Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 10
(1976)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd3947. 1639 januari 25. Aan Paltsgraaf Johann KasimirGa naar voetnoot6.Hoochgeboren doorluchtige Fürst, 't Is mij ten hoochste lief geweest uit uwe Fürstelijcke Genades schrijven van den negende DecembrisGa naar voetnoot7 te verstaen, dat uwe Fürstelijke Genade contentement neemt in mijne geringe diensten bewesen aen mijn heer den hertogh uwes Fürstelijcke Genades heere soonGa naar voetnoot8. Mijnen dienst sal altijd aen sijne Fürstelijcke Genade bereit ende wensche occasie te hebben om meerder te mogen doen tot bewijs van hoe grootelijcx ick sijne hoochtreffelijcke qualiteiten eere ende respectere. Godt sij gelooft, dat sijne Fürstelijcke Genade sijne gesondheit weder becomt ende oversulcx bequaemer sal sijn om oft te ParijsGa naar voetnoot9 te leeren de exercitiën van het lichaem als dansen, schermen, te paerd rijden, ofte tot Straesburg te voltrecken sijne seer geluckelijck begonnen studiën, waertoe het aen sijne Fürstelijcke [Genade] daer sijnde geene goede hulpe en sal ontbreecken. Tot het een ofte het andere werdt de ordre van uwe Fürstelijcke Genade verwacht. Ick bedancke uwe Fürstelijcke Genade vor aant. sijne favorable affectie tot mij, dewelcke ick altijdt sal erkennen ende soecken te meriteren, oock Godt almachtigh bidden, hoochgeboren doorluchtige Fürst, uwe Fürstelijke Genade met alle, die | |
haer aengaen, te bewaeren ende nevens de gesontheit allerlei voorspoet te verleenen. Uwer Fürstelijcke Genade gantsch willige dienaer
| |
Te Parijs, den 15/25 Januarii 1639. | |
Adres: Hoochgeboren Doorluchtige Fürst Johan Casimir, Palsgraef bij den Rijn, Hertogh in Beyeren, Gülick, Cleef, Bergen etc. In dorso: Present. Stegb., den 6 Martii 639. |
|