Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 9
(1973)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd3808. 1638 oktober 16. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot2.Mijn Heer, Graeff Hendric van NassauGa naar voetnoot3 heeft eerst eergisteren audiëntie gehadt bij den coningGa naar voetnoot4. De saecke is wat lang gesleept geweest om enighe questiën van ceremoniën. DemskeGa naar voetnoot5, die hier is vanwegen den coning van PolenGa naar voetnoot6, crijgt geen bescheidt, sijnde Vranckrijck ialours over de bijeencompste van denselven coninc met den keiserGa naar voetnoot7. Den jongen hertog van SavoyeGa naar voetnoot8 is gestorven ende sijnen broederGa naar voetnoot9, oudt vijf iaeren, hertog geworden. Wij verstaen dat den prins ThomasGa naar voetnoot10 derrewaert gaet om 't land in roere te stellen. Den pausGa naar voetnoot11 siende, dat de Fransche macht in Italië cleijn is, heeft de Spaensche ruyterie, die wt het rijck van Napels nae Milanen ging, passage gegeven over sijn lande ende vivres in abundantie. Een schip bij de Franchoisen in de laetste slach becomen ende vierentwintig | |
uren beseten, heeft door hulp van andere in de haeve van Genua sich de Franchoisen quijt gemaeckt; werdt bij den Franchoisen geëijst ende sal haer apparentelijck volgen, maer de Spaegnaerden verwachten de Fransche schepen in 't wtgaen. Den prins van CondéGa naar voetnoot1 heeft bij commissie het gouvernement van Guienne, 'twelck an den hertog van ValetteGa naar voetnoot2, so sijn vaeder, den hertog van EspernonGa naar voetnoot3, quaeme te sterven, voor desen is gegeven. Den hertog van WimarGa naar voetnoot4, hebbende seven royale forten gemaeckt om Brisac, heeft nu de circumvallatie voltrocken. GotzGa naar voetnoot5 is bij Willingen; heeft Blomberg noch niet becomen. Groote troupes wt Italië, Bohmen, Oostenrijck, Beieren ender onder LamboyGa naar voetnoot6 comen tegen den hertog aen. Sijne Fürstelijcke Genade heeft hondert dusent gulden extraordinaris becomen van Vrankrijck ende twe dusent man wt het leger van den hertog van LonguevilleGa naar voetnoot7, die nu gepasseert sijn de pas d'Escluse bij Genève. Andere regimenten, mede van het volck van den hertog van Longueville, gaen mede nae 't Weimarsche leger, maer door de wegh van Lorraine. De meeste swaerichijt voor sijne Fürstlijcke Genade is 't gebreck vant voeder van de peerden, waervan nergens provisie is. Brieven van de vijanden aen den gouverneur van BrisacGa naar voetnoot8 gevonden in een boerenstock toonen, dat sij voor Brisac alles willen wagen, ende andere brieven voor desen geïntercipieert, dat sij vaste hoope hebben van het oorlogh wederom in Vranckrijck wel diep te brengen. D'audiëntie, die men seide, dat graef Hendrick van Nassau saude hebben, heeft hij niet gehadt, also hij niet goet heeft gevonden te gaen sonder dat den coning hem sijne coetse sendt, 'twelck den coninc voortaen de geene, die geen ambassadeurs en sijn ende van geen coningen sijn gesonden, niet goet en vind te doen. Dit retardeert oock de audiëntie van LutzmarGa naar voetnoot9 hier gesonden bij den churfürst palsgraefGa naar voetnoot10. Den 16 october 1638.
Den hertog van Valette, also hij te hove ontboden sijnde niet en compareert, werdt ingedaecht vanwegen ongehoorsaemhijt ende verraedt. Den prins van Condé werpt op hem alle de schult van 'tgeen voor Fontarabië is gepasseert. De commissarissen gegeven over de saecke van den hertog van Valette sijn MachautGa naar voetnoot11 ende La PotterieGa naar voetnoot12.
Dat schip, daer ick hier voren van heb geschreven, was gecomen t'Alasio, een plaets vant gebiet van Genua ende vandaer weggebracht. De senaet van Genua | |
heeft de overheden van Alasio gecondemneert een gelijck schip aen de Fransoisen weder te geven. | |
Adres: Mijn Heer Mijn Heer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant Te ondervraegen tot Mijn Heer den reeckemeester Reigersberg tot Middelburg. port.
In dorso schreef Van Reigersberch: broeder de Groot, den 6 Octob. 1638. Audiëntie van graeff Hendrick hapert aende conynckx coetz. |
|