Swede voor mij te doen sorgen. Op de discoursen van BrassetGa naar voetnoot8 meen ick niet dat fundament is te maecken. De goede woorden d[i]e VrancrijckGa naar voetnoot9 aen GrotiusGa naar voetnoot10 geven, dienen niet dan om hem slaepende te maecken op het stuck van de tresves in Italië, op de desseings over Brisac ende 't Wimarsche leger ende diergelijcke. Die occurrentiën voorbij sijnde redibunt ad ingenium, bijsonder soo daer maer eenige wint bijcomt uit Hollant. Ick sal mijn gang gaen sonder ommesien. Men is hier seer vervaert, dat ConstansGa naar voetnoot11 daer soude mogen moien met de 547Ga naar voetnoot12. Mij is lief te verstaen 't gunt uE. schrijft van TordoGa naar voetnoot13 modo res vestris congruant. Soo monsieur Brasset uE. soude mogen spreecken van eenige liberaliteit van den coningGa naar voetnoot14 voor mij, uE. gelieve te seggen, dat ick ghene en begeere. Maer, soo | |
men mij op mijn acquyt uit de penningen van secours mijne gagie wil betaelen, gelijck aen de heer van LangerackGa naar voetnoot1 altijd geschiet is, dat ick vertrouw, dat in Swede sulcx soo wel genomen sal werden als het in Hollant van ArsensGa naar voetnoot2 ende van Langerac ende in Denemarcken van SobelGa naar voetnoot3 is genomen. Soo hij iet spreect van mij wel te stellen met de Staten aldaer, uE. gelieve te seggen, dat ick sulcx niet en begeer, alsoo ick wil een Sweed sijn ende gheen Hollander ende oversulcx van haer geen beneficie en begeer; ende als ick eenigh begeerde, dat ick daertoe de croon van Swede soude gebruicken, niet die van Vrancrijck. Den coninck sal nu, soo ick gisse, te Lions sijn om daer te verwachten de ambassades uit PolenGa naar voetnoot4 ende ToscaneGa naar voetnoot5, te letten op de saecken van den hertogh van LotteringenGa naar voetnoot6, van de Franche Comté, van Brisac met het Wymaersche leger ende van Italië. Den ambassadeur van ToscaneGa naar voetnoot7, van Polen comt doen de congratulatie over de geboorte van den daufijnGa naar voetnoot8 ende om tewege te brengen de vrijheit van den prins CasimirGa naar voetnoot9, dewelcke onder pretext van swackheit de vrije lucht treckt soo lang hij can, doch sal morgen hier sijn. Den ambassadeur comt om de twee selve saecken, als sijnde den grooten hertogh een groot vrund van den coninc van Polen, ende meteene om de paix in Italië, dewelcke alrede gemaect is tusschen de twee princenGa naar voetnoot10 ende madame de SavoyeGa naar voetnoot11 stellende haer beide in neutraliteit; rest te sien, wat den coning daervan sal seggen, die hem hout, off hij gestoort waer ende wil thienduisent man, soo men seit, onder den graef van GuicheGa naar voetnoot12 derrewaert senden. Andere meenen dit alles beleit werdt door de noncesGa naar voetnoot13 van den pausGa naar voetnoot14, voegende daerbij, dat de Franche Comté, waervan wij veele advisen hebben, gestelt werdt in neutraliteit, sijnde eenige plaetsen, die den marquys de VilleroiGa naar voetnoot15 aldaer op de frontieren van Bresse hadde becomen gedemanteleert, als Villechastel, Villette, Fitigny ende dat met den hertogh Carel van Lotheringen door LagrangeGa naar voetnoot16 is begonst te handelen met aenbiedinge van hem voor vijf jaeren oft hoope, dat de paix middelertijd gemaect sal werden, te laeten volgen 't incomen ende eenige plaetsen hem in te geven om te bezetten met Fransche garnisoen. PiccolominiGa naar voetnoot17 eenige brieven die sulcx medebrachten onderschept hebbende | |
heeft daervan advys gegeven te Bruissel, alwaer de marquyse de CantecroyGa naar voetnoot1 van 't huis van Granvelle, dewelcke den hertogh seit te houden voor sijn wettelijcke huisvrouw pretenderende eenige nulliteiten tegen het voorgaende huwelijckGa naar voetnoot2, niet in die qualiteit bij den cardinael-infantGa naar voetnoot3 ofte anderen is ontfangen geweest. Evenwel seggen de advysen van Bruissel, dat men daer niet en gelooft, dat denselve hertogh iet sonder weten van den keiserGa naar voetnoot4 ende Spaignië sal handelen. De soldaten te Brisac ende daerontrent spreecken cloeckmoedigh seggende de wapenen niet aengenomen te hebben ende soo veele peryckelen onderstaen om de frontieren van Vrancrijck uit te stellen, nochte om haer eigen proffijt, maer om de vrijheit van Duitschlant. Soo den coning wil, dat zij seshondert Fransoisen innemen, dan sij dat ten uiterste versocht sijnde sullen doen, maer aen deselve geen poort te bewaeren geven. Den hertogh van LonguevilleGa naar voetnoot5 wacht noch te Neufchastel sijnde een souveraineteit bij Bern, die hem toecomt, om te sien off de executeursGa naar voetnoot6 van het testament, d'oversten ende het leger sullen connen werden gedisponeert om sijn gebiet aen te nemen, waertoe den coning, soo men ons seit, veel gelds heeft gedestineert tot drie millioenen, waervan nu van nieus driehondertduisent gulden sijn overgesonden. De discoursen sijn verscheiden, hoe de uitcomste daer sal vallen. Daerentusschen blijft Hohentwiel geblocqueert; de Wimarschen hebben eenige cleine plaetsen in den Pals becomen, waerdoor den churfürst van MentzGa naar voetnoot7 als naebuir, soo men seit, verschrickt sijnde, sich begeeft nae Colen. De Francfortsche dachvaert, daer veel van was gesproocken, is verandert in een bijeencomste om ordre te stellen op de iustitie van het rijck. De principale tijdinge is, dat die van Venetië haere paix hebben tewege gebracht gevende aen den Grooten HeerGa naar voetnoot8 driehondertduisent sehequijns ende veel aen de bassaes, waerover sij buiten twijffel verblijd sijn, maer Polen ende Oostenrijck in vrese, alsoo materiën van querelle niet en ontbreecken. De paix met Persiën is seecker ende op conditiën seer eerlijck voor de Turcken alsoo de Persianen haer als voor een tribuut jaerlijcx senden moeten soo veel zijde als hondert kemelen connen draegen. RagoskyGa naar voetnoot9 volgt de voetstappen van Bethlehem GaborGa naar voetnoot10, handelt aen beide zijde, begeert van den keiser seven graefschappen in Hongaren, die Bethlehem Gabor eertijds van den keiser door gelijcke middelen heeft geobtineert, 't waer voor hem alrede vier bij den keiser werden gepresenteert, soo dat daerop niet veel staets en is te maecken. Tot Parijs, den 10 september 1639. | |
Monsieur de ChoisyGa naar voetnoot1, die te Brisac was geweest, is wedergecomen bij den coninc; rapporteert, dat de executeurs van het testament sich hebben geëxcuseert van haer met de Fransoisen te vougen in 't belegh van Germesheim. Te Dijon hebbe de nonceGa naar voetnoot2 ende den ambassadeurs van VenetiëGa naar voetnoot3 groote instantie gedaen tot de paix. De Switsers om de neutraliteit van de Franche Comté te faciliteren presenteren vier steden te bewaeren, doch op des conincx costen. Monsieur du HalierGa naar voetnoot4 is voor Moyen met weinigh hoop van deselve plaetse te becomen. Den mareschal de ChastillonGa naar voetnoot5 versterckt met eenige versche compagnien. 't Volck van den marescal de la MillerayeGa naar voetnoot6 loopen tot voor Rijssel alles bedervende, fortificere haer te Avin ende S.t Martin gelijck de marescal de Chastillon doet bij Vervin vier mijlen van Piccolomini. 's Keisers volck soect den Rijn te passeren bij Keiserstoel. Den eertsbisschop van BourdeauxGa naar voetnoot7 comt van sijne laeste reise weder nae Bretagne sonder iet uitgerecht te hebben. De marquyse de Cantecroy is van een dochterGa naar voetnoot8 gelegen te Trier. Men spreect van het huwelijck van de prins van EngellantGa naar voetnoot9 met de dochter van SpaigniëGa naar voetnoot10, maer de difficulteiten, die voor desen op dit stuck sijn gevallen, doen twijffelen. | |
Adres: Mijn Heer Mijn Heer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant. In Den Hage. In dorso schreef Van Reigersberch: Broeder de Groot, den X Septemb. 1639 uyt Paris. |
|